[mashshare]
Overal vliegen nu de pluisjes rond van uitgebloeide paardenbloemen. Enkele weken geleden was het een pracht om te zien: overal de felgele bloemen terwijl er nog bijna niets anders in bloei stond. Mijn gazon zag geel van de overvloed aan bloemen.
Een ander voordeel van deze paardenbloemen is dat ze heel belangrijk zijn voor de bijen. De paardenbloem is een vroege bloeier die druk bezocht wordt door honingbijen.
Een andere plant die er momenteel ook prachtig bij staat is de Engelwortel. We hebben er een heel deel staan in onze tuin omdat we ze ook gebruiken om te mulchen. Maar momenteel zitten de jonge bloemen vol met vliegen en Pyjamaschildwantsen. En met vol bedoel ik ook echt vol.
Als je langs zo’n struik in bloei loopt dan zoemt de lucht van opvliegende vliegen en op elke bloem kan je gemakkelijk 15 – 20 wantsen tellen! Eens de bloemen helemaal opengaan, worden ze nog drukker bezocht door allerlei insecten. Werkelijk heel leuk om af en toe eens enkele minuten bij stil te staan en de activiteit gade te slaan 🙂 .
Alles laten staan dan?
Misschien heb jij dan ook de reflex om zoveel mogelijk van zo’n planten te laten staan. Je kan zo veel insecten en dieren helpen in je tuin en in de natuur kan alles zich ook vrij uitzaaien en verspreiden. En onze manier van tuinieren heet uiteindelijk wel natuurlijk tuinieren.
Op zich is er natuurlijk niets mis met paardenbloemen in je tuin voor de bijen, zuring als mijnplant, Engelwortel als gastheer voor vele insecten, brandnetels voor rupsen, dovenetel voor de bijen en ga zo maar door 🙂 .
Het enige probleem is wel dat deze planten na een tijdje je tuin gaan overnemen en er zo steeds minder plaats overblijft om groenten te kweken. Als dat geen probleem is voor jou, laat dan alles maar groeien, bloeien en zich uitzaaien.
Maar ik vind dat een moestuin een combinatie moet zijn van verschillende functies, waarbij het kweken van groenten toch de belangrijkste blijft. Er mogen bloemen in overvloed staan, er mogen struiken en bomen in staan, maar wel steeds in functie van het kweken van groenten.
Bijen, wantsen, natuurlijke vijanden, vlinders hebben uiteraard ook een functie te vervullen, maar je moet toch proberen om een soort van evenwicht te vinden.
Waar uittrekken, waar laten staan?
Maar hoe bepaal je dan wat je waar in welke hoeveelheden laat staan?
Dat is geen eenvoudige beslissing en ook wij maken hier soms nog ‘fouten’. We laten dan van iets te veel staan, laten te veel planten in zaad komen en zich uitzaaien zodat we de jaren daarna nog overal bv. zuring zien opkomen. Een echte fout is dat natuurlijk niet, maar het is wel vaak extra werk. Want het niet uitdoen is geen optie, anders geraakt je tuin overwoekerd.
Soms laten we te weinig staan en moeten we de natuur een handje helpen. Dan leggen we op verschillende plaatsen zaadtakken zodat de jaren erop deze plant terug meer ontkiemt en terug wat prominenter aanwezig is in onze tuin.
Het is vaak wat zoeken en wat je waar laat staan hangt ook af van het belang dat je zelf aan die plant hecht.
Enkele voorbeelden
Zo laten wij alle paardenbloemen langs de randen van de paden staan, maar gaan ze er in het midden uit. Dat het zaad op de bedden terecht komt neem ik er graag bij, ik vind het belangrijker dat de bijen vroeg op het seizoen al nectar vinden. Maar de paardenbloemen die ontkiemen op onze bedden vliegen er onherroepelijk uit! Ook staan er vanachter in de zelfpluktuin gigantisch veel paardenbloemen in het gras, maar dat stoort absoluut niet.
Het driekleurig viooltje laten we ongeveer overal staan, dus ook op de bedden. Maar deze plant zaait zich heel goed uit, dus als er ergens te veel beginnen te staan, dan worden ze verwijderd.
Zo hebben we sommige jaren heel veel viooltjes, als het dan wat te veel wordt, grijpen we in, verwijderen er heel veel en laten de viooltjes hun aantallen terug geleidelijk opbouwen.
De koningskaars is een andere plant die veel verschillende functies vervult en een verrijking is van je moestuin. Deze krijgt ook veel rechten en privileges van ons en blijft bijna altijd staan. Op de hoofdpaden (langs de randen), in de zelfpluktuin en zelfs op de bedden! Als er ergens te veel samen staan worden ze gedund en mogen er één of twee exemplaren doorgroeien.
Onze regels
Om het allemaal wat werkbaar te houden, hebben we voor onszelf toch enkele regels opgesteld:
- Langs de randen van ons domein kan bijna alles wat nuttig is blijven staan: brandnetels, dovenetel, engelwortel, …
- Op de paden mogen er al wat minder soorten blijven staan en dan enkel langs de randen van de hoofdpaden: viooltjes, koningskaars, bernagie, sedum, veldkers, …
- Op de kleinere paden tussen onze bedden blijft er niets staan. Hier gaat alles weg, anders is het niet meer mogelijk om fatsoenlijk aan de bedden te geraken.
- Op de bedden kan soms iets blijven staan, maar dan in kleine hoeveelheden. Ze mogen een beperkte plaats innemen, maar nooit een stuk bed overnemen. We kijken rond of er in de buurt veel van die plant staan en bepalen dan in welke mate hij kan blijven staan.
Zo zullen we nooit een engelwortel op onze bedden laten staan, maar zie je er altijd wel enkele staan als je over onze tuin uitkijkt. Ze staan dan aan een kopkant, op een hoekje in het stro-gedeelte, of op een verloren plek waar er toch geen groenten worden gekweekt.
Goudsbloemen mogen zich op enkele plekken lustig uitzaaien en verspreiden, maar eens ze een vooraf bepaalde grens overschrijden moeten ze eruit 🙂 .
Het moet doenbaar blijven
Ik denk dat het goed is om verschillende soorten planten te laten bloeien en groeien in je tuin, maar dat je toch enkele duidelijke regels moet hebben. Je moet jezelf dus geen schuldgevoel aanpraten omdat je paardenbloemen weghaalt uit je tuin, of omdat je die brandnetels niet graag ziet verschijnen tussen je kolen en sla.
Het is blijft een natuurlijke moestuin, met toch enige nadruk op moestuin.
De natuur moet zeker aanwezig zijn, maar je moet durven ingrijpen en ook de moestuin zijn rechten respecteren!
Patricia says
Goed/ leuk artikel!
Aanzet om de mindset mbt ‘onkruid’ verder te veranderen 🙂
Frank Anrijs says
Dank je wel 🙂 .
Daniël Maegh says
Is bij jullie ook alles later dan andere jaren, de bernagie begint de Oost-Indische kers ook heel langzaam aan, maar de Nieuw-Zeelandse spinazie moet nog beginnen. Zo zijn er nog wel verschillende planten die zich zelf zaaien en die nog altijd niet op komen.
Het is blijkbaar toch wel een apart jaar, als ik me niet vergis?
Frank Anrijs says
De meeste dingen zijn inderdaad veel later als anders. Niets om je ongerust over te maken 🙂 .