Naam
De Nederlandse naam spreekt voor zich: deze plant groeit graag in hagen en heggen en rankt over andere planten heen.
De geslachtsnaam Bryonia komt van het oude Griekse woord bryein, snel groeien. Men vermoedt dat die naam te maken heeft met het feit dat de stengels in het voorjaar snel omhoog schieten vanuit de wortel.
De soortnaam dioica komt van de Griekse woorden di, twee, en oikos, huis, en betekent tweehuizig. Er zijn namelijk planten met enkel vrouwelijke bloemen en andere met enkel mannelijke bloemen.
Herkomst en verspreiding
Deze inheemse plant groeit in het Middellandse Zeegebied, West- en Midden-Europa. In Nederland komt heggenrank vooral voor in het zuiden en in het rivierengebied en de duinen. In België vooral langs de kust, in Brabant en de zuidelijke Ardennen. Elders is ze zeldzaam tot zeer zeldzaam.
Beschrijving
Heggenrank is een doorlevende plant die ’s winters bovengronds afsterft. Ze bezit een vlezige, lange en dikke, vertakte, knolvormige wortelstok. Daaruit groeien elk voorjaar lenige stengels die zich met ranken, tot vier meter lang, omhoog werken. Aan de ruwbehaarde stengels groeien bladeren en ranken. De bladeren zijn sterk gelobd en maken de plant goed herkenbaar.
Tegenover elk blad ontspringt een rank. Met de spiralende ranken hecht ze zich vast aan andere planten of aan een steun. Van zodra een rank houvast heeft, ontwikkelt ze twee spiralen in de vorm van een kurkentrekker, die elk in een verschillende richting draaien. Hiermee trekt de plant zich omhoog, overgroeit struiken en struwelen. Ze knakt niet gemakkelijk af dankzij de rekbaarheid van de spiralen.
De bloemen ontwikkelen zich van mei tot oktober in de oksels van de bladeren. De mannelijke, witte bloemetjes staan op een lang stengeltje in een tros. Ze vallen meer op dan de groenige, vrouwelijke bloemen die kleiner zijn en verscholen zitten. Het is hun geur die insecten aantrekt voor de bestuiving. Het vruchtbeginsel zit als een klein bolletje onder de bloem. De vruchten zijn ronde, rode bessen die giftig zijn.
Standplaats
Heggenrank houdt van een zandige, droge of goed gedraineerde grond, die niet te voedselrijk is. Ze verkiest een plekje in de zon of in lichte schaduw, langs heggen en in bosranden, langs spoorwegen, in duinen en in stedelijke gebieden. Ze is ook te vinden in tuinen.
Functies in de tuin
De heggenrank huisvest en voedt specialisten, dit wil zeggen insecten die afhankelijk zijn van deze ene soort planten. Het heggenranklieveheersbeestje, met elf stippen, voedt zich met het bladgroen.
De heggenrankbij, een zandbij, haalt ’s ochtends stuifmeel bij de mannelijke bloemen van de heggenrank, nectar haalt ze ’s avonds bij de liguster. De heggenrankboorvlieg is eveneens afhankelijk van de heggenrank. Voor specialisten is het belangrijk om de noodzakelijke planten te vinden om te overleven.
Giftigheid en medicinale waarde
Alle delen van de plant zijn giftig, maar de knol bevat de meeste gifstoffen. Heggenrank heeft een drastisch laxerende werking. Vergiftiging uit zich in sterke irritatie van de slijmvliezen van maag en darm, overgeven, darmkrampen, waterige diarree en flauwvallen. Een dozijn bessen kan dodelijk zijn.
Er zijn ook dodelijke vergiftigingen gekend van runderen door het eten van de wortel en het loof. Konijnen mijden de plant.
Merels, lijsters en zwartkoppen kunnen de bessen ongestraft eten.
Het sap van de verse plant werkt sterk irriterend op de huid en kan verzweringen veroorzaken.
Vroeger werd heggenrank medicinaal gebruikt maar omwille van het gevaar van vergiftiging is het nu niet meer in gebruik, behalve in homeopathische verdunningen.
Folklore, mythologie, verhalen
Heggenrank werd overwegend gebruikt als duivelafweer of om mensen ervan te weerhouden de plant te gebruiken.
De wortel van de heggenrank werd uitgegraven en wat bijgewerkt zodat hij op de alruin of mandragora leek. Mandragora groeit in Zuid-Europa en was een veelgevraagde en duur betaalde wortel die over sterke magische krachten beschikte.
De duivel houdt blijkbaar van kersen want er zijn veel planten die als volksnaam duivelskersen hadden zoals de bessen van de heggenrank. Door deze naam wilde men kinderen afschrikken zodat ze de rode bessen niet zouden plukken en eten. Er zijn eveneens veel volksnamen die de wortel aan de duivel toeschrijven, zowel in België (duivelsraap), in Frankrijk (navet du diable), Nederland (duivelsknol) als in Duitsland (Teufelsrüben).
Er zijn nog meer Franse benamingen waaruit de ‘duivelse’ werking blijkt zoals vigne du diable, raisin du diable, radis du diable.
Om het huis te beschermen tegen onweer hing men heggenrankwortel op. Droeg men de wortel als amulet dan verjoeg hij alle duivel- en heksenwerk.