Wie een poeltje wil in de tuin doet er goed aan eerst een en ander te bekijken, te overwegen en te plannen, je legt dat immers maar één keer aan. Hou er ook rekening mee dat een poel jaarlijks onderhoud vraagt. Hieronder volgt een systematische uitleg over aanleg en onderhoud zodat je nog vele jaren kan genieten van een poel vol leven.
De juiste plaats
De juiste plaats voor een poel hangt af van de manier waarop je hem wil vullen. Als je met een hoge waterstand te maken hebt, kies dan voor de laagste plek in je tuin. De poel vult zich dan vanzelf. Als je hem wil vullen met regenwater, kies dan voor de plek waar je met je regenwaterafvoer makkelijk naartoe kan. Hou verder rekening met invloeden van buitenaf: een akker in de buurt geeft een risico op inspoeling van modder, pesticiden of meststoffen. Dat zorgt voor overmatige algengroei en sterfte van dieren en planten. Overhangende struiken of bomen zorgen voor veel organisch materiaal in het water, een langzaam rottende sliblaag die van jaar tot jaar dikker wordt. Het rottingsproces zorgt voor een overdaad aan voedingsstoffen in het water.
Vorm en grootte
Maak de poel zo groot als je tuin het toelaat. Hoe groter en gevarieerder een poel is, hoe meer soorten dieren en planten erop afkomen, hoe minder kwetsbaar hij wordt en hoe minder onderhoud hij vraagt. Maak de oeverlijn grillig van vorm, zo creëer je meer rand tussen water en land, en zorg je voor meer biodiversiteit.
Hellingsgraad en diepte
Zacht afhellende oevers zijn geschikter dan trappen. Ze bootsen de natuur beter na en zorgen voor ideale leefomstandigheden voor plant en dier. Langs de noordelijke zijde (gericht naar het zuiden) is een ondiepe zone het interessantst, omdat daar het water snel kan opwarmen. Dit is bijvoorbeeld ideaal voor kikkers, die daar hun kikkerdril achterlaten.
Hoe dieper je de poel maakt, hoe meer watervolume hij herbergt en hoe kleiner de temperatuurschommelingen van het water zijn. Een te ondiepe poel kan in de winter volledig dichtvriezen wat voor allerlei overwinterende dieren zoals amfibieën nefast kan zijn.
Vergunning en plan
Maak een zo nauwkeurig mogelijk plan voor je begint te graven, en ga na of je een vergunning nodig hebt. Niet leuk om na tientallen kruiwagens graafwerk op de vingers getikt te worden! Plan ook tijdig, want een aanvraagprocedure kan lang aanslepen. In Vlaanderen kan je contact opnemen met de Regionale Landschappen, zij hebben heel wat poelenprojecten lopen.
Tijdstip van aanleg
Het ideale moment om met graven te starten is wanneer het grondwater het laagst staat, grofweg van juli tot september. Als je een bestaand poeltje heraanlegt, doe je dit beter in augustus of september zodat je de dieren niet stoort die willen overwinteren of zich in het voorjaar willen voortplanten.
Het graafwerk
De keuze voor spade of graafmachine hangt helemaal af van de grootte van je poel en je eigen energie. Als je kiest voor de graafmachine, kan je met de spade nog voor extra reliëf of grillige oeverlijnen zorgen. Door veel variatie aan heuveltjes, putten en allerlei vormen aan te brengen creëer je extra biotopen. Het graven zelf doe je best van binnen naar buiten toe. Met de uitgegraven grond kan je nog meer reliëf aanbrengen. Een heuvel aan de noordzijde van de poel is bijvoorbeeld een prima biotoop voor warmteminnende planten zoals vele kruiden. Het water weerkaatst immers de warmte naar zo’n heuvel.
Je kan zelf kiezen of je de vijver laat overlopen op één plaats of verspreid langs de hele oeverzone. Beiden kunnen interessant zijn. Een drassig uitlopend kronkelend lijntje kan interessant zijn voor bepaalde planten.
De bodem
Als je niet kan rekenen op een hoge grondwaterstand, moet je een afdichtingslaag aanbrengen in de vorm van klei of folie. Kies een stevige folie van minstens 0,8 mm dikte om het risico op lekkages te beperken. Je kan onder de folie een beschermingsmat leggen uit gerecycleerde materialen om te vermijden dat scherpe voorwerpen of wortels je folie lekprikken. Breng op de folie een laag van ongeveer 10 cm van de laatst uitgegraven grond aan.
Met klei heb ik geen ervaring, maar er wordt aangeraden om na het aanbrengen van de klei de poel meteen te vullen om barsten in de klei te voorkomen.
Kolonisatie
Je zal verbaasd zijn hoe snel nieuwe planten en dieren je poel komen bezoeken. Ik herinner me nog heel goed dat een vijver die we pas gegraven en gevuld hadden, meteen door boerenzwaluwen als drinkplaats in gebruik werd genomen. Libellen, wantsen en kevers zullen heel snel langskomen Op amfibieën moet je mogelijk langer wachten, aangezien de meesten teruggaan naar hun eigen geboortepoel. Om de kolonisatie te versnellen, kan je enkele emmers water van een poel met goede waterkwaliteit toevoegen.
Amfibieën als nuttige bewoners in je tuin
In een tuin zonder water kan je ook wel eens een amfibie tegenkomen. Maar door de aanleg van een poel of vijver kan je ze een permanent thuis geven. Amfibieën kunnen vrij snel een nieuwe poel koloniseren. In een ommuurde stadstuin is dit natuurlijk onmogelijk, maar op vele andere plaatsen heb je een goede kans. Padden en kikkers kunnen het verst trekken, salamanders blijven meestal in een straal van 500 meter rond hun geboortepoel. Amfibieën zijn heel nuttig in de tuin: ze zijn de natuurlijke vijanden van allerlei kleine diertjes zoals spinnen, insecten, naaktslakken …
Ondiep water is het uitverkoren biotoop van bruine kikkers. Zij verdragen een vrij dichtbegroeide poel, maar je vindt ze er niet zo vaak, enkel in de voortplantingsperiode zoeken ze het water op. Groene kikkers verblijven doorheen het jaar veel langer bij of in het water. Ze houden van open water in de volle zon. Het zijn deze kikkers die echte kwaakconcerten kunnen geven van mei tot augustus.
Als je een vrij grote poel aangelegd hebt, heb je ook veel kans om de gewone pad te kunnen begroeten. Ze leggen geen hoopjes dril, maar leggen hun eitjes af in lange snoeren. Tijdens winterwerkzaamheden in de tuin kan je ze terugvinden onder takkenhopen, dood hout of bladeren. Ze zijn zeer trouw aan hun geboortepoel, vandaar de jaarlijkse paddentrek.
Elk jaar in de maand oktober haal ik een deel afstervend plantaardig materiaal uit mijn poel om verlanding tegen te gaan. In die periode zijn er nog geen overwinterende amfibieën die ik kan storen. Het materiaal dat ik uit de vijver haal leg ik eerst een aantal uren of dagen op de kant zodat diertjes die nog in de hoop plantenmateriaal zitten opnieuw naar de vijver kunnen kruipen. Nadien gebruik ik het materiaal op de composthoop of als mulchmateriaal voor de winter. Door deze methode heb ik in mijn poel van stilstaand water nooit last van overmatige algengroei. Aan de randen knip of maai ik een deel van de vegetatie af. Dit is zeker nodig voor houtachtige gewassen, anders prikken die gaatjes in de folie.
Een poel biedt een grote meerwaarde aan je tuin. Iedere tuin zou een waterbron voor dieren moeten hebben. Je vergroot het aantal nuttige dieren in je tuin die zorgen voor een stabieler evenwicht, waardoor je veel minder last hebt van plaagsoorten.