Padden, als je ze tegenkomt in de tuin is het meestal een verrassing, vaak niet zo aangenaam. Je hebt ze niet bemerkt maar je voelt ze als je met de handen onkruid uittrekt of iets tegen de grond oogst. Padden zijn immers schemerdieren die zich overdag meestal schuil houden onder planten. Soms graven ze zich oppervlakkig onder in de losse grond.
De gewone pad
De pad die we in onze tuin vinden is meestal de ‘gewone pad’ (Bufo bufo).
Het is een tamelijk grote en plompe amfibie, bruinachtig, met een wrattige huid en gezwollen klieren achter de kop. De poten zijn kort en stevig. Ze heeft goudbruine ogen met een horizontale pupil.
Padden zijn koudbloedige dieren, d.w.z. dat hun temperatuur ongeveer overeenkomt met de omgevingstemperatuur. Daarom gaan ze zonnen om hun temperatuur op te drijven, maar wanneer het te warm wordt gaat hun huid verbranden. Op het heetst van de dag zoeken ze dan ook de schaduw op. Hun huid is immers waterdoorlaatbaar, waardoor er constant water verdampt. Ze ademen ook door de huid.
Voortplanting en levenscyclus
Tussen eind februari en half april trekken ze massaal naar hun voortplantingsplaats, de poel of ander diep, stilstaand water waar ze zelf geboren zijn. De gewone pad heeft een ruim terrein en trekt soms kilometers ver. Dit en het feit dat ze traag vooruitgaan maakt dat padden een groot risico lopen om overreden te worden. Padden hebben korte achterpoten in tegenstelling tot kikkers die lange achterpoten hebben. Daardoor gaan padden ook niet springen maar lopen.
Ze doen er meer dan 15 minuten over om een weg van 7 m breed over te steken. Bovendien verstarren ze bij lawaai of bij verstoring door licht van autolampen. Ze staan dan ook aan de top van de slachtoffers.
Na de winterslaap zijn de mannetjes meestal erg vermagerd, maar de vrouwtjes zijn dik van de eitjes. Het mannetje klampt zich vast op de rug van het vrouwtje tot het eileggen afgewerkt is. Het vrouwtje duldt hem dan ook niet langer. Wanneer het vrouwtje gaat persen neemt ze een ‘signaalhouding’ aan als sein voor het mannetje. Rond de eieren zit een gelei die enkel doordringbaar is met zaad voordat de gelei water heeft opgenomen. Het moet dus heel synchroon gebeuren. Het vrouwtje perst 2 eisnoeren tegelijk uit haar lijf en het sperma van het mannetje vloeit erover om ze te bevruchten. Omwille van de uitwendige bevruchting zijn vaak niet alle eitjes bevrucht. Daarna zwemmen de padden even rond om de eisnoeren rond de planten vast te hangen. Elk vrouwtje legt meerdere snoeren die elk 2.000 tot 6.000 eitjes bevatten.
Daarna gaan de padden meteen weer aan land. Enkel de eitjes en de larven zijn gebonden aan het water. Een vorstperiode is voor de eitjes geen probleem, die kunnen ze overleven. In het water zijn de kikkervisjes voedsel voor heel wat insecten zoals de waterschorpioen, en de larven van libellen.
Ruim één week na de bevruchting komen de larven uit het eitje en veranderen in een klein padje van 1 cm lang dat aan land gaat en verder groeit.
‘s Winters gaan ze in de strooisellaag of op vochtige, beschutte plaatsen in winterslaap. Hun lichaam beweegt bijna niet, hun hartslag wordt drastisch minder en zo verliezen ze weinig energie.
Na vier jaar zijn ze geslachtsrijp en trekken ze naar de poel van hun geboorte. Een pad heeft een levensduur van 7 tot 10 jaar.
Voedsel
De larven eten zowel plantaardig als dierlijk voedsel. Padden kunnen naast het gewone licht ook ultraviolet en infrarood licht waarnemen. Ze gaan vooral ‘s avonds en ‘s nachts op jacht.
Ze eten uitsluitend levende prooidieren. Ze eten alle kleine, bewegende dieren zoals mieren, kevers, spinnen, duizendpoten, bijen, wespen, … Ze pakken ze met hun snelle, uitklapbare tong.
Grotere dieren zoals regenwormen worden met de kaken gevat en dan met de poten in de mond geduwd.
Uit een Amerikaans onderzoek naar de Amerikaanse pad die vergelijkbaar is met onze gewone pad blijkt dat een pad in 3 maanden tijd ongeveer 11.000 ongewervelden eet.
Door hun grote bek kunnen ze ook dieren eten die niet veel kleiner zijn dan zijzelf en ze slikken alles ineens door. Zo eten zij ook grote naaktslakken, uit het nest gevallen vogels en muizen.
Padden zijn niet zo gegeerd als voedsel, ze smaken immers nogal bitter. Ze scheiden als verdediging een giftige stof af uit hun huid die erg irriterend werkt op de slijmvliezen. Egels zijn er immuun voor.
Open water?
Je hoeft geen open water in je tuin te hebben om padden aan te trekken. Ze hebben het water enkel nodig voor de voortplanting maar leven daarna ver verspreid. De tuin moet wel toegankelijk zijn. Als je open water hebt, dan verschijnen er na een aantal jaren ook eisnoeren en dat is weer iets om naar uit te kijken in de lente. Bovendien is de pad behulpzaam om het evenwicht in de tuin te behouden.
Alwina Vreden-Clarke says
Heel interessant artikel weer Frank! Bedankt!
Groet, Alwina
berry says
Leuk, ik herkende mijn tuin in het verhaal.
Muriel Vanderbauwhede says
Ik hou heel erg van padden, maar nu mis ik ze. Ik heb een volledig ingesloten brand-new stads-permatuinje. De vogels komen er (nog) niet echt in want de Scheldebermen vlakbij zijn uiteraard veel boeiender. Hoe geraak in aan een koppel padden?
Yarí says
Ik ben dol op de padden in mijn tuin, zou er veel meer willen gezien de naaktslakken die ook dol zijn op de vele schuilplekken in de stapelmuurtjes. Af en toe tref ik een pad als ik bezig ben in de tuin, dan heb ik de gelegenheid dit dier weer eens aandachtig te bekijken. En al een paar jaar wonen er een paar padden op 2 vaste verschillende plekken. Vraag me dan af of dit dezelfde zijn en dus op leeftijd raken.
Zoals duidelijk mag zijn, ik hou van de padden die hier willen wonen.
Elvira Meulkens says
Dank u Frank voor de mooie uitleg over de pad. Nu weet ik gedeeldelijk het verschil tussen pad en kikker. Kun je ook eens dezelfde uitleg geven over de graskikker(Grasfrosch), deze is niet grasgroen maar bruin.We hebben hier 3 graskikker, de derde die we gered hebben zou een jaar oud geweest zijn. Meer weten we niet en wikipedia geeft ook niet veel uitleg. We dachten eerst dat het een veen (moor/torf)kikker was. De derde bruine kikker zou een “Laubfrosch” = boomkikker “nl-de woordenboek. Je mag me ook een boek voorslagen, maar uwe uitleg over de pad is al heel duidelijk. Fijne dag nog, Elvira
Denise says
Helemaal geen vies beest, ik vind ze schattig 🙂 Onze tuin is volledig ommuurd, dus niet toegankelijk. Toch zijn er veel padden, voornamelijk in en achter de composthopen.
Standaert Dora says
Ben ook dol op padden. Er woont er een al jaren in onze serre.
Ze was maar een paar cm toen we ze voor het eerst opmerkten. Ondertussen is ze flink groter geworden, zes cm ongeveer. Ze huist onder de regenton waarrond varens groeien en het een vochtige omgeving is. Ik denk dat ze al wel 10 jaar moet zijn. In onze buurt zijn geen waterplassen of vijvertjes. Weet niet of ze ooit soortgenoten ontmoet.
Tony Vandemaele-Karlijn Vandervennet says
Hier is een oude rotte berk omgevallen door de regen gisteren. Onderaan in de stam zit een hele nest dikke padden. Welke soorten zijn er in België ? Bestaat er ergens een fotolijst ?
Nota wij hebben een heel wilde tuin, genre bos.