Doorlevende planten zijn altijd interessant in de tuin: ze zijn er elk jaar weer, zonder enige inspanning van onze kant en ze worden steeds groter zodat we na enige tijd kunnen uitdelen of er ruim gebruik kunnen van maken. Ook één– of tweejarigen die zich spontaan uitzaaien zijn interessant, al verplaatsen die zich iets sneller dan de zogenaamde ‘vaste planten’.
Koriander (Coriandrum sativum)
Koriander is een schermbloemige, vermoedelijk afkomstig uit het Midden-Oosten, Zuidwest Azië. Het kruid wordt al in Sanskrietteksten genoemd. De naam ‘koriander’ zou afgeleid zijn van het Griekse ‘koris’ dat ‘bedwants’ betekent. Dit heeft met de typische geur van de plant te maken. Voor sommige mensen is de geur en de smaak van de groene plant en de bloem ‘stank’, voor anderen is het een heerlijke smaak. Vandaar ook de volksnaam wantsendille.
Het is een interessant plantje omdat het bijna het gehele jaar in de tuin is. Het is een éénjarige maar het zaait zich heel gemakkelijk uit en zo beschik je bijna doorlopend over koriander. Ook in de wintermaanden blijft koriander groen en het groeit verder van zodra er wat warmte is. Koriander houdt van vocht en zon. Omwille van zijn penwortel laat koriander zich zeer moeilijk verplanten tenzij je dat doet als de plant nog heel jong is.
Je kan de groene blaadjes en de fijne, witte bloemschermen gebruiken in de keuken. Later kan je ook de rijpe, bruine zaadjes oogsten. Die hebben een heel andere smaak dan de groene delen. De rijpe zaden worden door iedereen gesmaakt. Zoals de zaden van alle schermbloemigen, kan je ze, na het oogsten, best een jaartje op een droge plaats laten liggen. Het aroma is op zijn best na een jaar. Voor gebruik kan je ze eventjes kneuzen of door de pepermolen halen. Je kan er ook aangename thee van zetten. Het wordt veel gebruikt in de Indiase en Indonesische keuken (onder de naam ketoembar), in Zuid-Amerika en vooral in Peru. Het zaad is het basisbestanddeel van vele oosterse specerijenmengsels o.a. van kerriepoeder.
Koriander is goed voor de werking van maag en darmen. Maar je mag er niet teveel van gebruiken omdat het dan duizeligheid veroorzaakt, vandaar ook de volksnaam duizelzaadjes. Bloeiende koriander is prachtig in de tuin en geeft een zachte geur af bij een briesje.
Hazelaar (Corylus avellana)
Het is het eerste bosgewas dat na de laatste ijstijd (10.000 jaar geleden) opnieuw een plaatsje veroverde in de bossen. Uit de vele bladafdrukken in het gesteente uit het Tertiair blijkt dat het één van onze oudste gewassen is. Deze inheemse struik werd vooral door Karel de Grote sterk verspreid.
Het is een plant van de bosrand. Hazelaar houdt van halfschaduw op licht vochtige plaatsen met een voorkeur voor rotsachtige, heuvelachtige grond.
Goed gedraineerde leemgrond voldoet ook. In zware, rijke, vochtige grond komt er een weelderige groei maar slechts weinig vrouwelijke bloempjes, dus weinig noten. Ook in pot doet hij het goed maar draagt zelden vrucht. Hij is uiteraard alleen geschikt voor een iets grotere tuin. Daar kan hij als solitair staan of in de houtkant.
Hij bloeit nog in de winter nl. in februari en is zo één van de eerste stuifmeelleveranciers. Vroeger werd hij aangeplant als leverancier van taai maar soepel hout voor het vlechtwerk van lemen huizen en omheiningen. Ook nu zijn zijn takken te gebruiken voor vlechtwerken. Hazelaar doet het ook
zeer goed als windschut. Hij is nuttig voor allerlei kleine en grote organismen in de tuin. Het blad is eetbaar voor allerlei dieren, ook voor koeien. Het verhoogt het vetgehalte van hun melk.
Hazelnoten zijn zeer voedzaam door het eiwitgehalte, ze zijn rijk aan ijzer en calcium en worden zowel als vleesvervangers gebruikt als in desserten. Praliné wordt met hazelnoten gemaakt.
Kardoen (Cynara cardunculus)
Kardoen is een prachtige, distelachtige plant met een rozet van diepingesneden, grijsgroene bladeren. De paarse bloemen springen in het oog en vormen ‘s winters een mooi silhouet. Kardoen is afkomstig uit de mediterrane streken. De jonge plant lijkt zeer goed op artisjok. Pas als ze gaan bloeien, zie ik het verschil: kardoen wordt veel hoger, tot 2,5 m, terwijl artisjok niet veel hoger wordt dan 1,50 m. De bloem van artisjok is ook veel zwaarder met vlezige schubben. Kardoen heeft een fijnere bloem met puntige schubben.
Je kan de kardoenbloem eten net als artisjok maar het levert minder voedsel op. Laat zeker enkele bloemen over om te bloeien want ze zijn prachtig. Zo kan kardoen zich ook uitzaaien in de tuin. Na de winter begint de plant terug als rozet wat zeer decoratief is.
Als groente worden de bladnerven gegeten. Hiervoor worden ze vanaf september gebleekt door de bladstelen samen te binden met verpakkingskarton dat met een touw wordt vastgehouden op een hoogte van zo’n 60 cm. Na maximaal 2-3 weken kan er geoogst worden. Ik heb daar geen ervaring mee maar deze groente zou lang moeten koken en schijnt vrij bitter van smaak te zijn. Misschien het proberen waard als je voldoende planten in de tuin staan hebt.
Kardoen vraagt nogal wat ruimte, dus is niet echt geschikt voor een kleine tuin.
Lavas (Levisticum officinale)
Franse selder, Maggiplant, doorlevende selder … allemaal volksnamen voor lavas. Lavas is een onmisbaar keukenkruid dat wel een iets grotere
ruimte inneemt in de tuin maar dat je ook kan kweken in een grote pot.
Lavas houdt van wat zon, maar niet teveel maar wil graag veel water. Lavas is een doorlevende plant die ‘s winters bovengronds afsterft. Ze beschikt over een dikke wortelklomp waarin het reservevoedsel zit opgeslagen. Heel vroeg in het voorjaar komen de eerste groene blaadjes boven en snel schiet het diep ingesneden blad naar boven. Je kan er onmiddellijk van oogsten.
Omwille van de krachtige smaak en werking, gebruik je het best spaarzaam. Een klein takje in een pot soep maakt al een heel verschil in smaak. Lavas is trouwens onmisbaar in de soep. Je kan er blijven van oogsten tot de plant in bloei gaat. Tegen die tijd is de bloeistengel 1,5 m hoog of meer.
Wil je doorlopend lavas gebruiken in de zomer dan kan je wanneer de bloeistengels zich aankondigen best als volgt te werk gaan: de helft van de plant snijd je af tot zo’n 5 à 10 cm boven de grond. De volwassen bladeren d.w.z. de bladeren die donkergroen en stevig zijn, kan je drogen en nadien verkleinen om te bewaren in een pot of doos. Dit is voorraad voor de periode dat er geen verse lavas beschikbaar is. Het heeft geen zin jonge blaadjes te drogen omdat ze alle aroma verliezen. De andere helft van de plant blijft nog enige tijd beschikbaar om van te oogsten. Wanneer de bloeistengels volwassen zijn, is er al voldoende nieuw blad aan de afgesneden helft om te oogsten.
De bloeistengels laten we verder ontwikkelen zodat de plant zich via zaad kan vermenigvuldigen. Je kan grotere planten tijdens de herfst splitsen met de spade en ze zo verjongen.
Volgende Stap?
Schrijf u in voor email updates, zo wordt u automatisch op de hoogte gehouden van elk nieuw bericht!
Wendy De Vleeschouwer says
Ik heb dit jaar 1 kardoen in de moestuin geplant. Elk jaar probeer ik een nieuwe ‘vergeten’ groente uit. Ik wist echter niet goed hoe ik welk deel moest oogsten, dus heb ik de plant gewoon laten doen. Een prachtige grote (1×1m) plant is het geworden met talrijke artisjokachtige bloemen. Ik verhuis hem in het voorjaar gewoon naar de siertuin, waar hij verder zijn ding kan doen en als voedsel voor onze gevleugelde mini vriendjes kan dienen.
Ann says
Kardoen kan je ook ongebleekt eten. Ik houd helemaal niet van bitter en vond dat het nog best meeviel. Wat je wel kan doen is de harde bladnerven met een dunschillertje wat wegschillen. Mijn kinderen vonden het niet lekker, maar dat is vaak het geval bij nieuwe groenten;-). Ik probeer er volgend jaar terug te zaaien, want de (wortels van de ) twee planten die ik had zijn opgegeten door de woelmuizen.
Pé says
Merci voor het advies om Lavas jaar rond te kunnen gebruiken. Lijkt me een prima en goed doenbare methode. Super !