Naam
De naam hondspeterselie vertelt dat deze plant goed lijkt op bladpeterselie, niet op krulpeterselie. De toevoeging van honds geeft aan dat het geen goed idee is om de plant te eten, zoals hondenweer geen weer is om zelfs een hond door te jagen.
Het eerste deel van de wetenschappelijke naam, Aehtusa, komt van het Griekse aithein dat branden betekent. Het tweede deel, cynapium, komt van het Griekse kuon, hond, en het Latijnse apium, dat selder betekent.
Herkomst en verspreiding
Hondspeterselie is oorspronkelijk inheems en verspreid over het grootste deel van Europa, Zuidwest Azië een Noordwest Afrika. Ondertussen is hondspeterselie ook verspreid over delen van de Verenigde Staten. In Vlaanderen en Nederland is deze plant vrij algemeen, maar zeldzaam in de duinen, Flevoland en in het noordoosten van Nederland.
Beschrijving
Hondspeterselie is een eenjarige plant met een penwortel, die tot vijftig centimeter diep gaat. De bladeren zijn donkergroen, glanzend, lichtjes hangend en twee- tot drievoudig geveerd met fijne slippen. De stengels zijn hol, blauw berijpt en ze hebben fijne ribbels. Vóór de bloei is hondspeterselie meestal zo’n vijfentwintig centimeter hoog, bloeiend bereikt ze gemakkelijk negentig centimeter of meer. Ze bloeit van juni tot oktober.
De bloei bestaat uit witte, niet erg dichte bloemschermen. De lange, drie- of vierbladige omwindseltjes zitten enkel aan de buitenkant van de kleine schermpjes, niet rondom het gehele scherm, en ze wijzen als sporen naar beneden.
Dit is meteen het beste herkenningsmiddel voor deze plant. De vruchtjes zijn eirond met witte en twee rode, oliehoudende nerven. Een plant geeft ongeveer vijfhonderd zaden die vijf jaar kiemkrachtig blijven.
Standplaats
Hondspeterselie groeit in moestuinen, houtkanten, wegbermen, langs rivieroevers en soms in loofbossen. Ze houdt van zon en halfschaduw op een voedselrijke en eerder vochtige grond.
Functies in de tuin
Over hondspeterselie is weinig te vinden. Als schermbloemige is het zeker een interessante plant om zweefvliegen aan te trekken. Maar ze heeft vast veel meer relaties die nog te ontdekken zijn.
Giftig
Dat de plant giftig is, is duidelijk. Verder zijn de verschillende bronnen niet eensluidend. Hondspeterselie behoort tot de familie van de gevlekte scheerling en de dolle kervel maar is minder giftig omdat de plant minder coniine bevat. Een dosis van 0,5 tot 1 gram coniine is voor de mens dodelijk. Deze stof is aanwezig in alle delen van hondspeterselie. De gifstoffen uit hondspeterselie kunnen tot diarree, krampen en zelfs tot ademstilstand leiden.
Volgens sommigen is het een erg giftige plant, volgens andere bronnen zijn de vergiftigingen in de regel niet ernstig omdat men het wel proeft als men het eet. Er ontstaat namelijk een brandend gevoel in de mond.
Door het drogen zou de giftigheid verdwijnen waardoor dieren er geen last van hebben bij hooi.
Opgelet!
Aangezien de plant vooral te herkennen is aan de omwindselblaadjes die onder de bloemschermen naar beneden hangen, is dit niet erg bruikbaar in de moestuin als onderscheid met peterselie. Je oogst peterselie namelijk voor de bloei.
Hoe kan je de plant dan herkennen?
Hondspeterselie lijkt op bladpeterselie maar heeft niet de geur van peterselie. De literatuur vermeldt een onaangename geur, maar die is naar mijn oordeel weinig opvallend. Volgens anderen hebben de blaadjes een knoflookachtige geur als je ze fijnwrijft.
Je kan eraan ruiken en bij twijfel ze niet gebruiken. Laat ze in bloei komen zodat je ze leert kennen en je dan kan zien aan de omwindseltjes of het inderdaad hondspeterselie is.
Vaak wordt in tuinboeken het advies gegeven om krulpeterselie te zaaien en geen bladpeterselie. Je gaat hondspeterselie immers niet verwarren met krulpeterselie. Je laat best bladpeterselie niet spontaan uitzaaien want dan wordt het helemaal moeilijk.
Wees hoe dan ook op je hoede als je ergens in je tuin bladpeterselie meent te ontdekken.