[mashshare]

Buiten lieveheersbeestjes en regenwormen worden zo ongeveer alle beestjes in een tuin scheef bekeken. Rupsen eten van je kolen, luizen zuigen je planten leeg, mieren houden de luizenpopulaties in stand zoals wij koeien kweken en kevers vreten aan je planten.

Je probeert van de gifspuit af te blijven en deze dieren te tolereren, al kost het soms veel moeite. Maar wanneer je het volgende weet, dan kost het in het vervolg misschien iets minder moeite wanneer je een paar rupsen ziet kruipen, of weeral een mierenhoop ziet opduiken tussen je aardbeienplanten!

Mulchen tegen onkruid

Ik schrijf altijd dat mulchen de beste oplossing is tegen onkruid. Mulch je bodem op de juiste manier en je zult een heel pak werk uitsparen in je tuin. Je kan dan een grotere tuin hebben met meer opbrengst – en ik bedoel niet enkel in kilo’s groenten.

Er zal altijd nog wel onkruid opduiken, misschien zelfs in zaad komen. De mulchlaag is niet altijd volledig gesloten. Vogels helpen een beetje (veel soms) met het openkrabben van mulch, maar ook door het natuurlijke verteringsproces komt de bodem na een tijdje piepen. Sommige zaden blijven heel lang kiemkrachtig.

Je kan ervan uitgaan dat ongeveer 80% van de zaden na 1 jaar verdwenen is doordat de kiemkracht verdwijnt. Dan blijven er nog steeds 20% van de gevallen zaden over en wanneer je weet dat een koningskaars zo’n 220 000 zaden produceert op een jaar, dan blijft die 20% een heel groot aantal zaden.

Mulchen gaat voorkomen dat deze zaadbank in de bodem kan kiemen, maar zoals al gezegd: de bodem is niet altijd bedekt. En hier spelen die ambetante beestjes van in het begin een belangrijke rol.

Onkruid zal er altijd zijn

Uiteraard zal er altijd onkruid verschijnen wanneer een bodem onbedekt is, daar moet je jezelf geen illusies over maken. Maar de onkruiddruk zou doorheen de jaren dat je natuurlijk werkt toch wat moeten verminderen. Mulchen helpt hierin, maar dat is zeker niet het enige.

Heel veel insecten in je tuin eten zaden, zelfs soorten waarvan je het niet zou gedacht hebben!

Dat veel zaden ten prooi vallen aan schimmels en bacteriën zal je waarschijnlijk niet verrassen. Zeker wanneer zaden enkele jaren in de bodem zitten, zullen er veel verdwijnen. Maar ook andere beestjes zoals kevers eten zaden.

Er zijn zelfs enkele rupsensoorten die zaden eten, maar een diertje waarvan wij er heel veel hebben zitten, de spinnen, eten ook zaden. Uit onderzoek blijkt dat er heel veel spinnensoorten zijn die naast dieren ook zaden eten.

En als je mulcht heb je normaal gigantisch veel spinnen, dus verdwijnen er ook gigantisch veel zaden die op en in de mulch zijn gevallen.

Een ander dier dat dit jaar opvallend aanwezig was, is de mier. Deze wordt dikwijls vervloekt omdat zij soms luizen cultiveert en beschermt tegen lieveheersbeestjes. En luizen zien we niet zo graag op onze groenten. Maar mieren eten ook veel zaden op die ze in de bodem vinden, dat is misschien een reden om ze in het vervolg iets positiever te bekijken.

Niets is zwart-wit

Je kan veel leven in de tuin negatief bekijken, maar uiteindelijk hebben alle dieren een positieve en negatieve kanten in je tuin. Misschien moeten we proberen om van enkele notoire plaagdieren ook wat positieve kanten te zoeken zodat we toch net iets minder buikpijn voelen wanneer ze opduiken in onze tuin 🙂 .

Want eigenlijk kan je dieren in je tuin niet opdelen in goed en slecht. Dat is iets dat mensen doen, maar de natuur werkt zo niet. Elk dier heeft zijn rol in het geheel, soms met enkele minder positieve kanten voor onze moestuin, maar vaak hebben ze ook een nuttige functie. En die nuttige functies moet je niet uit het oog verliezen, want plagen actief gaan bestrijden is zelden een goed idee.

Denk in het vervolg dus ook eens aan de positieve functies van een insect voordat je het verwenst 🙂 !

Volgende Stap?

Schrijf u in voor email updates, zo wordt u automatisch op de hoogte gehouden van elk nieuw bericht!