[mashshare]
Op Yggdrasil zijn we dit jaar bezig met het voorbereiden van een lesgeverscursus. Met enkele mensen die we al kennen, hebben we een kleine groep opgericht en doorlopen we samen een volledige jaarcursus. We geven elkaar les en via webinars, tuinbezoeken, presentaties, …. maken we elkaar slimmer en beter in het geven van lezingen.
Afgelopen woensdag hadden we terug een bijeenkomst, en ik heb toch weer een paar interessante dingen geleerd en gezien 🙂 . Zo begeleidde Marc Van Hummelen de voormiddag en hield hij pleidooi voor een meer volledige manier van ontwerpen in permacultuur.
Hij heeft wel vaker goede ideeën en ook deze keer heb ik mijn idee over de ontwerpfase wat moeten bijstellen.
Theoretisch, wetenschappelijk, koud
Als je een boek over permacultuur leest, krijgt de ontwerpfase veel meer aandacht dan een doorsnee moestuinboek. Het juist ontwerpen van je (moes)tuin is dan ook een cruciale stap en één die je niet overhaast moet zetten.
Observeren vraagt tijd, ervaring en geduld. En is ook een continu proces.
Het is niet omdat je tuin is aangelegd en je begonnen bent, dat je stopt met observeren! Dan begint het pas.
Je tuin is constant in evolutie, en je gaat dus ook constant moeten bijsturen. Maar observeren is juist heel plezant en kan zelfs vanuit je hangmat 🙂 !
Tips worden er in deze boeken in overvloed gegeven: kijken naar de windrichtingen, inval van de zon bepalen, lengte van de schaduwen, tochtgaten ontdekken, vastleggen van bestaande structuren, manieren om de helling van je terrein te bepalen, de samenstelling van je grond, …
Ik kan zo nog wel enige tijd doorgaan.
Allemaal heel belangrijke dingen om te weten en vast te leggen over je tuin. De technische kant van het ontwerpen komt altijd heel uitgebreid aan bod, maar er is ook nog een heel andere kant aan ontwerpen.
Gevoel, intuïtie, warm
Ikzelf ben vooral wetenschappelijk onderricht en ga ook altijd eerst observeren vanuit eenvoudig meetbare, wetenschappelijke en meest voor de hand liggende criteria.
Maar je kan naast de windrichtingen, stand van de zon en allerlei meetapparatuur ook nog gebruik maken van je zintuigen. Alle 5 zintuigen ga je meestal niet gebruiken in je ontwerpfase. Zeker 1, misschien 2, maar – bijna – niemand gebruikt ze alle 5:
- Zien
- Horen
- Voelen
- Proeven
- Ruiken
Zien is de meestgebruikte en zal ook jij standaard gebruiken. Je kijkt immers naar je stuk grond en de omgeving, dat is een evidentie.
Het tweede zintuig dat nog redelijk veel gebruikt zal worden is horen. Geluid(overlast) is alom tegenwoordig, denk maar aan een snelweg in de buurt of een drukke baan. Veel mensen zullen ook hun gehoor gebruiken om hun ontwerp aan te passen aan hun noden en wensen.
Maar hier stopt het meestal.
Wie heeft er voor het ontwerpen van zijn tuin ooit al eens een blinddoek aan gedaan en een koptelefoon opgezet om ook zijn andere zintuigen in te zetten bij het ontwerpen?
Want ook geur kan ongelooflijk belangrijk zijn, net als tast. Wanneer je enkele zintuigen uitschakelt, gaan de andere versterkt worden en ga je veel meer waarnemen. Zeker als je deze oefening enkele malen herhaalt, wat eigenlijk een training is van deze minder gebruikte zintuigen.
6de zintuig?
Marc wou naast deze 5 zintuigen ook nog intuïtie toevoegen, uw buikgevoel. Wij gebruiken bij het ontwerpen alleen ons hoofd, onze hersenen, maar zouden eigenlijk ook ons hart moeten volgen.
Niet enkel alles wat logisch en rechtlijnig is, maar ook dingen die je aanvoelt, dingen waar je je goed bij voelt, moet je gebruiken in je ontwerp. Zelfs als je niet direct een reden ervoor kan verzinnen of een logische verklaring voor hebt.
Je mag/moet je gevoel volgen, je mag zeker meer op je buikgevoel afgaan in je tuin 🙂 .
Volgende Stap?
Schrijf u in voor email updates, zo wordt u automatisch op de hoogte gehouden van elk nieuw bericht!
Barbara says
Hallo lesgever Frank,
We hebben je al lang niet meer op de cursus die je geeft, gehoord. Er wachten inmiddels al heel wat vragen van je cursisten op je antwoord. Kunnen we je binnenkort weer terug verwachten?
groetjes,
cursist Barbara