Description
“Winterpostelein heeft weinig problemen met ziekten en plagen. Dit type is winterhard, alleen bij droge vorst wordt de kleur van het blad minder mooi en is afdekken gewenst.
Zaaien in augustus en september. Als de bodemtemperatuur nog te hoog is, kiemt winterpostelein heel traag. Dus niet te snel denken dat het niet goed komt. Je kan winterpostelein ook voorzaaien in augustus en september, en planten in september en oktober. Eerder voorzaaien levert vanwege de trage kieming bij hoge temperaturen meestal geen vroegere oogst op. Zeer licht bemesten.
De zaden zijn klein, door de zaden te mengen met fijn zand is het gemakkelijker om voldoende ruim te zaaien. Indien gebruik gemaakt wordt van een zaaimachine is mengen met suiker een goede methode. Zaai zeer ondiep (1-2 mm). Een rijafstand van 20 à 25 cm hanteren. In de rij niet te dicht zaaien! Houd na het zaaien het zaaibed goed vochtig.
Oogsten kan van oktober (bij voorzaaien in augustus) tot in maart (ook in de wintermaanden), door de stengels ongeveer 5 cm boven het maaiveld af te snijden. De plant zal opnieuw uitlopen en een tweede en soms derde snede kunnen opleveren. Bij teelt in de vollegrond is het verstandig om de planten bij strenge vorst te bedekken. In het voorjaar maakt winterpostelein eerst kleine witte bloempjes, en kan vervolgens zeer snel in het zaad schieten. Verwijder de planten op tijd als je niet wilt dat de plant zich massaal uitzaait.
Winterpostelein kan gebruikt worden in salade, in rauwkost of stamppot.”