Dit artikel is een vervolgartikel met antwoorden op enkele veel gestelde vragen. Het eerste deel vind je hier: Antwoord op Uw Vragen.

1. Hoe moet ik planten in stro?

Het planten en zaaien in stro verschilt niet wezenlijk van het zaaien en planten zoals u het in de gewone grond zou doen. Het enige verschil is dat u het stro moet opzijschuiven zodat u de blote aarde ziet. Hier kan u dan in planten of zaaien.

Wanneer u iets plant mag het stro ook weer direct bijna dicht geschoven worden. Laat de plant zelf vrij zodat de stengel of het blad van de plant niet constant bedekt is door stro, anders wordt de kans op schimmel-ziektes groot. Bedenk hierbij wel dat hoe groter u het gat laat waar het jonge plantje instaat, hoe meer onkruid er tevoorschijn kan en zal komen.

Eens de plant groter is kan bij de meeste groentesoorten het stro volledig gesloten worden zodat er helemaal geen onkruid meer kan doorkomen.

Wanneer u wilt zaaien, moet u het stro ook opzij schuiven en na het zaaien terug dichter bijeen leggen. Zorg wel dat het stro zeker niet over de nieuwe zaailingen ligt, anders gaan deze niet of slecht opgroeien. Eens de plantjes boven staan, kan u het stro terug wat dichterbij schuiven. Wanneer de planten groot zijn kan het stro weer volledig gesloten worden.

Nu lijkt het alsof u daar veel tijd moet insteken en goed moet opletten dat u op tijd en stond het stro gaat verleggen. In de praktijk valt dit nogal mee. U loopt toch af en toe rond in de tuin om onkruid te verwijderen, iets te oogsten of om nog bij te planten. Het is een kleine moeite om dan eventjes waar nodig het stro wat te verschuiven.

2. Mag ik direct in de compost zaaien?

U heeft misschien al iemand horen zeggen dat compost niet geschikt is om rechtstreeks in te zaaien, maar dit is niet helemaal waar. Sommige soorten compost zijn niet geschikt, degene die u op uw bedden moet gebruiken is perfect geschikt om rechtstreeks in te planten en te zaaien.

Compost van GFT of keukenafval is inderdaad niet geschikt om op uw bed te leggen en erin te zaaien. Deze compost bevat teveel mineralen, maar heeft dikwijls ook een redelijk hoge zoutconcentratie, wat ook problemen oplevert bij jonge plantjes of zaailingen.

Daarom gebruiken we groencompost.

Groencompost

Groencompost is het eindproduct van de compostering van uitsluitend groenafval van tuinen, parken en openbaar groen. Groenafval bestaat uit snoeihout, bladeren, haagscheersel, organisch afval uit tuinen, parken, plantsoenen, bermmaaisel …

Opgelet!

Om direct in de compost te kunnen planten en zaaien moet deze goed uitgewerkt of ‘gerijpt’ zijn. Anders gaat u problemen krijgen doordat de jonge planten geen stikstof krijgen. Deze wordt immers allemaal gebruikt door de bodemorganismen om de compost verder om te zetten.

Ook wanneer u zelf composteert en hiervoor groenafval en keukenafval gebruikt is deze geschikt. Wel moet u ervoor zorgen dat u juist composteert en dat uw compost voldoende hoge temperaturen heeft bereikt om alle onkruidzaden te doden. Als u tijdens het composteren niet met thermometers werkt en niet zeker bent dat uw compost warm genoeg heeft gehad, kunt u dit testen door enkele bakjes vol te doen met uw compost, water te geven en binnen in de warmte te zetten. Heel snel gaat u zien dat er ofwel maar een heel beperkt aantal sprietjes bovenkomen (goed!) of dat het onkruid opschiet zoals haren op een hond (slecht!). Wanneer u geen kieming krijgt is de compost ideaal om te gebruiken als mulch, wanneer ze bakken volschieten met groen moet u ze voor iets anders gebruiken.

3. Hoe zit het met het aanhogen van aardappelen wanneer je niet mag spitten of de grond bewerken?

Aardappelen moeten niet heel diep in de grond gestoken worden om dan om de zoveel tijd te worden aangehoogd. Het is perfect mogelijk om aardappelen oppervlakkig te planten en ze nooit aan te hogen. De oogst zal wel lager zijn, dus indien u ze wilt aanhogen zonder een grondbewerking uit te voeren is dit ook perfect mogelijk.

U kunt ze bedekken met een pluk stro en zo enkele keren nieuw stro toevoegen, elke keer wanneer u ze normaal met aarde zou aanhogen. Het oogsten gaat gemakkelijker en u haalt geen 1000-den onkruidzaden naar boven. Indien u mulcht met compost dan is het aanhogen met compost ook perfect mogelijk.

De aardappelen mag u wel niet in lange rijen zetten, maar kunt u best in kleine groepjes (5-tal planten) verspreiden. Anders gaat u gegarandeerd last krijgen van schimmelziektes en de colorado-kever.

Wanneer u direct na het planten al een toefje stro of een bergje compost toevoegt is het ook gemakkelijk te zien waar er overal aardappelen geplant zijn :-).

4. Welke kruiden kan ik best op mijn groentebedden planten?

Er zijn niet echt specifieke kruiden waarvan ik zeg ‘die moeten er absoluut bij staan’, het is belangrijker dat u een mix van kruiden heeft staan, mogelijks aangepast aan uw kookgewoontes en gebruiken (thee, zalfbereidingen, …).

De kruiden die op onze bedden staan kunnen opgedeeld worden in 3 groepen:

• doorlevende kruiden: Salie, Tijm, Venkel, Grote Engelwortel, Bieslook, …
• kruiden die zichzelf uitzaaien: Calendula, Dille, Koriander, Driekleurig Viooltje, …
• kruiden die wij uitzaaien of planten: Basilicum, Bonenkruid, …

De hoofdreden voor het gebruiken van kruiden is het aantrekken van nuttige insecten en de kruiden passen perfect in onze manier van combinatieteelt. Ze geuren sterk, hebben dikwijls andere bladkleuren en -structuren dan groenteplanten en zeker in geval van de blijvende kruiden wortelen ze veel dieper dan de éénjarige groenten. Hierdoor beperken ze de concurrentie maar bieden ze toch veel voordelen.

De keuze voor doorlevende en zichzelf uitzaaiende kruiden is logisch: deze planten zorgen zelf voor hun voortplanting en dit is dus een zorg minder voor ons. De overblijvende planten worden regelmatig gesnoeid, het snoeisel wordt mulch op de bedden. De kruiden die zichzelf uitzaaien worden uitgedund. Zo zult u trouwens merken dat de kruiden zich geleidelijk door uw tuin verplaatsen. Ze zaaien zich rondom de moederplant uit en komen in het voorjaar op. U dunt een groot deel want u moet maar enkele plantjes over houden. De nieuwe locaties liggen naast de locatie van de moederplant. Zo verplaatst de plant zich elk jaar en moet u zich geen zorgen maken over teeltwisseling, bodemmoeheid, …

Een ander voordeel van deze kruiden is de sterkte van de plant. Overblijvende en planten die zichzelf uitzaaien zijn sterker dan degene die u zelf uitzaait.

4de groep

Sommige kruiden die dikwijls als onkruid gezien worden (brandnetel, kleefkruid, …), groeien te krachtig en woekeren te hard om op een bed te plaatsen. Voorzie hiervoor een hoekje aan de kopkanten van uw bedden of ergens anders in de tuin.

5. Slakken bij mulchen?

Een vraag die wij heel dikwijls krijgen, maar waar we eigenlijk niet op kunnen antwoorden is wat we doen tegen slakken. Blijkbaar hebben veel mensen die mulchen last van slakken.

Wij kunnen daar moeilijk op antwoorden omdat wij – misschien vreemdgenoeg – geen last hebben van slakken. De oorzaak hiervoor weet ik niet al vermoed ik dat een combinatie van factoren hier een rol inspeelt.

De poel die centraal in de tuin ligt, zit in het voorjaar gewoon tjokvol met kikkerdril. Er zitten heel veel kikkers in de tuin en zij zijn notoire slakkeneters. Ook vogels zijn massaal aanwezig, samen met muizen, kevers, egels, … allemaal natuurlijke vijanden van de slak. Deze houden volgens mij onze slakkenpopulatie stevig onder de knoet.

Ook het gebruik van houtsnippers op de paden bemoeilijkt de migratie van slakken. De structuur is scherp, de bovenste laag droogt in de zon zeer snel uit en wordt ontoegankelijk voor slakken.

Ofwel misschien hebben we gewoon heel veel geluk en hebben ze onze tuin nog niet gevonden (maar dat lijkt me een beetje onwaarschijnlijk :-))

Volgende keer is de laatste

Alle vragen beantwoorden is nog niet gelukt, volgend artikel volgt de rest. Heeft u ondertussen nog nieuwe vragen, of is iets toch niet helemaal duidelijk uitgelegd? Laat het me weten hieronder en ik pas er een mouw aan.