Spinnen vallen vooral op in de herfst. Ze worden meestal beschouwd als enge beesten ofwel omdat het niet aangenaam is als je tegen hun web aanloopt of omdat ze hun web binnenshuis durven maken. Het zijn geen insecten omdat ze geen vleugels hebben, slechts enkelvoudige ogen en vooral omdat ze 4 paar poten hebben en geen 3 paar. Ze hebben een uitwendige spijsvertering d.w.z. dat ze de insecten die ze vangen niet rauw opeten maar eerst een gif inspuiten dat uit enzymen bestaat die het insect verteren. Daarna zuigen ze het insect leeg.
Vele spinnen helpen
Er bestaan 45.000 soorten spinnen, waarvan 550 soorten in Nederland. Spinnen komen overal voor behalve op de zeeën. Ze leven van insecten. Dankzij de spinnen wordt het insectenbestand onder controle gehouden. Men heeft voor een bepaalde groep spinnen berekend dat ze per hectare op één jaar tijd een totaal gewicht van 180 kg insecten verorberden.
Niet alleen in huis maar ook in de tuin kan je ze overal vinden. Op de bodem tussen het gras en het strooisel leven de wolfspinnen. Het zijn spinnen die geen web maken maar actief op jacht gaan. Langs de hagen, in hoger gras en in bomen vinden we de hangmatspinnen. Het zijn spinnen die merendeels niet groter zijn dan 2 mm. Zij maken horizontale netten met eronder en erboven kriskras gespannen draden. In bomen zijn daarnaast nog andere webmakende spinnen te vinden zoals de kogelspinnen. Deze maken warrige webben om insecten te vangen.
De meest bekende spinnen zijn echter de wielwebspinnen waartoe de kruisspin behoort. Ook in de bloesems van de bomen en in de bloemen in het gras leven spinnen, nl. de krabspinnen. Zij maken geen web maar wachten hun prooi op in het hart van de bloem. Hierbij kunnen sommige groepen hun kleur aanpassen aan de kleur van de bloem. Spinnen kunnen een levenscyclus hebben van 2 jaar.
Ze zijn ook in staat zich overal te verspreiden. Een spinnetje dat op reis wil gaan, gaat op een open plek zitten, steekt zijn achterlijf omhoog en begint een lange draad te spinnen. Eens de draad lang genoeg, laten ze de ondergrond los en laten zich meedrijven op de wind, soms tot zeer grote hoogten.
Verniel geen web
Wij kunnen gefascineerd kijken naar een bedauwd spinnenweb maar voor de spin is dat minder aangenaam. Door de dauw wordt haar web namelijk zichtbaar, ook voor haar prooi. Het maken van zo’n web gebeurt met spinsel dat de spin zelf produceert met spinselklieren die bij het achterlijf liggen. Als dit web vernield wordt door een vogel, een passerend dier of jij en ik dan is de spin vaak te dode opgeschreven. Ze kan dan immers geen prooidieren meer vangen voor ze een ander web heeft gemaakt. Dit vergt echter veel van haar lichaam en het betekent dan ook vaak de hongerdood.
Meer spinnen in de lente
Bovendien hebben ook spinnen hun natuurlijke vijanden, zodat er tegen de herfst al heel wat minder spinnen zijn dan in het voorjaar. Toch denken we meestal dat er in de herfst meer spinnen zijn dan in de lente. Dit is alleen maar schijn. De spinnen in de herfst zijn wel heel wat dikker en door de dauw valt hun web ook veel beter op. De kruisspinnen overleven de winter bijna nooit. In het voorjaar komt er een nieuwe generatie uit. Die zijn dan heel talrijk maar nog klein zodat we ze nauwelijks opmerken.
Spinnen verwelkomen
Ook spinnen hebben dus een belangrijke functie in onze tuin en spelen hun rol in het geheel. Wees blij als je er tegenkomt, klop ze zeker niet dood en verniel liefst ook hun web niet.
Sophie says
Dag Frank
Wanneer je spin van binnenshuis verplaats naar buiten hebben ze dan kans om te overleven?
Ik vang binnen de spinnen en zet ze dan buiten.