Ik las onlangs in een boek van een psychologe over de impact die tuinieren, en ruimer gezien de connectie tussen de mens en de natuur, op ons mentaal welzijn heeft. Ze gebruikte daar ook een vergelijking voor, die volgens mij treffend is voor hoe de meeste mensen tuinieren zien. Spijtig genoeg is het in een natuurlijke moestuin eigenlijk totaal tegenovergesteld.
Ze vergeleek de relatie tussen tuinier en tuin als een relatie tussen een jonge moeder en haar baby. Je leert als tuinier met vallen en opstaan, net als een jonge moeder die leert hoe ze haar baby moet verzorgen, sussen, borstvoeding geven. En dat loopt in het begin niet altijd even vlot, maar naarmate de tijd verstrijkt leer je elkaar en jezelf beter kennen en verloopt alles vlotter. En net zoals er verschillende fases zijn in een opgroeiend kind, zijn er ook fases in een ontwikkelende tuin. En ik kan haar daar geen ongelijk in geven.
Een beginnende tuinier maakt fouten, moet zijn bodem leren kennen, ontdekken welke manieren van werken goed gaan en welke niet passen. Een tuinier moet zijn eigen stukje moestuin leren kennen en een band ontwikkelen zodat hij/zij weet waar het eerst vriest, waar het water het langst blijft staan …
Hetgeen mij stoorde aan die vergelijking was echter dat de mens de rol van jonge moeder aannam en de tuin/natuur de baby. Alsof de natuur totaal onervaren is en de (onervaren) mens als beschermer nodig heeft. Alsof de natuur na miljoenen jaren nog niet weet hoe de plant moet groeien, de bodem moet ontwikkelen en de samenwerking tussen alle componenten van de tuin werken. Het is tekenend voor de huidige manier van denken en doen, dat we blijven aannemen dat wij bepalen wat er in de tuin gebeurt, dat zonder onze interventies alles ten dode opgeschreven is en de natuur alles verprutst.
Toch wel een vreemde gedachtenkronkel.
In mijn visie van tuinieren, zijn wij de pasgeboren baby en is de natuur de ervaren moeder die ons op allerlei manieren helpt, bijstaat en af en toe een por in de goede richting geeft. Het is aan ons om die signalen en adviezen te ontdekken, te voelen en te zien door observeren en op die manier onder begeleiding van de natuur een succesvolle moestuin te ontwikkelen. Het maakt ons wat nederiger ten opzichte van al het wonderbaarlijke dat er gebeurt in die vierkante meters tuin.
Bemesten
Een vraag die vaak opduikt in mails en tijdens cursussen gaat over bemesten. Wanneer je mijn boeken leest, heb je ongetwijfeld al gelezen dat je dat niet moet doen, zelfs compost is overbodig na enkele jaren. Een goede bodem met veel organisch materiaal en een mulchlaag erop volstaat om jaar na jaar intensief te kweken in je moestuin, zonder problemen met tekorten.
Over bemesten kan ik kort zijn. Bemesten doet veel kwaad in je tuin, vooral naar je bodemleven toe. Dat verzwakt of verdwijnt, het bodemvoedselweb werkt slechter en uiteindelijk krijg je zo zwakkere planten die gevoeliger worden voor ziektes en plagen.
Maar hoe moet dat dan met planten die veel voeding nodig hebben zoals kolen en planten die weinig nodig hebben zoals erwten, bonen of uien? In ons systeem staan deze vaak broederlijk naast elkaar, in dezelfde bodem of compost. Hoe werkt dat dan?
Welke compost?
De compost die wij gebruiken is groencompost. Dit is niet de courante soort compost en is soms moeilijk te vinden. Er zijn echter wel wat voordelen verbonden aan de deze soort compost waardoor het toch de moeite loont om ernaar te zoeken.
De oorsprong van groencompost is anders dan die van de meest voorkomende compost, gft-compost. Gft-compost bestaat uit groente-fruit en tuinafval, maar met een groot aandeel groente en fruit. Dit betekent dat het vooral een compost is die veel mineralen bevat en weinig structuur. De basisproducten voor een groencompost zijn gras, snoeisel, houtsnippers, versnipperde wortelstronken … Veel steviger en armer materiaal en dat zie je ook in de compost zelf. Er zitten minder mineralen in groencompost en er zit al veel meer structuur in. Je ziet nog allerlei stukjes hout zitten.
Dit verschil merk je goed in natte periodes: groencompost blijft stevig en het water wordt vlot opgenomen. Bij gft-compost wordt het allemaal wat pappiger en kan de bovenste laag dichtslibben waardoor het water de bodem niet goed meer in geraakt.
Uiteindelijk is gft-compost nog altijd beter dan geen compost. Vind je geen groencompost in de buurt of is deze veel te duur, gebruik dan met een gerust hart ook gft-compost, maar weet dat er enkele nadelen aan zijn ten opzichte van de groencompost. De aanwezigheid van meer mineralen is er zo een …
Mineralen in de compost
Mineralen zijn de stoffen die planten doen groeien: stikstof, fosfor, kalium, calcium … Zeker stikstof wordt aanzien als cruciaal voor goed groeiende planten. In een natuurlijke tuin werkt dat enigszins anders. Uiteraard hebben planten stikstof nodig, maar zeker niet in de hoeveelheden die normaal geacht worden. Een teveel aan stikstof is eigenlijk zelfs een probleem, ik pleit er dan ook voor om met meststoffen (chemische, organische en gieren) zover mogelijk van je tuin weg te blijven. Zelfs in gft-compost zit eigenlijk al iets te veel stikstof. Dat is dus ook een beetje een nadeel van deze soort compost.
Een teveel aan stikstof in je compost vertaalt zich naar een teveel aan stikstof in je planten. En dit zorgt voor zwakkere planten die gevoeliger zijn voor plagen en ziektes. Probeer dit dus te vermijden! Een andere reden om hoge waardes aan stikstof in je compost te vermijden is dat het dan moeilijk wordt om er rechtstreeks in te zaaien en te planten. Het kan, maar je compost moet dan zeker goed nagerijpt zijn. Dit is zeker niet standaard het geval wanneer deze wordt afgeleverd, houd hier dus rekening mee. In verse compost kan je bijna nooit zaaien en planten. Compost moet voldoende narijpen en dan gaat dat perfect. Dit proces verloopt sneller bij groencompost dan bij gft-compost.
Er is altijd veel twijfel of je wel rechtstreeks in compost kan zaaien en planten, maar wij (en met ons vele anderen) doen het al tientallen jaren zo. De kwestie is om je compost te laten narijpen. Om te weten of de compost geschikt is kan je een eenvoudige test doen. Neem een beetje compost, doe dit in een bakje en maak ze vochtig. Zaai iets dat snel opkomt, sla, radijs of tuinkers en zet je bakje binnen in huis. Indien het zaad snel opkomt en mooi groeit, is alles in orde en kan je beginnen. Komt er niets op of slechts zeer gebrekkig om daarna af te sterven, dan is je compost nog te vers en moet je nog even wachten.
Wij maken onze perskluitjes waarin we zaaien met pure compost. De kruiden die we zaaien en stekken, scheuren en verplanten voor de Kruidenverkoopdag doen we ook in pure compost. En dat werkt uitstekend!
Verschillende behoeftes
Indien je volgens wisselteelt je groenten kweekt en roteert, zal je het advies krijgen om je kolen een stevige bemesting te geven en dan daarna erwten en bonen te zetten omdat deze de bodem rust geven en terug bijvullen met stikstof. Dan volgen in de juiste volgorde de volgende groentefamilies zodat alles een aangepaste hoeveelheid bemesting krijgt. Hoe werkt dit dan in ons systeem van schijnbare chaos? Wij zetten alles door elkaar, hongerige en minder hongerige planten staan zij aan zij. Hoe zorg je dan dat ze beide krijgen wat ze nodig hebben en niet meer of minder?
Zelf moeten we hier niets voor doen, de natuur regelt dit zelf. Ik heb hierover al een uitgebreid artikel op de website staan: Wat zijn ondergrondse meststofstrooiers? Maar dit werkt enkel op voorwaarde dat je je bodem en je bodemleven op orde hebt en dit goed functioneert. Geeft dus in het begin overvloedig organisch materiaal en bouw snel je bodem en het bodemleven op. Daarna regelt de plant zelf zijn meststofopname in samenwerking met het bodemleven. En zo kan je kolen naast ajuinen kweken, allebei in rijke grond, allebei met een goede opbrengst, zonder bemesten, zonder bestrijden en zonder veel werk!
Zo zie je maar dat wij als tuinier nog veel te leren hebben van wat er allemaal mogelijk is als je luistert en kijkt naar de natuur!
Marion says
Mooi samengevat en heel nuttig om dit aan het begin van het seizoen nogmaals te lezen. Dank je wel Frank.
Jet Tellegen says
Ik geniet elke keer van je stukken en geef vaak de raad die je geeft door aan anderen op ons volkstuincomplex en ook beveel ik je blog aan.
Wij proberen ook zoveel mogelijk het natuurlijk tuinieren te bevorderen en te stimuleren. Dat valt niet altijd mee met tuinders die het al,tientallen jaren op dezelfde manier doen en waar geen bloemetje tussen de spinazie mag staan.
Daar staat dan weer tegenover dat Turkse tuinders verbazend goed met de grond en de planten omgaan. Ze mesten wel licht, maar combineren heel veel ogewassen met elkaar.
We leren van de natuur, maar ook van elkaar.
Vriendelijke groet,
Jet Tellegen
Amsterdam
Peter Boon says
Bedankt Frank,
Steeds een duidelijke uitleg volgens mij. Plezant om te lezen en weer een mooie samenvatting.
Toppie,
Peter
Marc says
GFT compost is er in overvloed te koop bij de composteerbedrijven zoals Interleuven. Dit is toch hoofdzakelijk gras en snoeisel dat verwerkt wordt van de gft ophaling. Een simpele redenering tenslotte: je moet zoveel aan de tuin teruggeven als eruit gehaald wordt anders verarmt de bodem
Wim van Midwoud says
Dank voor je blog over bemesting en in het bijzonder over stikstof. Je bent wellicht op de hoogte van het enorme stikstofoverschot in Nederland (en wellicht ook in België). Boeren die veel stikstof produceren in de omgeving van natuurgebieden worden wellicht uitgekocht. Bouwprojecten kunnen zelfs niet worden opgestart vanwege de uitstoot van stikstof in toch al te stikstofrijke gebieden.
Heb jij een beeld hoe zich dit verhoudt tot het toepassen van compost / mulch in de moestuin. Is dit een factor om rekening mee te houden of is dat een stap te ver?
Wim van Midwoud
Tuin60 says
Een heel verhelderend schrijven Frank, dank voor het delen!
Groet,
Anneke
lode devos says
Gelukkig kent Frank het echte verschil tussen de moeder en de baby. Een rechtzetting die in een paar woorden de essentie weergeeft. Goed gedaan zo telkens weer dezelfde boodschap in meerdere verpakkingen…
We zeggen het al lang: doe vooral zo verder. Dankbaar.
Frank Anrijs says
Dank je wel 🙂