
In alle boeken over tuinieren wordt in het begin bij de voorbereidingen een kort stukje voorzien waarin het voorbereiden van de grond wordt behandeld.
Hierin wordt dan uitgelegd hoe u moet spitten, hoe u uw bedden kunt aanleggen, …. De rest van de dikwijls dikke boeken gaat over de groenteplanten zelf. Over de bodem en het leven in de bodem wordt niets gezegd alhoewel de bodem wel de basis is van uw groentetuin.
Uw groenten worden in uw grond geplant, maar verder dan zeggen dat u goede grond nodig heeft om een goede moestuin te hebben komt men niet. Indien u geen goede grond hebt, moet u goede grond toevoegen en klaar is kees.
Over het belang van bodemorganismen voor uw groentetuin wordt niets gezegd. En toch is een uitgebreid bodemleven cruciaal voor het welslagen van uw oogst.
Er zijn vele positieve effecten:
- bodemleven zorgt voor een goede bodemstructuur
- goedaardige organismen onderdrukken de aanwezigheid van kwaadaardige organismen zoals schimmels.
- bodemorganismen verwerken organisch materiaal zodat er voedingsstoffen ter beschikking komen van planten.
- sommige soorten schimmels werken samen met plantenwortels (mycorrhiza) en vergemakkelijken de opname van sommige voedingsstoffen.
- …
De lijst gaat nog wel even door maar het aspect waarop ik in dit artikel wil focussen, is de mogelijkheid van planten om deze bodemorganismen te sturen en voor hun te laten werken.
Hoe bereiken de voedingsstoffen uw planten?
Ik vind het heel vreemd dat er over het bovengrondse gebeuren in de moestuin boeken geschreven worden van vele 100-den bladzijden dik, waarin uitvoerig wordt ingegaan op het kweken van planten, op het complex evenwicht dat bestaat tussen plaaginsecten en nuttige insecten, …
Terwijl de basis van uw tuin toch de grond is, waar uw plant zijn voedingsstoffen en water uit de grond haalt. Alle teelttips en trucjes helpen niets wanneer uw bodem zo dood is als een pier.
Hoe gebeurt dit dan? Hoe komen deze stikstof, fosfor, magnesium en alle andere stoffen tot bij de wortels?
Dit zijn vragen waarop de antwoorden veel belangrijker zijn dan de vraag of uw bloemkolen 40 cm of 60 cm uit elkaar moeten staan. En toch zult u hier in geen enkel tuinboek een antwoord op vinden.
Hier wel
De bodem is iets waarop u loopt en eigenlijk nooit over nadenkt. Laat staan dat u beseft dat er miljoenen en miljoenen organismen dag en nacht werken om uw planten te laten groeien. De meeste van deze bodemorganismen zitten zelfs verzameld in de bovenste 10 cm.
Goede grond bevat heel veel organismen waarvan de meeste niet zichtbaar zijn met het blote oog.
Bacteriën, schimmels, protozoa, nematoden vormen de basis. Daarboven komen grotere organismen zoals nematoden, vele soorten geleedpotigen, wormen, mollen, …
Het belangrijkste dat de meeste van deze organismen gemeen hebben is dat ze allemaal energie nodig hebben om te overleven. Deze energie halen ze uit koolstofbronnen en dit kunnen plantenresten zijn, uitwerpselen van andere organismen of lichamen (dood of levend) van andere organismen.
Het is een ware strijd daar beneden en (bijna) iedereen eet iedereen. Het is een heel complex systeem en moeilijk weer te geven. De volgende tekening is een eenvoudige weergave van het systeem.
Het ondergronds voedselweb eenvoudig voorgesteld. Er zijn verschillende groepen organismen, een pijltje betekent: wordt gegeten door ...
De meeste tuiniers bekijken planten alsof ze enkel voedsel en water opnemen uit de grond en zo groeien. Maar ze beseffen niet dat de meeste energie die de plant produceert via fotosynthese de plant verlaat langs de wortels!
Ook planten ‘zweten’
De planten gebruiken deze energie om bepaalde stoffen te produceren en deze bij de wortels uit te stoten. U kunt het vergelijken met zweten bij de mens. Men noemt deze stoffen een exsudaat.
Deze stoffen die de wortels uitstoten bevatten oa. suikers en eiwitten. Nuttige bacteriën en schimmels die in de bodem wonen worden door de aanwezigheid van de exsudaten en het organisch materiaal van afgestorven stukjes wortels geactiveerd en aangetrokken. Hun populaties exploderen en trekken andere organismen aan.
Het uitstoten van deze exsudaten gebeurt in de rhizosfeer (ruimte 1,5 mm rond wortels), juist aan de buitenkant van de worteltjes. In deze nauwe zone rond de wortels strijdt een grote groep organismen voor de uitgestoten stoffen. Bacteriën, schimmels, nematoden, protozoa en zelfs grotere organismen zijn hier terug te vinden.
Hiermee start het proces
De bacteriën en schimmels worden aangetrokken door het exsudaat van de plant. Deze bacteriën en schimmels trekken op hun beurt nematoden en protozoa aan die hen opeten. Een deel van de voedingstoffen in hun eten gebruiken nematoden en protozoa om te leven, de rest wordt terug uitgestoten en bevat voedingststoffen voor de planten.
Dit betekent dus dat het de plant is die in het centrum staat van het ondergrondse voedselweb.
Dit is zeer belangrijk! Daarom herhaal ik het nogmaals om zeker te zijn dat u het gelezen heeft: het is uw plant die in het centrum staat van het ondergrondse voedselweb!
Onderzoek heeft aangetoond dat planten kunnen bepalen hoeveel bacteriën en schimmels ze aantrekken afhankelijk van de exsudaten die ze produceren.
Doorheen de groeicyclus varieërt het aantal exsudaten en dus ook het aantal bacteriën en schimmels rond de wortels.
Hiermee kan de plant perfect in de aanlevering van zijn eigen voedingsstoffen voorzien afhankelijk van het groeistadium waarin zij zit.
Dit is van cruciaal belang om te weten als tuinier en toch wordt dit nergens uitgelegd! In geen enkel boek wordt uitgelegd hoe uw planten zelf hun meststofopname regelen en bodemorganismen gebruiken om de juiste hoeveelheden meststoffen op het juiste moment op de juiste plaats te krijgen.
Vooral het feit dat bodemorganismen dit doen is zeer belangrijk, want dit betekent dat u een rijk bodemleven nodig heeft om een natuurlijke moestuin te krijgen.
Een natuurlijke moestuin waar u niet constant moet bijmesten, spuiten en vloeken over al het werk.
Tuinier op de juiste manier en laat de natuur haar ding doen en u helpen.
Zakje meststof en meststofstrooiers
U kunt de bacteriën en schimmels bekijken als zakjes meststoffen. Wanneer de plant extra voedingststoffen nodig heeft, trekt zij via haar exsudaten deze zakjes meststoffen aan. Maar zolang de meststof in de zak zit, kan een plant dit niet opnemen. Hiervoor hebt u een meststofstrooier nodig!
De nematoden en protozoa werken als meststofstrooiers. Ze eten deze zakjes meststoffen, gebruiken wat ze nodig hebben en stoten de rest terug uit, klaar voor de plant om op te nemen.
De natuur heeft het zo prachtig geregeld. Wij moeten niet elk voorjaar rondlopen met een grote zak meststoffen.
Tuinier mee met de natuur, zorg dat uw bodemleven in orde is en alles gaat vanzelf.
INTERESSE IN DE NIEUWSBRIEF?
Heeft u zich nog niet ingeschreven voor mijn nieuwsbrief? Aarzel niet en krijg elke 3 weken een uitgebreid artikel GRATIS in uw mailbox: Inschrijven voor de Natuurlijke Moestuin nieuwsbrief.