[mashshare]
In het voorjaar is het in onze buurt heel moeilijk om met de auto rond te rijden zonder achter een tractor te belanden met een ploeg achter. Op een gegeven moment moet alles in orde gebracht worden en trekt de boer de ploeg door het land om de grond open te breken.
Een bijkomende reden voor boeren om een grasland open te scheuren of een veld om te ploegen, is dat er extra mineralen (= voedingsstoffen) vrijkomen voor de gewassen.
Dit proces gaat als volgt te werk: bij het spitten, frezen of ploegen start je met een bodem met een massieve structuur die je door deze activiteiten verbrokkelt in allemaal fijnere stukken. Door deze verkruimeling van de bodem komt er veel extra oppervlakte vrij voor bacteriën. Ze zetten zich vast op dit oppervlak en kunnen zo beter aan de organische stof die opgeslagen zit in de bodem.
Doordat de grond opgetild en losser wordt gemaakt, komt er ook extra zuurstof beschikbaar. De combinatie van deze 2 elementen, organisch materiaal en zuurstof, zorgt ervoor dat de bacteriën zich perfect in hun element voelen. Ze gaan alles vinden wat ze nodig hebben en zullen zich heel snel vermenigvuldigen. Hierbij wordt heel veel organisch materiaal gebruikt.
Tijdens het omzetten van dit organisch materiaal komen er ook mineralen vrij die de bodembacteriën en het andere bodemleven niet gebruiken en deze zijn dan beschikbaar voor de planten.
Zo krijg je een extra boost aan ‘meststoffen’ die zomaar vrijkomen na het bewerken van de bodem.
Vermindering organisch materiaal
Dat verhaal lijkt uiteraard weer positief, maar ook hier zijn er weer allerlei bezwaren en problemen. Eén probleem komt pas na een lange tijd aan de oppervlakte en dat is dat het bodemleven in een versneld tempo het organisch materiaal in je bodem opgebruikt. En eens het grootste gedeelte van je organisch materiaal weg is, verdwijnt ook je bodemleven en daarmee ook alle goede eigenschappen van een goede bodem.
Maar dit effect valt niet zo op omdat het zich slechts langzaam voltrekt. Pas na geruime tijd merk je dat je bodem steeds harder wordt en sneller verslempt, dat je planten minder goed groeien en gevoeliger worden voor plagen en ziektes. Maar het verband met een tekort aan organisch materiaal en dus aan bodemleven wordt bijna nooit gelegd. Men gaat dan voor de snelle – en tijdelijke – oplossing van bestrijdingsmiddelen en meststoffen.
Slechte timing en uitspoeling
Een ander nadeel aan deze verhoogde activiteit van de bodembacteriën is de timing. Afhankelijk van je bodem moet je in het najaar (kleigrond) of in het voorjaar (zandgrond) spitten.
Als je in het najaar spit dan ben je het voordeel van deze extra vrijstelling helemaal verloren. De mineralen gaan uitspoelen en verdwijnen uit je bodem. Maar wanneer je in het voorjaar gaat spitten, is het effect niet veel beter.
Heel veel tuinders staan in februari al te popelen om eraan te beginnen, de spitvork staat mooi blinkend klaar in het tuinhok. Maar wanneer je in februari – maart al je tuin gaat omspitten, krijg je enkele weken later al het effect van die extra voedingsstoffen! En ook dat is volledig verkeerd getimed. Begin april is er nog nauwelijks iets geplant of gezaaid en is het ook veel te koud voor planten om al volop te groeien. Laat staan dat de wortels van de weinige planten die eventueel al zo vroeg aanwezig zijn al voldoende groot en breed ontwikkeld zijn om de vrijkomende voedingsstoffen op te vangen.
Dus ook hier geldt weer: de voedingsstoffen worden te vroeg vrijgesteld en zullen – bijna – allemaal uitspoelen.
Piek komt te vroeg
Uit een onderzoek uit de landbouw komt dit naar voren:
De bodem wordt geploegd in het voorjaar, en enkele weken later wordt er ingezaaid of geplant. Je ziet op de grafiek dat er in de maand mei een sterk verhoogde activiteit is van het bodemleven, wat betekent dat er tijdens die piek veel voedingsstoffen vrijkomen.
Maar je moet in het voorjaar maar eens rondkijken op de velden, in mei staat er nog niet echt heel veel boven. Aardappelen zitten nog in de grond, mais staat misschien een beetje boven en de bieten komen ook juist piepen. Maar alle planten zijn nog veel te klein om al veel voedingsstoffen op te nemen.
Eens de planten echt aan de groei zijn, in de maand juni – begin juli, stuikt het bodemleven in elkaar en stopt de vrijzetting van mineralen. Ook tijdens het afrijpen, wanneer de planten veel voedingsstoffen nodig hebben is er maar weinig bodemactiviteit. De planten kunnen hun mineralen dus niet uit de bodem halen, en de boer is genoodzaakt om meststoffen bij te geven.
Hoe gaat het in de natuur?
In de natuur gaat het bodemleven vertragen in het najaar, maar stilvallen doet het nooit. Het bodemleven blijft actief, al is dat op een veel lager niveau dan tijdens het voorjaar en de zomer. Geleidelijk aan, samen met het opwarmen van de bodem, wordt de activiteit van het bodemleven groter en beginnen ze hun populatie terug op te bouwen.
In tegenstelling tot bij het ploegen, gebeurt dit zeer geleidelijk en ook iets later op het seizoen. De relatieve piek wordt bereikt tegen begin juni, wanneer de planten stilaan op hun maximumgroeisnelheid komen. Er is dan al een serieus gewas en ook ondergronds hebben de wortels zich al goed kunnen vestigen. De mineralen die door het bodemleven worden vrijgezet worden dankbaar aanvaard en opgenomen door de groeiende planten.
Er is geen uitspoeling, het bodemleven werkt samen met de plantenwortels om de afgifte en uitwisseling perfect op elkaar af te stemmen.
Maar het stopt niet bij die piek. Heel de zomer door, tot een flink stuk in september ligt de activiteit van het bodemleven hoger en worden er dus meer voedingsstoffen vrijgezet. Je planten kunnen zo veel gelijkmatiger groeien, hebben geen tekorten en geraken niet in stress. En het is juist een gestresseerde plant die verzwakt en een hapje wordt voor plagen en ziektes.
Laat de natuur met rust
Weeral toont dit aan dat niets doen, de natuur gewoon zijn gang laten gaan, veel beter werkt. Spitten heeft overduidelijk een negatief effect, misschien niet op de korte termijn maar wel heel zeker op de lange duur. En uiteindelijk willen we lang in onze tuin blijven werken dus …
Volgende Stap?
Schrijf u in voor email updates, zo wordt u automatisch op de hoogte gehouden van elk nieuw bericht!
Simon Kranenburg says
Een geweldig stuk Frank.
Ik ben net een boek (Bodemvruchtbaarheid; een zaak van biologisch denken) aan het lezen van dr. Hans Peter Rusch (vertaling 2014, van Peter Vanhoof), dit sluit er fantastisch bij aan.
Toen ik vandaag zat te lezen, wilde ik in het boek even terug kijken naar de grafieken, toen ik ze in het boek niet vond, bedacht ik dat ze een dag eerder van jou had gekregen. Geweldig.
Simon.
Frank Anrijs says
Dank je wel :-), ook bedankt voor de boeksuggestie!
Daniël Maegh says
Hallo Frank,
Een fijne tekst, daar moet over nagedacht worden.
Nu nog een ander vraagje, ik heb zoveel muggen dit jaar. Niet dat ik meer water in de omgeving heb dan vroeger. Ik kan echt niet werken in de tuin.
Wat zou de achter liggende reden zijn.
Frank Anrijs says
Ik weet niet wat de oorzaak hiervoor is, maar het is wel zo dat het al een periode warm en vochtig is, een ideale kweekbodem voor muggen …
Geert says
Beste Frank,
Even iets heel anders,
Ik heb vorig jaar fantastisch mooie en lekkere zoete aardbeien gehad, (Korona)
Ik heb de planten gewoon laten staan, ook de uitlopers heb ik eraan laten zitten. In de herfst heb ik nog wat lavagruis en lavameel en wat houtsnippers uitgestrooid.
Dit jaar heb ik weer heel veel mooie aardbeien, prachtig donkerrood van kleur zowel van binnen als van buiten, maar de smaak?????? Er is totaal geen zoet te bespeuren, ook zijn ze wat harder van structuur, ze zijn echt niet lekker.
Wat zou hiervan de oorzaak kunnen zijn?
Groeten, Geert.
Frank Anrijs says
Bij ons bevatten de eerste kersen en de kruiden veel minder smaak. Ik vermoed dat het door de vele regen en weinig zon is waardoor de planten veel water opzuigen en dus procentueel veel water bevatten en weinig suikers en mineralen.