Tip 1: Niet Spitten
Niet spitten klinkt heel raar als advies voor een moestuin. Het zit immers bij iedereen ingebakken dat er moet gespit worden om de grond los te maken, om de bodemstructuur te verbeteren.
Maar niets is minder waar: niet spitten zorgt ervoor dat uw bodemleven intact blijft en het is juist het bodemleven dat zorgt voor de structuur, niet het spitten!
Spitten heeft juist het omgekeerde effect op de bodem. De bodemstructuur, het bodemleven en het gehalte organische stof in de bodem gaat jaar na jaar naar beneden en de bodem verarmt, verliest structuur en het bodemleven verdwijnt.
Juist hierdoor, juist omdat je het bodemleven vernielt en het hen onmogelijk maakt om de structuur terug op te bouwen, juist daarom moet je elk jaar spitten.
Spit enkele jaren niet en de ideale bodemstructuur volgt vanzelf 🙂
Je vindt het misschien moeilijk om te geloven en ik weet dat er direct veel argumenten naar boven komen om toch te spitten, maar ik verzeker je: elk argument vóór spitten kan eenvoudig weerlegd worden.
Een voorbeeld om het verschil in grondstructuur en kwaliteit visueel aan te tonen tussen gespitte en niet gespitte grond is de volgende video over de Slake-test en de doorlaatbaarheidstest:
Tip 2: Verrijk de bodem met organisch materiaal
In de Natuurlijke Moestuin staat zorg voor de bodem centraal. Alles vertrekt immers vanuit een gezonde bodem in ideale conditie. Het gehalte organische stof (planten, plantenresten, bodemleven, compost, humus, …) heeft een grote invloed op het bodemleven en de fysieke eigenschappen van de bodem.
Organisch materiaal is voedsel voor het bodemleven. Zonder een hoog gehalte organische stof hebben de micro-organismen in de bodem geen eten. Nochtans zijn het deze micro-organismen die verantwoordelijk zijn voor het opbouwen van een goede bodemstructuur, het vasthouden en vrijzetten van meststoffen, het onderdrukken van plagen, een goede doorlaatbaarheid van de bodem …
Het stimuleren van het bodemleven zorgt ervoor dat jouw bodem een grote diversiteit krijgt en als gevolg hiervan krijgt jouw tuin een stevige basis waarop verder kan gebouwd worden.
Breng dus op alle mogelijke manieren extra organisch materiaal aan: mulch met compost, stro, hooi, bladeren, houtsnippers, oogstresten, bladeren van mulchplanten zoals smeerwortel … Ook hier geldt weer: een grotere verscheidenheid aan bronnen van organisch materiaal creëert een grotere diversiteit aan bodemleven!
Je moet dit organische materiaal trouwens niet inwerken: laat de natuur zijn werk zelf doen, ze is er perfect voor uitgerust.
Tip3: Tuinieren betekent regelmatig werken, start dus niet overmoedig!
Laat je niets wijsmaken: tuinieren is – in het begin – niet gemakkelijk en vraagt tijd en energie.
Begin daarom niet met teveel ineens aan te pakken. Het voorbereiden is meestal eenvoudig. Het is pas wanneer het onkruid begint te groeien, de erwten moeten geplukt worden, de sla geoogst en de tomaten gediefd dat je merkt dat je handen tekort komt.
Gevolg hiervan is dat tuinieren niet meer zo leuk is omdat je steeds meer achter geraakt met het werk en dat demotiveert. En tuinieren moet ten alle tijden leuk blijven!
Een oplossing hiervoor is kleinschalig beginnen zodat het stuk dat je gebruikt goed onderhouden is. Hierdoor ga je toch al opbrengsten en kleine – en grote – successen hebben. De jaren daarna kan je telkens een stukje uitbreiden, tot de volledige tuin bewerkt wordt zonder al te grote problemen.
Ondertussen heb je door de vele praktijk immers ervaring en kennis opgebouwd en verloopt alles veel vlotter.
En omdat je op de juiste manier tuiniert, kan je het zware werk achterwege laten en krijg je hulp van de natuur. Hierdoor komt er tijd vrij om ook te genieten van je tuin.
Tip 4: Kijk naar de natuur, denk na, doe daarna pas!
De natuur heeft miljoenen jaren de tijd gehad om met processen en systemen te experimenteren en ze op punt te zetten. De samenwerkingsverbanden tussen verschillende dieren en planten zijn bijzonder complex en niet altijd op 1-2-3 te achterhalen.
Ook moet je het wiel niet heruitvinden. Voor veel dingen die een probleem vormen in de tuin of veel werk vereisen heeft de natuur een oplossing.
Verbetering van de bodemstructuur? Spitten is onze oplossing, maar de natuur zet miljoenen ondergrondse helpers in.
Voorzien in meststoffen? Strooi lavameel of/en -gruis en je hebt voor vele jaren voldoende meststoffen (inclusief sporenelementen) voor uw planten. Het bodemleven zet dit gesteentemeel om in mineralen die opneembaar zijn voor de planten.
Bestrijden van onkruid? In de natuur worden open plaatsen zo snel mogelijk bedekt door pioniersplanten. Enkel plaatsen waar al iets staat of waar veel organisch plantmateriaal ligt groeit er niet snel iets nieuws: constante bodembedekking is de boodschap.
Bestrijden van plaaginsecten? De gemakkelijkste oplossing is naar de gifspuit grijpen. Maar hiermee wordt heel het natuurlijke evenwicht verstoord en komen plagen steeds meer voor en zijn ze ook steeds moeilijker te bestrijden. Laat de natuur zijn gang gaan en er zal een evenwicht ontstaan waardoor de schade door plaaginsecten minimaal is.
Wanneer je iets wilt veranderen in de tuin, of wanneer je met een probleem zit, wend je dan tot de natuur en bekijk hoe het daar wordt aangepakt. Verbazingwekkend veel problemen zijn al opgelost door de natuur. En de natuur zal je zeer gewillig helpen.
Tip 5: Trek je niets aan van wat anderen zeggen: je volgt het juiste pad
Wanneer je begint met moestuinieren op een natuurlijke manier, krijg je zeker opmerkingen, vragen en commentaar van familie, vrienden en buren.
Mensen die niet veel weten over de achtergrond van bodemstructuur, bodemleven, samenwerking in de natuur … vinden het heel raar, misschien zelfs onnozel dat je denkt iets te kunnen kweken zonder te spitten. Ze zijn er van overtuigd dat alles gaat overwoekerd worden door onkruid, dat er nauwelijks iets zal te oogsten zijn omdat alles ten onder gaat aan luizen en rupsen.
Verder snappen ze al helemaal niet waarom al die troep – stro, bladeren, oogstresten – op de grond ligt.
‘Kuis uw tuin eens op, wat een wanordelijke rommelboel’ zie je ze gewoon denken.
Laat je niet beïnvloeden door deze mensen, wij hebben al bewezen in Yggdrasil dat het wel degelijk werkt, dat het minder arbeid kost en dat er geen problemen ontstaan met plaaginsecten en onkruid.
Het enige waar je wel mee moet leren leven is de extra vrije tijd die je krijgt omdat de tuin, na enkele jaren, veel minder werk vraagt!
En indien je overtuigd bent van de voordelen van jouw – en onze – manier van tuinieren, waarom probeer je ze dan niet te overtuigen? Geef ze desnoods de link naar mijn website.
Tip 6: Mulchen is essentieel in de natuurlijke tuin
De natuur houdt de grond altijd bedekt. Wanneer door brand of een andere reden de grond vrij komt, zal deze zo snel mogelijk worden overwoekerd door pionierskruiden. Als de natuur zo’n belang hecht aan een bedekte bodem, waarom doen wij dat dan niet in onze tuin?
Wij vinden mulchen heel belangrijk. Het gebruik van mulch heeft zoveel directe en indirecte voordelen dat het een cruciaal onderdeel vormt van onze manier van tuinieren.
Mulchen voorkomt onkruidgroei, stimuleert bodemleven, beschermt uw grond tegen erosie, zorgt dat regenwater beter wordt opgenomen, levert voedingsstoffen, zorgt voor de opbouw van organische stof in de bodem …
Probeer dus ten allen tijde de grond bedekt te houden, hetzij met mulch, hetzij met levende planten (levende mulch). Hiervoor heb je wel een groot volume aan materiaal nodig, maar dat kan je zelf ‘kweken’ in de tuin.
Het keuken- en tuinafval dat je composteert vormt een uitstekende mulch, het blad dat valt in de herfst, oogstresten, snoeiafval uit de siertuin, grasmaaisel, houtsnippers … de lijst gaat maar door. Je kan ook in de buurt rondkijken naar bronnen van mulch, zolang je maar alles afgedekt krijgt is het prima.
Want het mulchen op de bedden is wat juist zoveel tijd doet besparen na enkele jaren. Door te mulchen moet je niet bijmesten, niet spitten en nauwelijks wieden.
Dus vanaf volgend jaar: mulchen, mulchen, mulchen!
Tip 7: Diversiteit is de sleutel tot succes
Monoculturen bestaan niet in de natuur. Op welk niveau je ook kijkt – bodem, zee, grasland, microscopisch, volledige aarde … – altijd zijn er veel verschillende samenwerkende onderdelen. Nooit vind je in de grond 1 bacteriesoort, of in een natuurlijk grasland 1 grassoort.
Er zijn vele voordelen aan een polycultuur, aan een grote diversiteit in je tuin:
- Doordat er een zeer grote variatie is aan plantensoorten, bladvormen, grootte, kleur, geur, bloemen … is het voor plaaginsecten en dieren zeer moeilijk om grote hoeveelheden van hun voedsel te vinden. Hierdoor gaan ze nooit een grote populatie opbouwen, iets wat ze in een monocultuur wél doen. Ze worden voorzien van grote hoeveelheden voedsel en kunnen zich zo zeer snel vermenigvuldigen en gaan grote schade berokkenen.
- Een grote diversiteit aan planten trekt ook een grote diversiteit aan nuttige insecten en vogels aan. Deze hebben als voedsel de rupsen, luizen en andere plaaginsecten die anders je gewassen opeten of beschadigen.
- Elke plant heeft andere bodemvereisten, wortelt dieper of oppervlakkiger, neemt een ander volume in en sommige planten stimuleren elkaar wanneer ze in elkaars buurt worden geplant. In een monocultuur hebben alle planten dezelfde vereisten en worden er dus hele gebieden (in tijd, ruimte en voedingstoffen) niet gebruikt. Hierdoor is een monocultuur per definitie minder productief dan een polycultuur.
- Door vele verschillende soorten te kweken wordt de oogstperiode verlengd en verkleint de kans op een misoogst. Er zal altijd wel een soort groente een slechte opbrengst geven door mindere weersomstandigheden, door een zware nachtvorst of te droge groeiomstandigheden. Wanneer je echter een grote diversiteit aan groenten hebt staan, valt deze mindere opbrengst nauwelijks op.
Een belangrijk principe van natuurlijke moestuinieren is het nastreven van een zo groot mogelijke diversiteit in alles wat je doet. Zowel in het aanplanten van groenten, in het aantrekken van insecten, in de aanleg van hagen … Elk onderdeel van jouw tuin draagt bij aan deze diversiteit en doordat ze een onderdeel vormen van een groter geheel krijgen ze ook verschillende functies waardoor hun waarde nog vergroot.
Zo zijn hagen niet enkel bedoeld om de scheidingslijn aan te geven, ze dienen ook als schuilplaats voor vogels en insecten, leveren bloesems, creëren een microklimaat, leveren hout …
1 + 1 > 2
Tip 8: Stimuleer uw bodemleven: het vormt de basis van uw moestuin
Het bodemleven vormt de basis van je tuin. De diversiteit en hoeveelheid van bodemfauna bepaalt de kwaliteit van de bodem. Het is immers het bodemleven dat zorgt voor de goede structuur, voor het vrijzetten van voedingsstoffen, voor het verdringen van schadelijke bacteriën en schimmels, het zijn de mycorrhiza in de bodem die ervoor zorgen dat uw planten beter voedingsstoffen opnemen.
Bodemorganismen leven van organisch materiaal. Hoe meer organisch materiaal in de grond, hoe meer eten en hoe beter en meer divers het bodemleven wordt. Maar dit organische materiaal moet niet perse in de grond worden gebracht. Door te mulchen wordt het bodemleven in de bovenste laag gestimuleerd, deze trekken het organisch materiaal de grond in en zo wordt de bodem dieper ook verrijkt en geactiveerd.
Een belangrijke reden voor de slechte conditie waarin onze landbouwgronden nu verkeren is het lage gehalte aan organische stof in de bodem. Hierdoor verdwijnt het bodemleven en is er meer plaats voor ziekteverwekkende bacteriën en schimmels, bereiken voedingsstoffen de plant slechter, wordt water slecht vastgehouden in de bodem, spoelen voedingsstoffen sneller uit, verdwijnt de structuur van de grond …
Bodem komt eerst
Bij alles wat je in de tuin doet, moet de bodem voorop staan. Altijd moet je de gevolgen voor de bodem en het bodemleven inschatten. Zodra deze gevolgen negatief zijn zoek je een andere oplossing.
Daarom spit je dus niet in de tuin, moet de bodem altijd bedekt zijn en is het toevoegen van organisch materiaal aan de bodem belangrijk. Alles staat in functie van de bodem en het bodemleven. Wanneer je jouw bodem verzorgt komt het bodemleven vanzelf. En wanneer je een uitgebreid en gezond bodemleven hebt, komt al de rest ook (bijna) vanzelf.
Tip 9: Gebruik geen bestrijdingsmiddelen en kunstmeststoffen
Je bent misschien al wel overtuigd van het feit dat sproeistoffen en kunstmeststoffen niet thuis horen in de moestuin. Toch is de stap naar deze (hulp)middelen snel gezet wanneer de resultaten tegenvallen.
En in de eerste jaren van natuurlijk moestuinieren loopt niet alles van een leien dakje. De grondkwaliteit is nog aan het opbouwen, een natuurlijk evenwicht is zich nog aan het vormen. De randen van uw tuin zijn nog aan het groeien en ook voor jou is het anders werken even aanpassen.
Maar bijt op je tanden wanneer de aardappelen iets kleiner blijven, de kolen last hebben van rupsen en het onkruid niet wilt wegblijven!
Zelfs een éénmalige toepassing van een bestrijdingsmiddel heeft een grote invloed op het zich vormende natuurlijke evenwicht en zorgt ervoor dat alles terug helemaal opnieuw moet beginnen. Het evenwicht komt er wel, je moet enkel geduld oefenen. Het plaaginsect moet immers aanwezig zijn voordat de natuurlijke vijanden arriveren.
Ook een éénmalige gift van blauwe korrel heeft een grote invloed op het bodemleven. Kunstmeststoffen zijn immers heel zout en werken ook verzurend in de bodem. Uw bodemleven haat deze meststoffen en verdwijnt zeer snel – zeker regenwormen zijn hier heel gevoelig voor.
En zoals je al weet: het bodemleven vormt de basis van uw tuin. Alles wat je bodem schaadt is dus absoluut ‘not done’ en laat je best achterwege, ook al is het maar éénmalig.
Tip 10: Het is dikwijls beter om NIETS te doen in de tuin
Bij problemen in de tuin worden er dikwijls allerlei moeilijke en ingewikkelde oplossingen verzonnen die het probleem moeten verhelpen. Meestal brengen deze ‘oplossingen’ nieuwe problemen met zich mee waarvoor weer van alles moet bedacht worden om deze op te lossen.
Zo is spitten geen oplossing maar vergroot het alleen maar het probleem van een slechte structuur . Ook bestrijdingsmiddelen hebben het probleem van plagen alleen maar vergroot waardoor er steeds meer en sterkere middelen worden ontwikkeld.
Ook de GMO’s brengen niet de oplossing die ze beloofden. In velden met GMO’s in Amerika worden meer pesticiden gebruikt en zijn de opbrengsten niet hoger dan bij gangbare kwekers. Juist het tegenovergestelde van wat werd beloofd toen deze oplossing werd bedacht.
In uw tuin moet je niet altijd de moeilijke weg kiezen maar mag je gewoonweg veel dingen laten begaan, moet je veel dingen NIET doen. Ook best eens leuk
Zo moet je niet spitten, moet je niet elke week heel uw tuin hakken tegen onkruid, moet je in het najaar niet heel uw tuin opkuisen en alle plantenresten verwijderen, moet niet heel uw tuin klinisch proper zijn maar mogen de hoekjes rommelig zijn en zo onderdak bieden voor nuttige insecten en dieren (egels, kikkers …), …
Wanneer je even nadenkt, zijn er vele dingen die helemaal niet moeten gebeuren in de tuin, die je ook veel werk en tijd kosten (en wanneer je ze niet doet, besparen!).
Masanobu Fukuoka is de schrijver van ‘The One-Straw Revolution‘ en de grondlegger van het natuurlijk tuinieren. Hij merkte dat we altijd bekeken wat er gebeurde als we dit of dat doen. Hij draaide alles om een vroeg zich af wat er gebeurde als hij iets NIET deed. Wat gebeurde er als hij niet spitte, wat gebeurde er als hij niet snoeide?
En hij zag dat het zo beter was.
Tip 11: Geniet van uw tuin, anders wordt het niets
Hier moet ik niet veel woorden aan vuil maken.
Zorg dat tuinieren plezant blijft, anders houd je het toch niet vol en gooi je na verloop van tijd de handdoek in de ring.
Begin klein, zet ook arbeidsextensieve ( liever: arbeidsarme) planten zoals kleinfruit en fruitbomen … Zorg dat je kunt genieten van jouw tuin en dat het niet enkel een dagelijks (of wekelijks) gevecht wordt tegen onkruid, tegen de tijd en tegen jezelf.
Plant en zaai bloemen en neem de tijd om te observeren, te rusten en te genieten van je tuin.
Tip 12: gebruik gesteentemeel
Al decennia lang worden onze landbouwgronden enkel bijgemest met chemische meststoffen. Dit betekent dat er slechts 3 tot soms 6 à 7 soorten voedingsstoffen terug in de bodem terechtkomen. En dit terwijl er ongeveer 90 verschillende soorten voedingsstoffen zijn.
Ze zijn niet allemaal noodzakelijk voor plantengroei, maar hebben allemaal een directe of indirecte invloed. Eén van de redenen waarom je nu 10 sneden brood moet opeten om evenveel voedingsstoffen binnen te krijgen als 100 jaar geleden met 1 snee is het tekort aan deze sporenelementen in de bodem.
Zo zit er ondertussen al bijna geen ijzer meer in spinazie en is het gehalte aan vitamine C gehalveerd in onze wortelen. De vooropgestelde hoeveelheden groenten en fruit kloppen dus ook niet meer. De hoeveelheden die je nu moet eten om voldoende voedingsstoffen binnen te krijgen zijn minstens verdubbeld!
Een oplossing voor dit probleem is het toevoegen van de ontbrekende stoffen en hier komt gesteentemeel op het voorplan. Gesteenten zijn de oorsprong van onze bodem. Alle bodems zijn het resultaat van afgesleten stenen en rotsen. In deze gesteenten zitten alle voedingsstoffen opgeslagen. Door lavameel toe te dienen in je tuin geef je een enorm grote verscheidenheid aan voedingsstoffen terug aan de bodem.
En omdat ze vastzitten in het meel worden ze ook niet direct uitgespoeld. De voedingsstoffen komen pas vrij door inwerking van het bodemleven, en dit wordt gedirigeerd door het plantenleven.
Planten die voldoende beschikking hebben over alle soorten voedingsstoffen zijn veel sterker en worden niet lastig gevallen door plaaginsecten. Deze plagen en ziektes dienen enkel om zieke planten op te ruimen. Zorg dat uw bodem rijk en divers is aan voedingsstoffen en je hebt geen zieke planten in de tuin staan!
Tip 13: Help uw toekomstige medewerkers
In elk tuinboek wordt er een hoofdstuk gewijd aan plaagbestrijding. Hoe moet ik mollen bestrijden, wat kan ik doen tegen slakken, hoe krijg ik aaltjes dood en wat doe ik tegen die koolwitjes?
Telkens vertrekt men van een verkeerd uitgangspunt: het aanpakken van de plaaginsecten en ziektes leidt niet naar de oplossing, het is enkel het bestrijden van de symptomen.
Je kunt het vergelijken met een dokter die je een pijnstiller geeft tegen de pijn nadat je jouw been gebroken heeft. De pijnstiller is een tijdelijke oplossing, maar op lange duur moet je toch iets aan dat gebroken been doen!
Net zo moet je in je tuin de oorzaken aanpakken. En een belangrijke reden waarom er te veel slakken zijn of waarom er rupsen op uw kolen zitten is het gebrek aan natuurlijke vijanden.
De bedoeling van een natuurlijke moestuin is om het werk grotendeels door de natuur te laten opknappen. En vogels, lieveheersbeestjes, padden, kikkers, egels … kunnen allemaal uw medewerkers worden.
Je moet slechts voorzien in 2 zaken: voedsel en huisvesting.
Zorg er dus voor dat er schuilplaatsen zijn voor egels, dat er water is voor padden en kikkers, plant bessendragende bomen en struiken zodat ook vogels zich thuis voelen in uw tuin. Leg een insectenhotel aan of een takkenril of een wilde haagkant zodat vogels en insecten schuil- en nestplaatsen hebben.
Maar huisvesting is niet genoeg, er moet ook voedsel aanwezig zijn. En hier wringt dikwijls het schoentje.
Om egels aan te trekken, moeten er slakken zijn. Om lieveheersbeestjes aan te trekken, moeten er luizen zijn. Om vogels aan te trekken, moeten er rupsen zijn … De plaaginsecten komen altijd voor de nuttige helpers. Maar wanneer je direct ingrijpt met de gifspuit, met gieren en aftreksels, geef je nooit de kans aan de natuurlijke vijanden om zich te vestigen!
Laat het evenwicht zich langzaam ontwikkelen, ik weet het, de eerste jaren is dit moeilijk en zal er wat schade zijn in de tuin. Maar na 3 – 5 jaar ontwikkelt zich een geheel van nuttige en plaaginsecten, waarbij de nuttige insecten de schadelijke onder controle houden en je nooit nog last krijgt van een overvloed aan luizen, slakken of rupsen.
Tip 14: Benut de randen (in alle vormen) van uw tuin
Je kan een natuurlijke moestuin niet beperken tot die 20 m² die je op je plan hebt aangeduid als moestuin. Zodra je natuurlijk moestuiniert, zul je heel uw tuin in uw ontwerp van de moestuin opnemen.
Randen op alle niveaus zijn zeer belangrijk, beginnend met de hagen, bomen en struiken in uw tuin. Een rand is een overgangszone en is altijd heel rijk en divers aan leven. Het is in een delta – de overgangszone tussen land en water – dat er de grootste rijkdom aan soorten leeft. Het is ook in de rand tussen een bos en een grasland dat de meeste vogels en andere dieren zich ophouden.
Hoe meer randen je creëert in uw tuin, hoe meer divers de dieren zijn die je aantrekt. En een diverse basis aan insecten, micro-organismen en dieren zorgt voor een heel weerbaar systeem dat vele problemen in uw tuin kan oplossen.
Het is niet zo moeilijk om randen te maken, een takkenril is bv. een rand die vele toepassingen biedt. Maar ook een rij smeerwortel als scheiding tussen uw moestuin en een grasveld, of een rij struiken als scheiding tussen uw tuin en die van de buren, bieden vele voordelen (eetbare randen zoals bessen, bramen, doorlevende eetbare bloemen …).
Het kan zelfs nog veel eenvoudiger: het gebruik van enkele stenen in de tuin die goed geplaatst zijn kan een plaatselijk microklimaat ontwikkelen, extra insecten en dieren aantrekken, onkruid tegenhouden …
Goed nadenken, goed observeren en durven aanpassen zijn heel belangrijk in het aanleggen van randen. Maar door de juiste planten (of takkenril of poel of …) op de juiste plaats te zetten, maak je een enorm verschil in uw tuin.
Tip 15: Blijf nieuwsgierig en leergierig
In een gangbare tuin staat alles wat je moet doen in steen gebeiteld. Je moet zelf niet veel meer nadenken en kan gewoon enkele handboeken volgen.
In de natuurlijke moestuin gaat dit niet. Allereerst omdat er nog geen fatsoenlijke handboeken zijn over natuurlijk tuinieren, en ook omdat elke tuin anders is. De omstandigheden, de grond, de persoonlijkheid van de tuinder, het heeft allemaal een invloed op je werkwijze, wat wel en niet lukt in uw tuin …
Het is heel belangrijk, en het vormt ook één van de basisprincipes, om regelmatig rond te lopen in uw tuin en goed te observeren. Want wanneer je altijd met je hoofd naar beneden rondloopt en enkel bezig bent met planten, zaaien en oogsten, dan mis je veel.
Je moet soms enkel kijken.
En zo zie je dat die aardbeien in de houtsnippers het toch wel uitzonderlijk goed doen. Misschien is dat een idee om de aardbeien altijd te mulchen met houtsnippers?
Of merk je dat er wel heel veel koolwitjes rondvliegen dit jaar en dat je misschien wat meer moeite moet doen om natuurlijke vijanden van rupsen aan te trekken.
Ook is er heel veel informatie te vinden op internet en kun je in forums of op lezingen, festivals en cursussen overleggen met collega-tuinders over jouw manier van werken, je problemen én je oplossingen.
Door continue te observeren en uw tuin bij te sturen, door altijd te blijven leren, kan je na verloop van tijd de omgeving, je grond, de natuur en jouw manier van werken perfect op elkaar afstemmen. En op deze manier krijg je een succesvolle natuurlijke moestuin.
Een moestuin waarin genieten, plezier en oogsten centraal staan.
Aakster says
Wonend in z frankrijk heb mijn tuin al meer dan 5 jaar niet omgespit de resultatenz zijn verbluffend bijna geen droogte meer en ook veel minder ziektes…….
albert creemers says
Amai Frank, wat een pleidooi. Ik kan je echter alleen maar bijspringen, ik doe het nu een aantal jaren en het werkt inderdaad zoals beschreven. Wat wel een probleem word is water, na de laatste sneeuwval is hier omzeggens niets meer uit de lucht gevallen dus kan ik ook niks opvangen, gelukkig heb ik een zelf geslagen put en word het weinige dat er valt opgevangen in een vijver met overloop, dus alles wat valt blijft netjes hier. Dit jaar speelt ook het koude voorjaar een belangrijke rol, maar dankzij voorzaaien en verspenen komt er toch het een en ander in de groentetuin te staan.
groetjes
Leo Van den Acker says
Prachtig artikel Frank, door jaren geleden over geschakeld te zijn naar permacultuur kan ik beamen dat tuinieren met de natuur mee en niet tegen de natuur echt wel werkt. En na het lezen van al deze punten weet ik weer dat ik goed bezig ben. Ik ben het wel niet met je eens dat er geen fatsoenlijke boeken bestaan over permacultuur ik heb er namelijk drie in mijn bezit die alle drie zeer nuttig zijn, ze zijn geschreven door Frank Anrijs…….
Frank Anrijs says
🙂
Geert says
Hoi Frank,
Bedankt voor die enorme interessante informatie daar kunnen we heel veel mee doen!
Er komen steeds meer moestuiniers informeren hoe ik het allemaal doe en ik heb ook al enkele mensen naar jouw site doorverwezen.
Hartelijke groeten, Geert
Liesbeth Tonino says
Heel mooi samengevat Frank, zo tuinier ik met jouw hulp al ruim 6 jaar!
Deze nieuwsbrief heb ik naar twee vriendinnen doorgestuurd.
Dank voor je altijd weer inspirerende schrijfsels!
Met groene groet,
Liesbeth
Eddy Belis says
Hey Frank ,
Door jou tips is onze moestuin nu echt TOP !
Heb nog een vraagje over de muls van smeerwortel , mag deze met bloem en al als muls gebruikt worden of enkel de bladeren ?
Marja says
Beste Eddy, ik laat de smeerwortel eerst bloeien, ( er komen heel veel bijen en hommels op af, prachtig om te zien en nuttig).eenmaal uitgebloeid knip ik alles af tot op de grond en ga dan mulchen. De smeerwortel groeit gewoon weer door en dan kan je het weer herhalen. Zo 3 keer ongeveer. Veel succes. Groeten mede tuinier.
Timothy Lacroix says
Ik had het niet beter kunnen verwoorden 🙂
Al ben ik nog maar een beginner, het is het eerste jaar dat ik zoveel mogelijk georganiseerde chaos in de moestuin ga toepassen.
Sinds vorig jaar april is de tuin gesaneerd en zijn we bezig aan een project om de tuin terug aan de natuur te geven, werken met windkeringen, randen, een eetbare bostuin/moestuin op 11 are. Ik heb vorig jaar voor het eerst sinds ik hier woon krekels in mijn tuin gehad. De hommels waren hier exact 1 dag voordat de eerste fruitbomen begonnen te bloesemen.. Specht, vlaamse gaai, vinken.. Allemaal nooit in de tuin gezien.. sinds dit jaar komen ze al regelmatig goeiendag zeggen. De natuur weet het zoveel beter als wij. Het zit al miljoenen jaren in hun dna.
Agnes Van de Vyver says
Dankuwel Frank,
Uw artikel is bemoedigend om met goesting en voldoening verder te doen.
Wat ik nog graag zou willen is, dat er wat minder gewroet wordt onder de mulch.
Er is hier een vacature voor een torenvalk, die niet ingevuld wordt, de nestkast, die aan alle voorwaarden voldoet, is nog onbewoond.
Voorlopig trap ik de gangen met mijn voeten terug plat.
Groetjes en Dank
Agnes
marjolijn says
vraagje: Er ligt een laagje puin in in mijn tuin. Waar ik planten heb gezet heb ik die laag doorgestoken. De laag zit ongeveer 15 cm diep en is ongeveer 5 cm hoog. Er blijft geen water staan. Op de rest van de grond heb ik mulch gelegd. Is dat voldoende of moet ik toch proberen de puin te verspreiden of verwijderen voordat ik mijn grond gezond krijg?