Onder al onze ervaringen, de goede en de slechte, zit wijsheid verborgen.
Het is daar dat het om gaat: het herkennen en ontwikkelen van de wijsheid,
De gouden twijgen ons door de aarde aangereikt.
Wannes Van de Velde
Wat is fenologie?
De fenologie is een zijtak van de botanica en de klimatologie. Het woord is een samentrekking van het Griekse “το φαινομενον”: het verschijnsel en “ο λογος”: de leer. Fenologen schrijven jaar per jaar op wanneer deze of gene wilde plant ontluikt, een bepaalde struik zijn bessen vormt, op welke datum de kikkers paren, wanneer de eerste zwaluw terug komt enz …
Een gewone activiteiten- en zaaikalender geeft de aanbevolen data wanneer men groenten en/of bloemen best zaait, poot of uitplant. Wanneer men heesters of vaste planten kan scheuren, marcotteren of stekken. Een fenologische tuinkalender is echter anders opgesteld: de werkzaamheden in de tuin zijn niet strikt gebonden aan een kalenderdatum maar aan refereren naar een specifiek natuurverschijnsel.
Een plant reageert immers op de samenhorigheid van 4 belangrijke elementen te weten: warmte, licht – sterkte en fotoperiodiciteit – en water. Bepaalde planten zijn indicatoren en komen tot ontplooiing wanneer deze vierdelige combinatie voor haar gunstige zit. Hieruit kan men door extrapolatie en door vroeger opgedane ondervinding besluiten dat de tijd aangebroken is om de ene of ander tuinactiviteit op te starten.
Een fenologische tuinkalender volgt dus geen datum, hij stelt dat natuurverschijnselen onafhankelijk zijn van een geografische ligging, een bepaalde grondsoort: houdt dus wel degelijk rekening met de aanwezigheid van een bepaald microklimaat in de tuin in kwestie. Iedereen kan dus zijn eigen referenties bepalen en uit observatie en ondervinding zijn tuinwerkzaamheden plannen. De bijgevoegde tabellen pretenderen geldig te zijn voor West-Europa.
Fenologische seizoenen
Volgens de fenologen moet men een onderscheid maken tussen de vier astronomische seizoenen, die op vaste data beginnen en eindigen, en de seizoenen die de natuur zelf schrijft. Zo wordt het jaar fenologisch verdeeld in tien seizoenen, die elkaar eventueel overlappen. Aan elk van deze seizoenen kunnen dus ook tuinwerkzaamheden verbonden worden.
De fenologische kalender die per definitie niet kan voorspeld worden, berust op waarnemingen a posteriori. Hij helpt de tuinier in het beheer van zijn groenten-, sier- en/of fruittuin door zijn activiteiten te koppelen aan de waarneming van de natuurverschijnselen in zijn eigen omgeving. Volledig volgens de principes van de Vereniging voor Ecologisch Leven en Tuinieren!
Om een voorbeeld te geven: in de gunstig gelegen polders van de Scheldestreek zegt men dat men zijn vroege pootaardappelen ‘met Sint Jozef’ (19 maart) aan de grond moet toevertrouwen. De fenologische kalender geeft echter als gunstige periode om vroege aardappelen te poten: ‘ wanneer de Seringa’s (de enkelvoudige paarsen) bloeien. De late aardappelen poot men dan ‘wanneer de Seringa’s uitgebloeid zijn!’. Dit geld niet alleen voor de Scheldestreek: dat geld voor gans het land! Seringa’s bloeien in de Scheldestreek – dankzij haar bijzonder microklimaat – waarschijnlijk iets vroeger dan op een ander.
De kalenderdatum is dus onbelangrijk. Het is de amoureuze staat van de grond die de gunstigste moment bepaalt om de aardappelen te poten!
Maurice Broekaert