Herkomst

Dragon is nauw verwant met alsem, bijvoet, citroenkruid. Dragon is afkomstig uit Azië. Artemisia dracunculus omvat zowel de Franse als de Russische dragon alhoewel soms de naam Artemisia dracunculoides gebruikt wordt om de Russische dragon aan te duiden.

De wetenschappelijke naam ‘dracunculus’ is de Latijnse naam voor ‘klein draakje’ en vertelt dat dragonolie vroeger gebruikt werd tegen slangenbeten. Volgens andere bronnen verwijst het naar de  wortel die zich kronkelt als een slang.

Uitzicht

Dragon is een struikachtige plant met verhoutende stengels met slanke vertakte scheuten die door elkaar groeien. De plant bloeit in juli of augustus tenzij je ze regelmatig afknipt. De bloemetjes zijn onopvallend en witgroen en hangen in schermen op slappe stelen. Omdat dragon ‘s winters bovengronds afsterft hoef je hem niet te snoeien.

Russische of Franse dragon

Beide zijn doorlevende planten die ‘s winters bovengronds afsterven. De Franse dragon wordt 60 tot 90 centimeter hoog terwijl de Russische 1 tot 1,5 meter kan worden.

De Franse dragon heeft gladde donkergroene lancetvormige blaadjes en is de geurigste. De Russische dragon heeft veel minder smaak en de blaadjes zijn ruwer en lichter groen van kleur. Hij groeit echter veel weelderiger dan de Franse en kan zich ook vermenigvuldigen door zaad. De Franse bloeit maar maakt geen zaden aan in ons klimaat.

Teelt

Dragon is een zonneklopper, die houdt van een goed doorlatende grond met eventueel wat stenen erin. Mineraalrijke grond is belangrijk. Hij doet het heel goed op een kruidenspiraal. Je kan best starten met een plantje van Franse  dragon. Die houdt van een beschut plaatsje in de zon. Beschutting tegen de winterkou is aangewezen. Dat kan door een laagje mulch op de plant. Vermenigvuldigen kan door scheuren of stekken of bewortelde uitlopers af te snijden en te planten. Scheuren en stekken gebeuren best in de lente.

Dragon kan last krijgen van een schimmel die de plant doet wegrotten als hij natte voeten heeft. Daarom is het belangrijk voor een goed gedraineerde plaats te zorgen. Dragon kan je gemakkelijk in potten kweken. Die kan je dan ‘s winters binnen zetten en iets langer gebruik maken van de blaadjes.

Gebruik in de keuken

Het is de Franse dragon die in de keuken gebruikt wordt. In Frankrijk wordt dragon reeds lang geteeld voor keukengebruik. Dragonazijn, béarnaise saus, provençaalse kruiden, tartaarsaus, Franse mosterd bevatten allemaal dragon. Dragon is ook een bestanddeel van ‘fines herbes’.

Het zijn de blaadjes en de jonge scheuten die gebruikt worden en die zijn op hun best voor de bloei. Pluk de blaadjes onmiddellijk voor gebruik, door te drogen verliezen ze grotendeels hun aroma. Je kan ze fijn snipperen in soepen, in groenteslaatjes, kruidenboter, vinaigrette, bij vis– en vleesgerechten. Kook dragonblaadjes niet mee want dan gaat de smaak verloren. Vers bevat het veel vitamine C.

Medicinaal

Dragon is eetlustopwekkend en is goed voor de maag. Het gaat winderigheid tegen en is urinedrijvend.

Door de pittige smaak wordt het gebruikt als vervanger van zout.

In de tuin

Als doorlevende plant is het een vaste waarde op de groentebedden. waar dragon door zijn geur ook bijdraagt aan de schijnbare chaos en insecten verwart.

Foto