Knopkruid is een zeer veel voorkomend onkruid, zeker goed bekend bij boeren, ook voorzien van voldoende sappige bijnamen.
Het is een kruid dat wij niet zoveel zien in onze tuin, maar er staat af en toe een struikje dat kans heeft gezien om zich te vestigen. Zoals zal blijken uit de rest van de bespreking is het nog best een gezond kruid om te gebruiken bij gemengde salades :-).
Niet alleen dieren maar ook planten komen ongevraagd onze tuin bewonen. En ze zijn niet allemaal even geliefd, zelfs niet bij een kruidenliefhebber. Eén van die planten die vaak wordt verwenst is het knopkruid.
Klein Knopkruid is afkomstig uit Peru maar nu wereldwijd verspreid. In Nederland is het sinds 1863 bekend en nu geheel ingeburgerd. Naast het Klein Knopkruid, Galinsoga parviflora, is er ook een harige variant, nl. Galinsoga ciliata, afkomstig uit Midden– en Zuid-Amerika, maar nu ook sterk verspreid en ingeburgerd. Rond 1800 is het vanuit de Botanische tuin in Parijs verwilderd en met de legers van Napoleon door heel Europa verspreid. Daarom heet de plant in Duitsland ‘Französenkraut’.
Snelgroeiende éénjarige
Knopkruid is een éénjarige plant die vooral op cultuur– en braakland voorkomt met een voorkeur voor een vochtige en rijke bodem waar het veel licht krijgt.
Het Harig Knopkruid heeft een voorkeur voor zware gronden terwijl het kleinere knopkruid eerder lichtere gronden verkiest. Het kiemt pas begin mei en bloeit van juni tot in de herfst. De plant sterft af na de eerste nachtvorst. De zaden blijven tot tien jaar kiemkrachtig. Als je de afgestorven planten laat liggen, zorgen ze voor een heel goede bodembedekking tijdens de winter.
Uitzicht?
Klein Knopkruid is een weinig behaarde plant met een sterk vertakte, rechtopstaande stengel en wordt 30 tot 60 cm hoog. De puntig ovale bladeren staan kruisgewijze ingeplant en zijn licht-groen tot groen. Uit hun oksels komen de bloemsteeltjes. De steeltjes van de bloemhoofdjes zijn gewoonlijk wel dicht bezet met heel korte, schuin omhooggekromde haren en de bladranden met kromme wimperharen. De bloemhoofdjes zien eruit als kleine madeliefjes met een doorsnee van 6 mm en ze hebben 5 korte, brede lintbloemen die niet ver zijdelings uitsteken, veel minder ver dan de schijf breed is.
De vruchtjes van de schijfbloemen dragen een zilverige krans van kelkbladen, die ongeveer zo lang zijn als het vruchtje zelf en een fijne franjerand hebben.
Het Harig Knopkruid heeft een stengel die bovenaan dicht bezet is met witte haartjes van ongeveer 1 mm lengte. De stelen van de hoofdjes hebben lange klierharen. De lintbloemen zijn sneeuwwit en groter dan bij het klein knopkruid.
Drie generaties per seizoen!
Een kenmerk van knopkruid is dat het zich zeer snel verspreidt. Dit heeft meerdere redenen. Het heeft geen speciale omstandigheden nodig om te kiemen, de zaden kiemen snel en de plant gaat snel bloeien en ontwikkelt zich het gehele seizoen door. Knopkruid kan in één seizoen drie generaties voortbrengen.
Bovendien is het een zelf- en kruisbestuiver die grote hoeveelheden zaad produceert, tot 100.000 zaden per plant, een productie die onder een groot aantal omstandigheden doorgaat. Een afgesneden stengel kan opnieuw wortels vormen.
Omdat knopkruid blijkbaar behoefte heeft aan veel licht om te kiemen is het bedekt houden van de bodem door een mulchlaag een effectieve manier om de groei van knopkruid te beperken. Je kan het ook gemakkelijk uittrekken met de wortel als het nog jong is.
Maar je kan beide, het kleine en het harige knopkruid, ook eten. En de beste manier om iets wat je teveel hebt onder controle te krijgen is het opeten.
Opeten?
De jonge bladeren en stengels kunnen gebruikt worden als spinazie, in soepen, stamppot en als salade. De smaak is het best voor de bloei. Ik heb er zelf nog geen ervaring mee maar ik heb wel positieve klanken gehoord van mensen die het wel al gegeten hebben. Het verse kruid kan ook verwerkt worden tot sap om er een verfrissend drankje van te maken.
De zaden kan men verwerken als toevoeging voor een kruidenolie. In ‘Robert’s tuin wereld ’ op internet vond ik dat knopkruid een hoog gehalte bevat aan calcium, kalium, magnesium en ijzer. Van alle eetbare wilde planten heeft knopkruid het hoogste ijzergehalte. Verder heeft het een hoog vitamine A en C gehalte. Het is een goed kruid om de weerstand te verbeteren en het heeft een bloedzuiverende werking.
Misschien kan je nu met andere ogen naar dat lieflijk, kleine kruid kijken. Als er voldoende bodembedekking of begroeiing is en weinig of geen bodembewerking zal het ook niet gaan woekeren.
Foto’s
mieke says
zo krijgt dat onkruid
gelukkig weer een ander beeld
waar je wel van kan houden en genieten
in plaats van het te verwensen