Deze kleine beestjes zijn bewoners waarvan we maar een fractie waarnemen en die we helemaal niet goed kennen.
We kunnen ons moeilijk een beeld vormen van de grote aantallen bodembewoners in onze tuin. In een cursus van Natuurpunt ‘insecten in de tuin’ lees ik dat er 50.000 insecten voorkomen op 1 m² in de bovenste 23 cm van een grasland. In 1 m³ grond zitten vaak 50 tot 100 regenwormen. Goede grond bevat ongeveer 75 miljoen bacteriën per gram.
Onderzoekers (Struyf 1998) stelden vast dat onder 1 voetstap in de tuin de volgende populatie zit:
- 13.000.000 ééncellingen
- 25.000 aaltjes
- 2.500 mijten
- 1.000 springstaarten
- 600 raderdiertje
- 250 kleine borstelwormen
- 4 miljoenpoten
- 2 regenwormen
- 1 slak 1 pissebed
- 1 duizendpoot
- 1 spin
Al deze ongewervelden vertegenwoordigen een grote biomassa. Hun hoge graad van specialisatie in het benutten van voedselbronnen, in hun levenswijze, en hun grote aantallen maken dat ze een zeer belangrijke rol spelen in de tuin.
1 zwaluw = 4320 insecten/dag
Zo vangt één zwaluw per dag gemiddeld 4.320 insecten met een totaalgewicht van 17,5 gram per dag. Dit is maar 1 voorbeeld om aan te tonen dat insecten een heel belangrijke rol spelen in de voedselketen.
Daarnaast spelen ze een belangrijke rol in de afbraak van plantenresten, dood hout, e.d.. Zo zorgen ze voor de humusvorming en voor een goede bodemstructuur. Ze zorgen ook voor de verspreiding van schimmels die ook een belangrijke rol spelen bij afbraak en bodemstructuur.
Deze onzichtbare groep vormt zo een onderdeel van allerlei kringlopen die essentieel zijn voor het natuurlijk evenwicht: veel ongewervelden zijn immers roofinsecten. Een andere belangrijke rol, die door de insecten ingevuld wordt, is de bestuiving.
Niet alleen bijen maar ook hommels, vlinders, vliegen en kevers zijn onmisbaar voor de bestuiving van bloemen van allerlei bomen en planten, ook van groenten. Het is niet altijd duidelijk welke insecten voor welke bestuiving verantwoordelijk zijn maar hoe groter de diversiteit, hoe beter deze functie wordt ingevuld.
Ongewervelden zijn ook een goede voedselbron voor vogels, zoogdieren, amfibieën, ongewervelden en de mens.
Nuttig en Schadelijk
Mensen hebben de insecten opgedeeld in nuttige en schadelijke insecten. Eigenlijk heeft dit alleen te maken met ons eng menselijk standpunt dat bovendien slechts over een beperkte kennis beschikt. Vaak weten we niet wat de functie is van bepaalde insecten maar we kunnen ervan uitgaan dat elk insect zijn eigen, nuttige functie heeft, ook al kennen we die niet.
De taak van parasieten is het opruimen van zwakke planten. Hoe sterker onze planten, hoe minder last ze hebben van parasieten of schadelijke insecten. Ook het aanplanten in combinatieteelt zorgt ervoor dat schadelijke insecten zich minder snel verspreiden omdat ze niet zo’n massaal aanbod van dezelfde planten vinden.
De planten die in een gezonde grond groeien, die niet ‘verrijkt’ wordt met kunstmest, krijgen ook een veel ruimer aanbod aan voedingsstoffen van deze grond dan enkel de drie grote groeielementen (stikstof, fosfor, kalium). Daardoor zijn de planten ook sterker, kunnen beter hun verdediging uitbouwen en worden minder bezocht door schadelijke insecten.
Als er toch veel aantasting is moet je jezelf als tuinder vragen stellen: wat hapert er? Staan er teveel planten van dezelfde soort, is er iets mis met de bodem, staan ze niet in de juiste bodem, … Het betekent immers dat de plant wordt opgeruimd.
Echt Lastige Bewoners?
Toch zijn er ‘lastige’ bewoners zoals de wespen. Er bestaan vele soorten wespen maar alleen de sociale wespen zorgen voor ergernis. In het voorjaar leven de werksters van stuifmeel, nectar en van de suikerrijke vloeistof die de larven afscheiden. Omdat er in de nazomer niet veel larven meer zijn, gaan de werksters op zoek naar ander zoet en komen zo bv. op onze frisdrank af. Maar alleen als ze bedreigd worden zullen ze steken. Sla er dus niet naar en bedenk dat ze heel veel nuttig werk verrichten in de tuin.
De werksters zijn nl. de gehele dag bezig met het voeden van de larven met insecten. Ze ruimen andere insecten op zoals vliegen en muggen. Uit een onderzoek is gebleken dat een staat van 350 wespen in 6 uur tijd ongeveer 2500 vliegen en 650 langpoot– en steekmuggen verzamelde. Ook solitaire bijen zijn een vaak miskende groep.
Solitaire bijen behoren tot de groep van de bijen maar leven alleen, niet in groep. Ze brengen, net als andere bijen, hun jongen groot met stuifmeel en nectar. Het zijn dus allemaal bloembezoekers en dus bevruchters. Er zijn veel verschillende soorten solitaire bijen maar allemaal hebben ze bloemen nodig van het voorjaar tot in de herfst.
Solitaire bijen zijn niet agressief en steken enkel als ze in het nauw gedreven worden, maar ze zoeken de mensen niet op en ze worden ook niet aangetrokken door zoetigheid zoals de wespen. Muren van leem of met kalkcement bieden een goede woonplaats aan soliaire bijen, ook blokjes hout met gangetjes van verschillende diameter kunnen helpen solitaire bijen aan te trekken in je tuin.
In een kruidenspiraal bouwen ze zelf hun woning tussen de spleten van de stenen. Er zijn vele verschillende soorten die elk op hun manier leven en een eigen woningtype gebruiken. Een grote diversiteit aan bloeiende planten trekt solitaire bijen aan die vast ook wel zelf hun nest zullen maken.
Deze tekst is eerder verschenen in ‘De Sapstroom’, een trimestrieel contactblad van Yggdrasil. Meer informatie vindt u hier: Een didactische-ecologische ontmoetingsplaats.
Volgende Stap?
Schrijf u in voor email updates, zo wordt u automatisch op de hoogte gehouden van elk nieuw bericht!
Geef een reactie