
Een vraag die regelmatig terugkomt, via mail of tijdens cursussen, is of je bodem niet omhoogkomt door al die compost en vooral door het vele mulchen dat we doen. Het is een uitgebreid antwoord om uit te leggen wat er precies gebeurt wanneer je dat allemaal toepast, en ik probeer dat in deze podcast te beantwoorden.
Een hogere tuin?
De angst dat je door constant compost toe te voegen en door voortdurend te mulchen je bodem zou ophogen en dat er zo een duidelijk hoogteverschil ontstaat met de rest van de tuin, is uiteraard niet onbegrijpelijk. Elk jaar leg je vijf, zes tot misschien wel tien of twaalf centimeter mulch aan. Je begint misschien zelfs met een dikke laag compost. Dan lijkt het logisch dat je denkt dat dit zich gaat opstapelen en dat je na verloop van tijd een verhoogde bodem krijgt. Het is natuurlijk niet de bedoeling dat je groentetuin opvallend hoger komt te liggen dan de rest van de tuin. Maar om je meteen gerust te stellen: wij werken al bijna dertig jaar op deze manier. We zijn toen begonnen met dikke lagen compost en sindsdien leggen we elk jaar opnieuw meerdere keren een dikke mulchlaag op onze bodem.
En als je al eens bij ons geweest bent, dan weet je dat je onze tuin niet met een ladder hoeft binnen te komen. Je merkt nauwelijks dat je van het gewone grasveld, waar nooit iets op gebeurd is, terechtkomt in het deel waar we al dertig jaar mulchen en waar we op het hoofdpad houtsnippers leggen. De houtkanten, de randen, de weide waar we nooit mulchmateriaal gebruiken, liggen allemaal even hoog als de rest van de tuin. Ook de stukken waar we gras afmaaien en nooit compost geven, liggen exact even hoog. Onze tuin is dus gewoon vlak. Je ziet nergens opvallende ophoging door al dat organisch materiaal dat we hebben toegediend. Zelfs op het einde van een pad waar we al vele jaren houtsnippers op gooien en dat overgaat in een graspad waar nooit iets van mulchmateriaal is gekomen, merk je helemaal geen verschil in hoogte.
Toch strooien we daar nu al bijna dertig jaar jaarlijks of tweejaarlijks een dikke laag houtsnippers. En telkens opnieuw verdwijnt dat, het wordt opgenomen. Waar dat precies naartoe gaat, wil ik hieronder uitleggen, want dat is bijzonder boeiend.
Charles Darwin en wormen
Het eerste dat ik wil vertellen heeft te maken met regenwormen en met Charles Darwin. Charles Darwin publiceerde in 1881 zijn laatste boek, The Formation of Vegetable Mold Through the Action of Worms. Daarin beschreef hij hoe regenwormen organisch materiaal verwerken, gangen maken in de bodem en tegelijk grond naar boven brengen. Iedereen die regenwormen in de tuin heeft, ziet de kleine hoopjes aarde die ze bovengronds achterlaten. Ze trekken niet alleen organisch materiaal naar beneden, maar brengen ook grond omhoog. Dat effect zorgt er bovendien voor dat stenen, maar ook muren en gebouwen, heel traag de bodem in zakken.
Wij hebben dat zelf ook duidelijk kunnen vaststellen. Stenen kasseien die aanvankelijk boven ons pad uitstaken, zijn in de loop van dertig jaar stilaan in de bodem verdwenen. Niet omdat onze bodem omhoogkwam, maar omdat regenwormen eronder zo actief zijn dat de draagkracht verminderde en de stenen langzaam wegzakten. Darwin beschreef ditzelfde proces al in zijn experimenten. Dat verklaart trouwens ook waarom archeologische vondsten vaak zo diep in de bodem liggen. Ze zijn niet bedolven onder lagen stof of aarde, maar heel geleidelijk weggezakt door de voortdurende activiteit van regenwormen en ander bodemleven.
Organisch materiaal als voedsel
Een tweede reden waarom het lijkt alsof je bodem wat omhoogkomt, is dat je organisch materiaal toevoegt en daarmee het bodemleven voedt. Een bodem die oorspronkelijk compact en dicht is, wordt door organisch materiaal luchtiger, losser en ruller. Je krijgt een betere structuur, met veel meer lucht en ruimte. En dat betekent ook dat die bodem iets meer volume inneemt. Je kan dat soms goed merken in de zomer. Als het lange tijd droog is, dan kan de bodem wat dichtslibben en inzakken omdat het bodemleven tijdelijk minder actief wordt. Maar zodra het regent, zuigt het organisch materiaal zich vol water, zet het uit en werkt het als een spons. De bodem komt daardoor iets omhoog. Soms zie je zelfs barsten ontstaan, net zoals bij brooddeeg dat rijst. Wanneer je er dan over loopt, voelt het sponsachtig en veerkrachtig aan.
Ook dat hebben we al vaak kunnen observeren. Enkele dagen geleden nog, tijdens een project met de Bodempioniers, zagen we een heel duidelijk verschil tussen een stuk weide waar dieren voortdurend lopen en het stuk dat was afgezet en waar bomen en planten groeiden. In dat afgezonderde deel, waar de bodem met rust gelaten werd en voeding kreeg, lag de bodem zichtbaar hoger dan het betreden stuk waar de dieren de bodem voortdurend verdichtten. Het verschil bedroeg daar zeker vier à vijf centimeter. Dat komt dus puur door de structuur: een levende bodem heeft meer ruimte nodig, neemt meer volume in en komt daardoor lichter omhoog.
Maar dat wil opnieuw niet zeggen dat je mulchmateriaal zich opstapelt. Het is niet de mulch die bovenop blijft liggen en zo voor verhoging zorgt, maar het bodemleven dat actief wordt, gangen maakt en structuur creëert. Het is dus de kwaliteit van de bodem die verandert, waardoor die wat uitzet en hoger lijkt te liggen.
Waar gaat dat organisch materiaal naar toe?
En dan blijft natuurlijk de vraag waar al dat materiaal naartoe gaat. Want je voegt elk jaar opnieuw mulch toe, je composteert, en toch zie je de bodem niet jaar na jaar stijgen. Dat komt omdat je ook veel weghaalt. In een groentetuin oogst je intensief, je wiedt onkruiden en dat zijn allemaal stoffen die uit de tuin verdwijnen. Wat via de mulchlaag in de bodem terechtkomt, wordt door de planten opgenomen om te groeien, en uiteindelijk neem jij dat weg wanneer je tomaten, pompoenen of courgettes oogst. Ook onkruiden die je weghaalt, maken deel uit van die kringloop.
Daar komt nog bij dat je bodemleven zelf ongelooflijk veel organisch materiaal verbruikt. Regenwormen, insecten, schimmels, bacteriën: ze ademen, verteren en verbranden net zoals wij voedsel verbranden. Het is niet zo dat alles wat je toevoegt, in de bodem blijft zitten. Een groot deel wordt simpelweg omgezet in energie om het bodemleven actief te houden. Daarom moet je voortdurend nieuw materiaal blijven toedienen om dat proces draaiende te houden.
Conclusie
En dat alles samen verklaart waarom je bodem na al die jaren mulchen en composteren eigenlijk niet echt hoger ligt. Natuurlijk kan je merken dat stenen of kasseien in de loop van tientallen jaren enkele centimeters zijn weggezakt. En je ziet dat de bodem bij veel regen wat uitzet en tijdelijk hoger ligt. Maar dat zijn kleine verschillen van een paar centimeter en die zijn bijna verwaarloosbaar. Je zal nooit een merkbare ophoging hebben waardoor je tuin plots boven de rest uitsteekt of waardoor je met een ladder je groentebedden in zou moeten.
Dus komt je bodem omhoog door al dat mulchen en composteren? Nee, niet echt. Het materiaal dat je toevoegt, wordt opgenomen, opgegeten, afgebroken en opnieuw afgevoerd. Indirect kan je bodem wat hoger lijken omdat hij luchtiger en beter van kwaliteit wordt, maar dat effect is klein. Je kan dus perfect elk jaar dikke lagen mulch gebruiken en compost toedienen. Je bodem heeft dat nodig en verbetert er alleen maar door. Maar je tuin gaat er niet voelbaar hoger van worden.
Mijn conclusie is dan ook eenvoudig: blijf mulchen, blijf composteren, voed je bodem en stimuleer je bodemleven. Dan zal je merken dat het tuinieren in het voorjaar veel gemakkelijker gaat, zonder dat je na tien jaar met een laddertje je tuin in moet.
Wat je hierboven leest, is een transcriptie van de podcast. Deze tekst bevat de hoofdpunten van de opname, maar is altijd beknopter dan het origineel. Wil je het volledige verhaal, met alle details, dan kan je best de opname bovenaan beluisteren!
Wil je het in je auto, tijdens het sporten of tuinieren beluisteren, dan is het misschien handig om dit via mijn Spotify-kanaal te doen: Je Eigen Perfecte Tuin