[mashshare]
Crataegus (Crataegus laevigata (oxyacantha) of Tweestijlige Meidoorn en de Crataegus monogyna of Eénstijlige Meidoorn) komt van het Grieks ‘krataios’ dat ‘stevig’ of ‘sterk’ betekent en verwijst naar het harde hout. Oxycantha komt van het Griekse ‘oxys’= scherp en ‘acantha’= spits, doorn.
Oudere namen zijn hagendoorn, witte doorn, spelledoorn, doornhaag. De éénstijlige en de tweestijlige zijn inheems in Vlaanderen. De tweestijlige meidoorn komt in Vlaanderen zeldzaam en verspreid voor, vooral in de leemstreek. De éénstijlige is één van de algemeenste struiken in Vlaanderen die in alle streken algemeen voorkomt.
Uitzicht
Beide meidoorns zijn struiken of kleine bomen tot 10 m hoog. Ze leven lang, tot een paar eeuwen. Ze dragen zeer veel doornen, die ontstaan zijn uit vervormde zijtakjes. De schors is ruw, matig voedselarm en zeer zuur. De blaadjes zijn onbehaard, iets leerachtig en glanzend. De bloemen zijn wit (zelden roze). De helderrode vruchten bevatten een weinig melig vruchtvlees.
De tweestijlige meidoorn is een echte bosbewoner. Hij kan tientallen jaren rustig doorgroeien in de schaduw van grote loofbomen en dan weinig bloeien. Zodra er meer licht komt gaat hij uitbundig bloeien en vruchten vormen. Hij stelt hoge eisen aan de bodem: lemig, kleihoudend of voorzien van voldoende kalk. In Vlaanderen komt hij zeldzaam en verspreid voor, vooral in de leemstreek.
De éénstijlige meidoorn daarentegen is een cultuurvolger. Hij is massaal door de mensen aangeplant als haag maar dit is een gevolg van zijn vermogen om struwelen te vormen op min of meer verstoorde plaatsen. Bovendien heeft hij meer doorns. Hij groeit op alle bodemtypes behalve op de voedselarmste en de allernatste. Hij houdt van ‘jonge’ situaties en hij is in staat om verlaten landbouwgrond te koloniseren, zowel vroegere akkers als weiden.
Medicinaal en Keuken
Beide soorten hebben dezelfde medicinale eigenschappen. Zowel de bladeren, bloemen als vruchten worden gebruikt. meidoorn werkt vooral hartversterkend o.a. bij verminderd prestatievermogen.
In de keuken kunnen ook zowel bloem, blad als vruchten gebruikt worden. Voor de vruchten kweekt men een speciale variëteit: Crataegus azerolus. Jonge bladeren (mei) kunnen in de salades. De bloemen zijn er in mei-juni. Vroeger was het de haagplant bij uitstek omwille van de ondoordringbaarheid.
Perfect voor vogels
Als doornstruweel vormt de Meidoorn een ideaal leefgebied voor vele dieren. Zijn bewoners zijn o.a. das, bunzing, hermelijn, wezel, egel, hazel- en eikelmuis. Ook voor veel vogels biedt hij een goede nest- en schuilplaats. Bovendien verschaft hij voedsel in de vorm van larven en rupsen.
Braamsluiper, grasmus en kneu zijn enkele typische broedvogels. In de herfst komen trekvogels zoals de kramsvogel bessen eten. De grauwe klauwier spiest zijn prooien soms op de doorns van de struiken. Heel wat insecten hebben nood aan deze struik: voor het meidoornhaantje, de meidoornrozetgalmug, de hagendoornvlinder, de hagendoornstippelmot, de rode meidoornsnuittor, de meidoornmineerkever, de meidoornboorvlieg … .
Bruikbaarheid
De meidoorn levert meestal klein hout, het wordt gebruikt voor handstelen van voorwerpen en soms voor draaiwerk. Omdat het hout zo hard is, werd het vroeger gebruikt voor het kapblok bij onthoofdingen.
Geschiedenis
Oorspronkelijk was de meidoorn gewijd aan de oergodin als jonge vrouw. Hij werd ook aangeplant om de toegang voor onbevoegden af te sluiten zoals rond hunebedden, Germaanse offerheuvels en heilige bomen. Bij de Romeinen was hij gewijd aan Cardia, de beschermgodin van de huisdrempels. Men hing daarom een meidoorntak aan de huisdeur of verbrandde er één als rookoffer bij de ingang.
In het christendom verschenen dan de kapelletjes van Maria aan de meidoorns. Vele vroegere heilige plaatsen werden verchristelijkt en werden bedevaartsoorden. Vandaar plaatsen als Onze-Lieve-Vrouw-ten-doorn, Maria im Dornhag. In de volksherinnering bleef lang het verband bestaan tussen meidoorn en heidendom. Men vertelt dat na de slag bij Roncevalles bij elke gesneuvelde heiden een meidoorn en bij elke gesneuvelde christen een bloem ontsproot.
De beroemdste christelijke meidoorn is die van Glastonbury. Dit Keltische krachtoord zou rond 60 bezocht zijn door Jozef van Arimathea, de graflegger van Jezus. Bij dat bezoek stak hij zijn staf in de grond. Daar begon toen een meidoorn te groeien. Later werd hier een kerk gebouwd. Een afstammeling van deze struik staat er nog steeds.
Deze struik bloeit tweemaal per jaar: in de lente en op kerstmis. De Queen ontvangt er elk jaar enkele bloeiende takjes van. Een andere variante vertelt dat de eerste meidoorn ontstaan is uit de staf van Jozef van Arimathea op de eerste kerstnacht.
In het verleden werd hij beschouwd als een beschermende plant. In Athene droegen de bruiloftsgasten een meidoorntak als teken van geluk en voorspoed voor het bruidspaar. Aan de wieg van een pasgeborene werd een meidoorntakje bevestigd om hem te beschermen tegen boze invloeden en ziekten.
Het brandende braambos van Mozes zou een variëteit geweest zijn van onze meidoorn nl. Crataegus pyracantha (brandende meidoorn). In de doornenkroon van Jezus zou meidoorn mee gevlochten zijn. Eeuwenlang werd het bruidsvertrek verlicht met fakkels van meidoorn die speciaal voor zulke gelegenheden werden bewaard.
In vele streken werden in de lente kransjes gevlochten voor de feeën en engelen die ‘s nachts om de meidoorn kwamen dansen om te verkrijgen dat ze hen later zouden zegenen. In Bourgondië droegen moeders hun zieke kinderen naar bloeiende meidoornstruiken omdat ze geloofden dat hun gebeden samen met de geur van de bloesems beter zouden opstijgen naar de hemel.
Een must voor de tuin!
De meidoorn is een prachtige verschijning in de tuin en verdient er zeker een plaatsje, als je voldoende ruimte hebt.
Foto: Wikipedia
Volgende Stap?
Schrijf u in voor email updates, zo wordt u automatisch op de hoogte gehouden van elk nieuw bericht.
Geef een reactie