Aan het werk in de tuin kom ik veel verschillende diertjes tegen van groot tot klein. Sommige welbekend, andere totaal onbekend.
De grootste groep onbekenden zijn de insecten, meer bepaald de kevers. Een groep kevers die zo klein zijn dat we ze meestal niet zien en van hun bestaan niet afweten zijn de kortschildkevers.
Met bijna 2000 soorten vormen de kortschildkevers de grootste keverfamilie in Midden-Europa.
Het zijn over het algemeen heel kleine kevertjes, van 1 mm tot zo’n 30 mm lang. Ze zijn slank en donker gekleurd waardoor ze doen denken aan oorwormen, maar ze missen de tangen achteraan het lichaam.
Ze hebben korte dekschilden maar hun vleugels zijn vrij groot. In rusttoestand zitten de vleugels verschillende keren samengevouwen onder de dekschilden. De kevers kunnen ze snel ontvouwen en er zijn heel goede vliegers onder de kortschildkevers.
Ze hebben wel duidelijk antennes en sterke bijtende monddelen. Na bevruchting worden de eitjes in de herfst of de lente afgezet in de grond in de buurt van wortels. Dagelijks legt het vrouwtje maximum tien eitjes, in totaal zo’n honderd. De eitjes zijn ovaalvormig en slechts 0,5 mm groot.
De larven leven in de bodem of strooisellaag, de volwassen kevers lopen over het grondoppervlak. Sommige zijn dagactief, vooral de kleinste, andere zijn nachtactief.
Korstschildkevers komen wereldwijd voor. Ze leven op de grond, in strooisel, in kadavers en sommige als parasieten in mierennesten.
De soorten, die zich voeden met insecten, kunnen slechts vloeibaar voedsel opzuigen, waarvoor ze eerst een gaatje in hun prooi moeten bijten. Met hun speeksel lossen ze de inhoud op. Hun prooien bestaan afhankelijk van de soort uit larven (maden) van vliegen (o.a. wortelvlieg), bladwespen en wantsen, springstaarten en andere primitieve insecten, zoals rupsen, slakken, mijten en kleine wormen.
Zelf worden ze gegeten door spinnen, roofwantsen, loopkevers en roofvliegen, maar ook door amfibieën, vogels en vleermuizen. Ook parasitaire schimmels vormen de voornaamste belagers, maar in veel mindere mate sluipwespen en nematoden. Ook kannibalisme komt voor. (Wikipedia)
Als we dit menu bekijken dan is het duidelijk dat het welkome gasten zijn in onze tuin. Een strooisel– of mulchlaag is een geliefde biotoop voor deze tuinbewoners. Wanneer je pas begint op natuurlijke manier te tuinieren duurt het enige tijd voor een levende bodem zich heeft geïnstalleerd en er dus voldoende belagers zijn van onder andere rupsen en slakken.
De grootste kortschildkever die in onze streken voorkomt is de stinkende kortschild. Hij is 20 tot 32 mm lang, fel zwart en licht behaard. Het is een nachtactieve kever die zich overdag verbergt onder stenen of in gaatjes in de grond. Deze kever en zijn larve eten vooral ongewervelden zoals slakken en engerlingen.
Hij heeft stevige kaken waarmee hij zelfs door de menselijke huid heen kan bijten. Dat geeft wat irritatie maar verder is hij niet gevaarlijk, hij lijkt alleen maar zo.
Bij bedreiging richt hij zijn achterlijf en zijn kop op met geopende kaken. Hij kan uit zijn achterlijf een stinkende vloeistof spuiten als afschrikking, vandaar de naam ‘stinkende’ kortschild.