Griekse alant is afkomstig uit West- en Centraal Azië. Bij Grieken en Romeinen was de plant al bekend om haar medicinale eigenschappen.
De wetenschappelijke naam is een combinatie van de Griekse en Latijnse naam van de plant. Het Griekse helenion betekent ‘de schitterende’ maar kan ook verwijzen naar Helena, die door Paris werd ontvoerd en zo aan het begin van Trojaanse oorlog stond. Bij de Romeinen heette de plant Inula.
Griekse alant is een doorlevende plant. Ze groeit vanuit een knolvormige, vlezige wortelstok, die aan de buitenkant bruin is, binnenin wit. Na de winter komen de harige, stevig rechtopstaande stengels tevoorschijn. Groene, grote bladeren zitten zonder steel aan de stengel. De onderste bladeren worden tot 50 centimeter lang en zijn spits met gezaagde rand. Naar boven toe worden de bladeren kleiner en de stengel vertakt in meerdere bloemstengels. De bloemen zijn vrij groot, tot acht centimeter diameter. De buisbloemen vormen een goudgeel hart, met daarrond lange, heldergele lintbloemen. Griekse alant bloeit in juli en augustus. De plant wordt tot twee meter hoog. De zaden zijn nootjes.
Griekse alant lijkt zeer goed op koeienoog, Telekia Speciosa, eveneens een doorlevende plant. Ze worden heel gemakkelijk verward, zelfs door kwekers. Het verschil is vooral te zien aan de bladeren: bij de Griekse alant zitten de bladeren ongesteeld vast aan de stengel, bij koeienoog staan de bladeren op een steel.
Griekse alant houdt van een zonnige standplaats maar de wortels houden van schaduw. Een vochtige, vruchtbare standplaats, waar het water niet blijft staan is ideaal. Het is een stevige plant en kan solitair staan of een rand vormen. Griekse alant wordt niet enkel hoog maar ook breed. Voorzie dus voldoende ruimte.
Laat je de plant in zaad komen, dan zaait ze zich veelvuldig uit. Ze ontkiemt zelfs tussen de stenen. Je kan de wortelstok ook splitsen.
Griekse alant is vooral bekend om het medicinale gebruik van de geurige wortel die veel inuline bevat, een zoetstof die ook kan gebruikt worden door diabetici. Toch oppassen bij het gebruik.
In de tuin is ze meerdere functies. Ze trekt heel veel insecten aan, waaronder zweefvliegen. Bovendien zijn de bladeren bruikbaar als mulch. Hak of snij ze in kleinere stukken en leg een dikke laag, ze verteren immers tamelijk snel. De plant groeit ook weer snel aan en levert opnieuw blad.