Er zijn minstens 10 wilgensoorten inheems in Vlaanderen. Daaruit zijn talloze hybriden ontstaan.

Standplaats

De meeste wilgen groeien op natte gronden, het is één van de eerste bomen in de overgang van water naar land. Hij houdt van vochtige, vruchtbare grond.

Hij is tweehuizig d.w.z. er zijn mannelijke en vrouwelijke bomen. Bestuiving gebeurt door insecten.

Hij is één van de vroegste nectarleveranciers  en daarom heel interessant voor het leven in de tuin en soms de redder van een bijenvolk dat door zijn wintervoorraad heen is.  De bloemen zijn éénslachtig en meestal voorzien van nectarklieren. De zaden zijn zeer klein en voorzien van pluis zodat ze door de wind kunnen verspreid worden.

Vroeger bewees de wilg aan de mens onschatbare diensten. Knotwilgen leverden elke vier jaar geriefhout en bezorgden schaduw aan het vee zonder dat ze bij de takken konden komen. Hij leverde het beste materiaal om klompen te maken, duurzamer dan populierenhout. Wasknijpers werden gemaakt uit jong wilgenhout van ca 1 cm dik, waarvan de schors weggesneden werd, gespleten, uiteengebogen en de uiteinden afgerond. Zulke wasknijpers herinner ik me nog uit mijn  jonge jaren als zeer goed, gemakkelijk om mee te werken en duurzaam. Op een bepaald moment waren ze niet meer verkrijgbaar, vervangen door ‘beter’ materiaal.

Vele toepassingen

De katjes werden gebruikt als vulling voor matrassen. Wilgensnippers van zo’n 20 cm lang werden vroeger gebruikt om het vuur uit de haard te halen en de pijp of petroleumpit aan te steken.

Vlechtwerk met wilgentenen werd gebruikt als dijkbasis, als vlechtwerk voor het opvullen met leem bij de huizenbouw, voor manden voor gevarieerd dagelijks gebruik, en nog veel meer. Kortom de wilg was vroeger niet uit het leven weg te denken.

Met de komst van de grootschalige landbouw en van plastiek was de wilg een tijdlang niet langer gewenst. Nu gaat men stilaan weer meer aandacht geven aan de vele functies die wilgen kunnen hebben.

Toepassingen in de tuin?

Zijn enorme levenskracht maakt dat hij het steeds weer beroven van zijn takken overleeft en te boven komt. Hij ontzuurt de grond  en levert goed materiaal om te mulchen. Omwille van zijn  sterke groeikracht is hij heel goed bruikbaar voor levende bouwsels.

Tweejarige twijgen zijn ideaal om een tuinvlechtwerk te maken waarlangs klimplanten zich kunnen bewegen en het geheel bewoonbaar maken voor diverse insecten. Wilgen, vooral oude knotwilgen zijn een uitgelezen biotoop voor een gedifferentieerde levensgemeenschap.  De steenuil, mezen, vinken en nog heel wat andere vogels zijn trouwe bewoners van de wilg.

Medicinaal

De wilg heeft ook medicinale eigenschappen. De rietsnijders stonden vroeger de gehele dag in het water en waren toch bijna nooit ziek. Dit kwam door het feit dat ze op een wilgentakje kauwden. De wilg bevat namelijk salicylzuur, later geïsoleerd en belangrijk bestanddeel van een aspirientje. Als Bachbloesem beschrijft Jos Maes hem onder meer als volgt: hij leert ons enthousiast samen te werken, vergetend en vergevend maar ook lerend uit eerdere ervaringen.

Magie

De wilg heeft ook lange tijd een rol gespeeld in magie. In de Keltische boomkalender is de maand van de wilg de periode met enorme groeikracht: 14 april tot 12 mei. Hij is de eerste die na de winter wakker wordt en het volstaat om een tak zomaar in de grond te steken om een nieuwe boom te krijgen. Vandaar dat hij symbool van vruchtbaarheid werd.

Wilgen waren ook heksenbomen, zo vertelt ons Isidoor Teirlinck in zijn Flora Magica. De koningin der heksen draagt, als toverscepter, een wilgenroede. De heksen strepen met rode wilgentwijgen de morgendauw van de planten af en brengen zo verderfelijke rijp en vorst teweeg. Ze wringen knopen in de wilgentakken en kunnen zo iemand doen sterven. De heksenbezems werden gemaakt van berkentwijgen, een steel van es en aan elkaar gebonden met wilgentenen.

Vaak zien we omkering in opeenvolgende cultuurperioden. Zo waren heksen wijze vrouwen die o.a. goed op de hoogte waren van kruiden en hun gebruik. Met de opkomst van de wetenschap werden ze echter samen met de kruiden in het verdomhoekje geduwd en met alle zonden beladen. Maar doorheen hun negatieve roep blijft hun oorspronkelijke uitgebreide kennis doorschemeren.

En wellicht vertellen deze verhalen ons ook dat de wilg een krachtige, heilzame plant is.