Inleiding
1 of 2

Plantenbespreking: Koninginnenkruid (Eupatorium cannabium)

Herkomst

Het geslacht leverkruid, waartoe koninginnenkruid behoort, komt oorspronkelijk voor in Noord-Amerika. Koninginnenkruid is de enige soort uit dit geslacht die in Europa voorkomt. In Europa groeit deze plant tot in Zuid-Scandinavië.  Ze is ook te vinden in Zuidwest-Azië, in het Himalayagebied en in het Atlasgebergte van Noord-Afrika.

Naam

De wetenschappelijke naam, Eupatorium, is afgeleid van  Eupatoria, zo genoemd ter ere van Mithridates Eupator, koning van Pontus (124-64 voor Chr.). Hij maakte zich verdienstelijk door vele kruiden te kweken die bij vergiftiging het onheil konden keren of afwenden. Oorspronkelijk was agrimonie, Agrimonia eupatoria, bedoeld maar er is in de loop der tijden naamsverwarring opgetreden.

Het tweede deel van de naam, cannabium, verwijst naar de vorm van de bladeren die enigszins doet denken aan de bladeren van cannabis.

De Nederlandse naam is leverkruid of koninginnenkruid. Beide namen zijn in gebruik. Vroeger was de naam leverkruid in zwang die aangeeft dat de plant gebruikt werd bij leverproblemen. Nu krijgt koninginnenkruid de voorkeur. Het is een verbastering van de naam Kunigundekraut, zo genoemd naar de heilige Kunigunde, patrones van de zieke kinderen.

Beschrijving

Koninginnenkruid is een doorlevende plant die ‘s winters bovengronds afsterft. Uit de ondergrondse, vlezige wortelstok verschijnen rechtopstaande, stevige, gevulde stengels die roodachtig kunnen zijn. De stengels vertakken enkel bovenaan bij de bloeiwijzen. De bladeren zijn tegenoverstaand en drieledig met een korte steel. De bladranden zijn fel gezaagd.

Onderaan de stengels kunnen de bladeren uit vijf deelblaadjes bestaan. Soms staan de bladeren in een krans en dan zijn ze enkelvoudig. De plant heeft korte haren die dicht op elkaar staan. Bovenaan de stengels verschijnen de bloemen in de late zomer. De bloei gaat van juli tot september.

Koninginnenkruid is dan ondertussen uitgegroeid tot een hoge, bossige plant die tot 1,70 meter hoog kan zijn. De bloemen zijn samengesteld, dit wil zeggen dat er meerdere buisbloempjes in een hoofdje zitten. Die hoofdjes staan zeer dicht bij elkaar. De bloempluimen zijn rozerood tot paars. Eerst rijpen de meeldraden, daarna steken de stempels ver boven de bloemen uit. Kruisbestuiving door insecten verzekerd!

Na de bevruchting groeien de vruchtbeginsels uit tot zwarte ‘nootjes’ van ongeveer 3 millimeter lang. Ze zitten vast aan bruinachig vruchtpluis en worden zo door de wind verspreid.

Standplaats

De ideale standplaats is een vochtige biotoop. Van nature komt ze voor in natte ruigten, aan waterkanten, in moerassen en vochtige bossen. Ze kan ook zomaar in de tuin verschijnen indien er voldoende vocht is.

Ze is algemeen verspreid in onze streken.

Gebruik

Vroeger werd de plant medicinaal gebruikt vooral als leverplant en om vocht af te drijven.

Functie in de tuin

De bloemen produceren veel nectar en krijgen dus veel bezoek van vlinders, allerlei bijen, zweefvliegen en andere insecten.

Daarnaast is ze ook waardplant voor meerdere vlinders, zoals de dwergvedermot, de veelkleurige bladroller, de koninginnenkruidkokermot.

Koninginnenkruid is een relatief laatbloeiende plant die in volle bloei er uitziet als een geweldige ruiker. Mooi om die in de tuin te hebben.

Foto