[mashshare]
Iets wat dikwijls verteld wordt over schimmels en bacteriën is dat éénjarige planten (bv. onze groenten) een bacterie-dominantie bodem nodig hebben, terwijl struiken en bomen een schimmel-dominante bodem vereisen.
Deze dominantie hangt heel nauw samen met de pH van de bodem. Schimmels scheiden stoffen af die de bodem zuurder maken, waardoor de pH verlaagt. Bacteriën doen juist het omgekeerde en verhogen de pH.
Nu wordt dit verhaal, misschien voor de duidelijkheid, heel zwart-wit verteld. Een groentetuin heeft een bacterie-dominante bodem nodig, fruitstruiken en –bomen vereisen veel schimmels.
Maar klopt dit wel?
Niets is zwart-wit
Als je natuurlijk gaat tuinieren, dan ga je al heel snel merken dat er niet veel zwart-wit is in de natuur, maar dat er wel heel veel grijze gebieden zijn. Zelf nadenken en observeren is dus echt geen loze boodschap! Heel veel dingen die lukken of juist niet lukken bij iemand kunnen in jouw tuin, bij jouw omstandigheden en manier van werken juist heel goed gaan. En uiteraard geldt dit ook in de omgekeerde richting!
Wanneer iemand tegen mij vertelt over bacterie-dominantie, dan stel ik mij dat voor als een bodem waar gigantisch veel bacteriën inzitten en nauwelijks schimmels. In een alkalische bodem (hoge pH) zitten er zo’n 8 – 10 meer bacteriën in de bodem dan schimmels (gemeten in massa).
Hier groeien pioniersonkruiden uitbundig en snel. De bodem is meestal niet in orde en moet nog of opnieuw verbeterd worden. Dit is een duidelijk bacterie-dominante bodem, maar op zo’n bodem groeien je groenten echt niet goed.
Neutraal voor groenten
Een groentetuin heeft het meeste baat bij een pH tussen de 6 en 7, wat eigenlijk al een lichtzure tot neutrale pH is. Zeker geen alkalische (=hoge) pH die gepaard gaat met een bacterie-dominante bodem.
Het voordeel van een pH tussen de 6 en 7 is dat dit een bereik is waarin de voedingsstoffen het best opneembaar zijn door planten. Het geeft de planten de minste moeite om voedingsstoffen op te nemen en dus vlot op te groeien, zonder gebreken.
De verhouding van schimmels en bacteriën bij deze pH ligt eerder rond de 1 tot 1.5. Dit betekent dus dat er ongeveer evenveel of méér schimmels aanwezig zijn dan bacteriën. Het klopt dus niet als men jou vertelt dat je moestuinbodem bacterie-dominant moet zijn, want dan gaan je groenten niet goed groeien.
Een groentetuin heeft behoefte aan een neutrale tot lichtzure pH, en dus aan een goede mix van schimmels en bacteriën. Naargelang de groente ligt de ideale verhouding tussen 1 à 1.5. Dus ongeveer 50% schimmels – 50% bacteriën tot 60% – 40%. Dit is ver verwijdert van een bacterie-dominante bodem waar er tot 10 maal meer bacteriën zijn dan schimmels (verhouding 0.1 ipv 1 tot 1.5) !
Bacterie-dominant niet geschikt!
Men gebruikt termen als bacterie-dominante bodem dus eigenlijk verkeerd. Dit kan erg verwarrend zijn voor tuinders en geeft de indruk dat schimmels niet nodig en niet welkom zijn in je bodem. Je wilt in je moestuin een bodem in evenwicht en geen overvloed aan bacteriën! Je wilt/moet dus echt wel grote hoeveelheden schimmels hebben in je bodem.
Mulch dus gerust met houtig materiaal om schimmels aan te trekken en betreedt je bodem zo min mogelijk. Schimmels haten immers betreding en grondbewerking 🙂 .
Volgende Stap?
Schrijf u in voor email updates, zo wordt u automatisch op de hoogte gehouden van elk nieuw bericht!
Hedwig Buysse says
Hallo Frank,
Mijn moestuin wordt op zijn totale oppervlakte bewerkt en klaargemaakt op één en dezelfde manier, (biologisch tuinieren) met goede resultaten tot gevolg ! bloemkool, rode kool, broccoli, witte kool, spitskool, ajuin, zurkel(zuring) kortom, alles wat geplant en of gezaaid is doet het momenteel zeer goed, alleen … de spinazie… Is goed opgekomen maar het blijven kleine blaadjes, en dit al voor het derde jaar ondanks het feit dat ze telkens op een andere plaats gezaaid is. De tijd voor ik jou methode toepaste, dus traditioneel tuinieren met spitten en chemische bemesting, had ik wel mooie spinazie… Wat kan hier de oorzaak zijn Frank ?
Groeten,
Bram de Volder says
Dag Frank, wat mij betreft een zeer waardevolle aanvulling op je blog “Schimmels Of Bacteriën of Is Het Toch En?” van 27 september 2015. Het is inderdaad zo dat onze groenten schimmelontwikkeling nodig hebben. Niet de schimmeldominante bodem van een gezond climax bos (waar de bacterie:schimmel verhouding tot 1:1000 in biomassa kan zijn), maar veel meer een verhouding van 1:1 of wat daaronder of wat daarboven (afhankelijk van de groente/fruitsoort, en hier zit ook weer behoorlijk wat variatie in). Dit houdt direct verband met de vorm van stikstof die beschikbaar is voor de plant. Afhankelijk van de schimmelontwikkeling zal in de bodem steeds meer ammonium in plaats van nitraat de plantbeschikbare vorm van stikstof zijn. “Onkruiden”, de eerste pionierskruiden, kunnen overleven met alleen nitraaten en met weinig bodemstructuur (=weinig zuurstof in de bodem); onze groentegewassen hebben zowel nitraat als ammonium nodig; in een climaxbos is nitraat zelfs giftig voor de vegetatie die daar thuis hoort.
Het verhaal van de successie dus, waarbij we planten en bomen kunnen plaatsen op deze tijdslijn. Op basis daarvan zullen we onze bodems (=het ecosysteem in de bodem) moeten cultiveren, en niet alleen de planten die boven de bodem groeien. Tenzij het systeem dit natuurlijk in grote mate voor ons doet, zoals bijvoorbeeld een voedselbos.
De drijvende kracht van de successie is een toename van complexiteit. Er wordt steeds complexere en meer diverse voeding geproduceerd om met name schimmels te voeden en zich meer te laten ontwikkelen en in diversiteit te laten toenemen. Overigens gebeurt hetzelfde met bacteriën. In absolute aantallen heeft een schimmel-dominante bodem zelfs veel grotere aantallen bacteriën dan een bacterie-dominante bodem. Schimmel-dominante bodems hebben daarnaast vooral een grotere diversiteit aan soorten bacteriën (met waarschijnlijk minder individuen per soortengroep dan bij een bacterie-dominante bodem, waardoor niet één soort kan domineren). Maar het is daarnaast vooral de enorme ontwikkeling van de schimmels die maakt dat de verhouding bacteriën:schimmels beweegt naar meer schimmel dominant. Totdat uiteindelijk de geproduceerde biomassa overeen komt met de mogelijkheden van de bodem om het af te breken (in hoeveelheid massa en mate van complexiteit). Dan pas ontstaat er een stabiel ecosysteem, en dat is de eindfase van de successie.
Wat mij betreft staat het leven in de bodem hiermee centraal, evolutionair gezien heeft alles zich daar ook bovenop ontwikkeld. De pH loopt gelijk op, aangezien de enzymen van schimmels inderdaad een lagere pH hebben (zuurder zijn) dan die van bacteriën. En bij een lagere pH functioneren schimmels ook beter; hun enzymen werken beter, ze planten zich beter voort, etc. Zo creëert een schimmel dus zijn eigen, gunstige omstandigheden.
Wat betreft de plant; uiteindelijk gaat het hier natuurlijk vooral om de rhizosfeer, de millimeter rondom de wortels van de plant waar de biologische activiteit enorm is omdat de plant wortelexudaten afscheidt en hiermee zijn eigen directe omgeving (microbioom) organiseert. Bacteriën en schimmels hebben de mogelijkheid om de pH te bufferen, waardoor de pH in de rhizosfeer dus af zal wijken van de pH in de bodem. Interessante vraag hierbij; hoe groot is deze buffercapaciteit? En is deze allebei de kanten op hetzelfde? Bij de laatste vraag bedoel ik vooral; kan de gezondheid van de plant over het algemeen beter overweg met een complexere bodem (=meer schimmelontwikkeling en -diversiteit), of vooral met een minder complexe bodem (=minder schimmelontwikkeling en -diversiteit). Persoonlijk denk ik dat je beter teveel schimmels in je bodem kunt hebben dan te weinig, hoewel binnen marges natuurlijk.
En zou een tegenvallend resultaat bij mulchen met houtsnippers niet vooral iets zeggen over het aanwezige bodemvoedselweb? Immers, hout van een climaxboom (beuk bijvoorbeeld) wordt op een bacterie-dominante bodem niet of nauwelijks afgebroken, terwijl de “onkruiden” die van nature op een bacterie-dominante bodem groeien, als mulch op een schimmel-dominante bodem als sneeuw voor de zon verdwijnen.
Ach, ik ga maar weer eens de tuin in 🙂