Oogsten lijkt simpel, maar let op!
In de natuurlijke moestuin lijkt oogsten een eenvoudige klus. Veel mensen denken dat er weinig bij komt kijken. Echter, als je op een natuurlijke manier tuiniert, en vooral als je veel mulch gebruikt, zijn er toch wel wat aandachtspunten waar je rekening mee moet houden. Het gebruik van mulch helpt om onkruid te onderdrukken en de bodem vochtig te houden, maar bij het oogsten kan het verstoren van de bodem juist problemen veroorzaken. Daarom is het belangrijk om voorzichtig te werk te gaan om te voorkomen dat onkruidzaden worden geactiveerd.
Mulchen en oogsten: waarom is voorzichtigheid belangrijk?
Mulch is bedoeld om de groei van onkruid te beperken. De bodem zit echter vol met onkruidzaden die wachten op licht en vocht om te ontkiemen. Wanneer je oogst en de bodem verstoort, breng je deze zaden naar boven. Dit kan leiden tot een snelle toename van onkruid op je mulch. Daarom is het van belang dat je tijdens het oogsten zo zorgvuldig mogelijk te werk gaat en probeert om zo min mogelijk grond op de mulch te krijgen.
Veel mensen hebben de neiging hun groenten af te kloppen om overtollige grond te verwijderen. Dit lijkt misschien logisch, maar als je de grond bovenop je mulch uitschudt, breng je onkruidzaden naar de oppervlakte. Gebruik je een schopje bij het oogsten? Klop dat dan niet af tegen je schoen of een mand, want ook dat zorgt ervoor dat onkruidzaden op je mulch terechtkomen.
Voorkom bodemverstoring bij het oogsten
Een veelgestelde vraag is of je de grond niet te veel verstoort bij het oogsten. In de natuurlijke moestuin proberen we de bodem zo min mogelijk te verstoren. Toch zijn er gewassen waarbij het bijna onmogelijk is om de bodem ongemoeid te laten, zoals bij het oogsten van prei, wortelen, aardappelen of zoete bataat. Voor deze groenten moet je immers in de grond graven.
Na een paar jaar zal je merken dat sommige groenten, zoals wortelen, rapen, bieten en knolselderij, makkelijker loskomen. Dit betekent dat je minder vaak gereedschap zoals een spitvork of riek nodig hebt om ze uit de grond te halen. Bij deze gewassen is de bodemverstoring dus minimaal en lokaal.
Aardappelen en bataat: de uitzondering op de regel
Bij aardappelen en zoete bataat is de situatie anders. Deze gewassen moet je echt uitgraven, waardoor de grond onvermijdelijk wordt verstoord. Is dit een probleem? Niet echt. In een natuurlijke moestuin kweek je meestal maar een kleine hoeveelheid aardappelen of bataat, verspreid over verschillende locaties. Hierdoor blijft de bodemverstoring beperkt tot kleine oppervlakten.
Hoewel de grond op die plek tijdelijk wordt verstoord en het bodemleven wordt aangetast, is dit slechts van korte duur. De organische materialen in de bodem, zoals compost en mulch, zorgen ervoor dat het bodemleven zich snel herstelt. Zolang je de grond slechts eens in de twee tot drie jaar zwaar verstoort, blijft de structurele schade aan de bodem beperkt.
Natuurlijk tuinieren: waarom we oogsten
Waarom tuinier je? Natuurlijk om te genieten van de groei van je planten, maar vooral om te kunnen oogsten. Het verstoren van de bodem is soms onvermijdelijk, maar dat is geen reden tot zorg. In de natuur gebeurt dit namelijk ook. Wilde dieren zoals everzwijnen graven voortdurend de grond om op zoek naar voedsel zoals wortels en noten. Deze verstoring is normaal en zelfs gunstig voor de biodiversiteit in het ecosysteem.
In je moestuin gebeurt dit op een kleinere schaal en blijft de schade beperkt. Bovendien kun je, door zorgvuldig te oogsten, de negatieve impact op de bodem minimaliseren.
Oogsten zonder de wortels te verstoren
Bij veel gewassen is het helemaal niet nodig om de wortels te verstoren. Denk aan sla, kolen, en selderij. Hierbij heb je alleen het bovengrondse deel nodig. Het wortelnetwerk kan gewoon in de grond blijven zitten. Dit heeft diverse voordelen.
Allereerst verstoor je de bodem niet, wat betekent dat je geen extra grond naar boven haalt die onkruidzaden kan blootstellen aan licht. Daarnaast heb je minder werk, omdat je geen wortels hoeft uit te graven, en minder afval. Een ander belangrijk voordeel is dat de wortels die in de grond blijven, een positief effect hebben op de bodemstructuur.
Het belang van wortels voor de bodemstructuur
De wortels van planten dienen als voedsel voor het bodemleven, zowel aan de oppervlakte als diep in de grond. Deze wortels worden geleidelijk afgebroken, waardoor voedingsstoffen vrijkomen die het bodemleven voeden en zich verder laten ontwikkelen. Na verloop van tijd laten de verteerde wortels kleine tunnels achter in de grond. Deze tunnels zijn essentieel voor een goede bodemstructuur. Ze verbeteren de afwatering en zorgen voor een efficiënte uitwisseling van gassen zoals zuurstof en koolstofdioxide.
Bovendien kunnen nieuwe planten hun wortels snel door deze bestaande tunnels laten groeien, wat hun ontwikkeling versnelt.
Herstel na het oogsten: meer oogst uit dezelfde plant
Een ander voordeel van het laten staan van de wortels is dat veel planten, zoals sla, opnieuw gaan groeien nadat je het bovengrondse deel hebt afgesneden. In plaats van de hele plant uit te trekken, kun je de sla afsnijden. Vaak groeien er dan een of twee kleinere kropjes terug. Dit is minder werk en zorgt voor een tweede oogst zonder extra inspanning. Deze kleinere kroppen zijn misschien niet zo groot als de eerste, maar ze zijn nog steeds prima te gebruiken in de keuken.
Bij broccoli gebeurt hetzelfde. Als je de hoofdstronk oogst en de plant laat staan, zullen er kleine broccolitjes ontstaan. Deze kun je ook oogsten, of je kunt ze laten staan om bloemetjes te vormen die weer nuttig zijn voor natuurlijke vijanden in je tuin.
Wanneer dieper afsnijden nodig is
Er zijn situaties waarin het beter is om planten iets dieper af te snijden. Dit geldt vooral als je direct na het oogsten nieuwe gewassen wilt zaaien of planten. Als je bijvoorbeeld verschillende slasoorten naast elkaar hebt staan en je wilt na de oogst meteen iets nieuws planten, is het beter om de plant iets onder de grond af te snijden. Zo voorkom je dat de oude plant de nieuwe zaailingen overgroeit.
Voor gewassen zoals boontjes die niet opnieuw uitlopen, kun je de wortel gewoon laten zitten en eromheen zaaien of planten.
Voorbeelden van groenten en kruiden om niet uit te trekken
Veel groenten kun je eenvoudigweg afsnijden in plaats van ze uit te trekken. Denk hierbij aan erwten, boontjes, tomaten, paprika’s, courgettes en pompoenen. Door ze af te knippen, blijven de wortels in de grond zitten, wat zorgt voor minder werk, minder afval en een betere bodemstructuur.
Ook bij het opruimen van de tuin kun je overwegen om planten af te knippen in plaats van uit te trekken. Dit geldt niet alleen voor groenten, maar ook voor bepaalde soorten onkruid.
Onkruiden: afsnijden of uittrekken?
Niet alle onkruiden kun je eenvoudig afknippen. Sommige soorten, zoals brandnetels en bramen, vormen een uitgebreid wortelgestel en zullen gewoon terugkomen als je ze afknipt. In dit geval moet je de planten echt met wortel en al verwijderen, anders blijven ze groeien.
Andere onkruiden, zoals paardenbloemen en zuring, kun je echter afknippen zonder dat ze terugkomen. Het groeipunt van deze planten zit bovenaan de penwortel. Als je dit groeipunt verwijdert, zal de wortel afsterven en in de bodem verteren, waar het als voedsel dient voor het bodemleven.
Voor penwortelonkruiden kun je een eenvoudige methode gebruiken: steek met een spade schuin naar beneden naast het groeipunt en verwijder de plant. De penwortel blijft in de grond zitten en verteert vanzelf. Dit is een snelle en efficiënte manier om hardnekkig onkruid te verwijderen zonder de bodem te verstoren.
Bij kleinere onkruiden, zoals melkdistels en meldes, kun je ze ook bovengronds afknippen. Vaak zal het onkruid opnieuw uitlopen, maar als je regelmatig door je tuin gaat, kun je dit eenvoudig bijhouden door het opnieuw af te knippen.
Minder werk, meer voordelen
Al met al is afknippen vaak de beste keuze, zowel voor het oogsten als voor het verwijderen van onkruid. Het is sneller, zorgt voor minder verstoring van de bodem en voorkomt dat onkruidzaden worden blootgesteld aan licht. Bovendien blijven de wortels in de grond zitten, wat zorgt voor een betere bodemstructuur en een actiever bodemleven. Denk eraan: wat je onder de grond niet nodig hebt, kun je beter laten zitten.
Met deze tips in gedachten kun je efficiënter oogsten en tegelijkertijd de gezondheid van je bodem verbeteren, zodat je jaar na jaar kunt genieten van een rijke oogst.
Geef een reactie