Naast smalle weegbree is de grote weegbree, Plantago major, ook lid van deze familie en spontaan aanwezig in vele tuinen. Hertshoornweegbree, Plantago coronopus, daarentegen groeit spontaan enkel aan zee. Ondertussen wordt deze laatste aangeboden door zaadhuizen als bladgroente.
Herkomst en naam
Smalle weegbree is inheems in Europa, West-Azië en Noord-Afrika. Doorheen de jaren is weegbree verspreid over zowat alle continenten.
Het eerste deel van de wetenschappelijke naam is gevormd met de Latijnse woorden ‘planta (pedis)’ dat voetzool betekent en ‘ago’ dat ‘ik stuur’ wil zeggen. Deze naam is geïnspireerd door de grote weegbree waarvan de brede bladeren dicht tegen de grond liggen en doen denken aan een voetzool.
‘Lanceolata’ verwijst naar de smalle lancetvormige bladeren van de smalle weegbree.
De Nederlandse naam weegbree verwijst naar het feit dat deze plant veel voorkomt langs wegen (weeg = weg), bree verwijst weer naar het brede blad van de grote weegbree. Een legende vertelt dat lang geleden een meisje op haar geliefde wachtte langs een karrenweg. Jaren verstreken maar hij kwam niet opdagen. Van verdriet veranderde het meisje in een weegbreeplant die nog steeds staat te wachten langs de weg.
Weegbree, vooral de grote, verdraagt heel goed betreding.
Het woord ‘smalle’ verwijst naar het veel smallere blad.
Door het algemeen voorkomen van de plant in de omgeving van mensen is het niet te verwonderen dat ze medicinaal gebruikt werd en dat er heel veel volksnamen zijn voor de weegbree.
Portret
Smalle weegbree is een doorlevende plant die zich ook kwistig uitzaait. Ze heeft een penwortel waardoor ze stevig verankerd zit in de grond. Smalle weegbree is een elegante verschijning: ze is slank en kan tot 60 centimeter hoog worden. Ze heeft smalle, donkergroene bladeren waarvan de nerven parallel lopen en aan de onderkant van het blad uitstulpen. Dit is een goed herkenningsmiddel, er zijn immers zeer weinig planten waarvan de nerven zo parallel lopen. De bladrand is gaaf maar behaard.
De bladeren vertrekken vanuit een rozet en in het midden ontwikkelt zich een bladerloze, gegroefde bloemstengel die er in een licht gebogen lijn een eind bovenuit komt. Bovenop verschijnt een bloei-aar die tot vijf centimeter lang kan worden. De bloei gaat in kransen van onder naar boven. Eerst verschijnen de onopvallende, bruine vrouwelijke bloemetjes, gevolgd door de mannelijke. De witte meeldraden steken ver uit de bloem, waardoor ze opvallen en windbestuiving gemakkelijk kan. De bloeitijd loopt van de voorzomer tot in de herfst.
Na de bevruchting kleurt de aar bruin. De vrucht is een eironde doosvrucht en bevat twee langwerpige, ovale, gladde en bruine zaden van ongeveer een millimeter lang. Meestal is het de wind, die ervoor zorgt dat de doosvruchten hun deksels afwerpen en zo de talloze zaden naar buiten slingeren.
Zodra een zaadje vochtig wordt, scheidt het een slijmstof af en wordt de buitenste laag van de zaadhuid kleverig. Daardoor blijft het gemakkelijk overal aan vastkleven, zoals aan poten en voeten. De plant werd zo naar Amerika gebracht waar de Indianen ze de ‘voetafdruk van de blanke’ noemden.
Standplaats
Smalle weegbree groeit graag in voedselrijke en vochtige bodems, in bermen, langs wegen, in grasland, maar ook tussen stoeptegels, in laagland en in de bergen tot tweeduizend meter hoog.
Functie in de tuin
Smalle weegbree is waardplant voor een aantal dagvlinders zoals de veldparelmoervlinder, bosparelmoervlinder. Beide vlindersoorten zijn ernstig bedreigd.
Maar niet alle rupsen houden van de smaak. In 1977 werd een onderzoek gedaan naar de desinfecterende eigenschappen van de bladeren van de weegbree. Perssap van het blad van de smalle weegbree bleek een antibacteriële werking te hebben. Dit heeft te maken met inhoudsstoffen als bescherming tegen herbivoren en plantenparasieten. Zo zorgt onder andere de inhoudsstof aucubine ervoor dat de rupsen van de nachtvlinder de ‘plakker’ de plant niet smakelijk vinden en zelfs bij lage concentraties remt ze de groei af door giftigheid.
Anderzijds zijn er ook rupsen die de weegbree wel eten en de giftige stoffen opstapelen waardoor ze onaangenaam worden voor vogels. Bovendien hebben ze een opvallende kleur waardoor vogels geen tweede keer proberen zo’n rups te eten.
Gebruik
Voedselplant
Uit archeologische vondsten zou blijken dat de plant 12.000 jaar geleden al gebruikt werd als voedselplant in Koerdistan.
De jonge, malse blaadjes kan je door de sla doen, best dwars op de nerven in kleine stukjes gesneden. Ook de malse bloemknoppen, de zaden en de wortels zijn eetbaar. Het is een van de vele wilde kruiden, die een belangrijke bijdrage leveren aan onze gezondheid. Wilde kruiden zijn niet doorgeselecteerd naar een minder bittere smaak en een grote opbrengst; daardoor bevatten ze veel meer mineralen, vitaminen en fytonutriënten waaronder antioxidanten.
Voor sommige dieren is het een gegeerde voedselplant. Konijnen en andere kleine knagers houden van de bladeren, zaadetende vogels zoals putters, vinken, mussen en groenlingen eten de zaadjes.
Medicinaal
Van de verschillende soorten weegbree wordt de smalle weegbree het meest medicinaal gebruikt omdat deze de meest werkzame is.
In de Oudheid werd smalle weegbree gebruikt als middel bij beten en steken en slecht genezende wonden.
De hele verdere geschiedenis door wordt ze aangeprezen voor allerlei kwaaltjes zoals verzweringen, verstuikingen, wonden en later ook bij problemen met de luchtwegen.
Volgens Maria Treben wordt zowel smalle als grote weegbree in de eerste plaats gebruikt tegen alle ademhalingsziektes. Grote weegbree werkt iets minder krachtig.
Het is interessant een aantal plantjes dichtbij in de tuin te hebben. Smalle weegbree is een heel goed wondmiddel. Vroeger gebruikte ik het voor de kinderen als eerste hulp bij kleine ongevalletjes en pijntjes. Het werkt ontsmettend en helend. Smalle weegbree heeft immers desinfecterende, bloedstelpende en samentrekkende eigenschappen en bevat antibiotica. Het beste kan je jonge blaadjes kneuzen om op een klein wondje te leggen. Het geneest zonder litteken achter te laten.
Bij hoest kan smalle weegbree gebruikt worden als thee of als siroop die verzachtend en helend werkt onder andere door de slijmstoffen.
In homeopathie schrijft men Plantago-tinctuur voor bij oorontsteking.
Weegbree is alvast een mooie en nuttige tuinbewoner!
Bob says
Interessant artikel, nu zal ik wat meer aandacht besteden aan deze plant!
Bedankt
Lode Vanhoutte says
Hertshoornweegbree is langs veel wegen en nabij kruispunten te vinden doordat deze soort bestand is tegen strooizout. Niet direct om in het eten te verwerken maar wel boeiend.
Fransoo says
Waarom geen verwijzing naar Plantago ovata. PSYLLIUM
E Vlug says
Op mijn tuin staan er veel weegbree onder een appelboom. De weegbree blormrn taken de onderste bladeren van de appelboom en vallen ook om als je ze niet ondersteunt. Verder zaait de weegbree zich enorm uit tussen de tegels. Ik vind het daarom naast een mooie en interessante ook een lastige tuinplant.
Heb de nekgjng om m helemaal weg te willen halen. Vooral omdat ze zich makkelijk tussen tegels uitzaait.
Anderszijds is het wel een makkelijk weg te halen plant.
Vraag: oudere bladeren en bloemen op de een of andere manier ook te gebruiken ?
Opmerking: ik meen dat een andere naam voor de weegbree “bijvoet”. Is en dat de bladeren ook gebruikt werden in schoenen om comfortabeler en hugienischer te kunnen stappen. Oa door Romeinse soldaten.. die maakten niet zomaar wandelingetjes maar enorme veldtochten.
Eventuele praktische tips vmbt uitzaaiing naar tegelvoegen en gebruik van oudere bladeren en bleoeme zijn welkom