Oorspronkelijk zijn mijn ouders begonnen met een beddensysteem, waar er nooit op de bedden werd gelopen. Hierdoor bleef de grond luchtig en zacht als boter tot op grote diepte, zonder ooit te spitten. Het bodemleven doet namelijk al het werk. Doordat er nooit op de grond gestapt wordt, kunnen deze miljoenen organismen dag in, dag uit verder werken aan het verbeteren van de grond.
Maar om toch van al die rechte lijnen af te komen, is er ook de eikenboomstructuur bijgekomen, maar ook hier wordt er gewerkt met vaste paden. Een volgende stap naar een andere, nog natuurlijkere manier van kweken was de bosrankstructuur. Het idee hierachter was dat er geen vaste paden nodig zijn, maar dat de paden elk jaar anders liggen, waardoor het bodemleven voldoende tijd krijgt om de grond overal los en rul te houden.
Maar dat blijkt toch niet helemaal mogelijk te zijn.
Oorspronkelijke idee
Het oorspronkelijke idee was dat de paden op het stro automatisch gevormd worden door de zaai- en plantlijnen van de verschillende soorten groenten. Doorheen het seizoen vult het stuk moestuin zich op en wordt alle beschikbare plaats gebruikt. Doordat we natuurlijk nog moeten kunnen oogsten, ontstaan er op natuurlijke manier paden die doorheen de groenten slingeren, afhankelijk van de soorten groenten die er staan.
Dit is te vergelijken met een bosrank die zich rond struiken en bomen slingert en zo zijn weg naar het licht zoekt. Mijn gedacht was dat we maar een goed half jaar op de grond rondliepen om te oogsten, en dit maar 1 of 2 keer per week. Hierdoor zou de bodem niet zwaar belast worden, en zou de bodemstructuur in orde blijven.
De bodemorganismen zouden het – nog altijd volgens mijn idee – wel kunnen bolwerken om tijdens de herfst en winterperiode, de grond in orde te krijgen zodat hij in het voorjaar terug zacht en rul was, klaar om te beplanten.
Maar ik had toch enkele foute veronderstellingen gedaan.
1. Veel meer betreding
Doordat alles verspreid staat over het stuk tuin, moet je om te oogsten ook het volledige stuk aflopen. Sommige dingen zoals courgettes moet je maandenlang om de 1 à 2 dagen oogsten, waardoor je dus zo’n 4 – 5 keer per week over het stuk loopt. Ook boontjes moeten meermaals geplukt worden, sla in verschillende keren geoogst en augurken vele keren nagekeken en geplukt worden.
Hierdoor worden de paadjes dus intensief gebruikt, wat maakt dat de grond ook sterk wordt aangedrukt. Daarbovenop kun je niet altijd de omstandigheden kiezen wanneer je oogst.
2. Ook oogsten in slechte omstandigheden
In principe werken wij niet in de tuin als het regent. Maar als er te oogsten valt, wordt er wel gesneden en geplukt zodra het gedaan is met regenen, soms zelfs terwijl het regent. Een bodem die heel nat is mag eigenlijk niet betreden worden, de structuur wordt dan wel heel snel vernietigd. Dat is dan ook wat er gebeurt met onze bodem na een lange natte periode waarin we toch veel moeten planten, zaaien en oogsten.
3. Schimmels zijn heel gevoelig
Een voetafdruk lijkt niet zo groot, en het gewicht op de bodem is misschien minimaal, maar toch heeft dit grote gevolgen voor de bodemorganismen, en dan voornamelijk voor de schimmels.
Deze schimmels moeten – overvloedig – aanwezig zijn in de bodem, ze spelen veel belangrijke rollen in een natuurlijke moestuin. Eén daarvan is het opbouwen van de bodemstructuur. De schimmeldraden houden de bodemdeeltjes vast en scheiden ook stoffen uit die ervoor zorgen dat alles goed tegen elkaar plakt.
Elke keer we over de grond stappen, vernietigen we grote hoeveelheden schimmeldraden, waardoor de schimmels zich moeilijker ontwikkelen en waardoor de bodem trager verbetert.
4. Opbouwend vermogen van de bodem
Meestal verschiet ik van de vele fantastische dingen die de natuur kan bereiken, maar hierin heb ik ze toch een beetje overschat. We werken ze dan ook constant tegen natuurlijk, maar het herstellende vermogen van de natuur en het bodemleven is blijkbaar niet groot genoeg om in enkele wintermaanden tijd de bodem terug in orde te krijgen.
Ook het dragende vermogen van het stro is redelijk beperkt, de strolaag verdeelt de druk van onze voetstappen niet zo goed, waardoor deze vrij geconcentreerd neerkomt en de bodem toch net iets teveel schade berokkent. Op ons stuk met houtsnippers blijft de bodem los, maar daar voelt de grond ook direct helemaal anders aan. De houtsnippers vangen wel een groot deel van ons gewicht op, hier zijn we niet van plan om iets aan de bosrankstructuur te veranderen.
Wat is de oplossing?
Dit stuk moestuin met stro-mulch zal omgevormd worden van een bosrankstructuur, naar een soort van eikenboomstructuur. We gaan extra paden aanleggen zodat we gewoon over het pad al een flink stuk kunnen oogsten en een uitstap over het stro een uitzondering zal worden!
Volgende Stap?
Schrijf u in voor email updates, zo wordt u automatisch op de hoogte gehouden van elk nieuw bericht!
Pé says
Hier kan ik helemaal inkomen Frank. Tja, experimenteren is nodig voor ieder van ons en zeker in het streven naar een natuurlijke moestuin. Maar dat houdt ook in dat sommige dingen beter dan wel minder uitdraaien waaruit we kunnen bijsturen om onze tuin en vooral onszelf te fine-tunen.
Bedankt om dit te delen. Van pioniers kunnen we veel leren 🙂 Weer een stapje dichter, maar dan vanaf nu op de eikenboomstructuur.