[mashshare]
Over het algemeen gaat het hier om minder goed geziene gasten, deze keer dus niet. Het lieveheersbeestje is alom gekend en geliefd. Het is één van de weinige kevers waar zowat iedereen mee vertrouwd is en die door velen geliefd is. Het wordt zelfs ‘geluksbrenger’ genoemd.
Heeft het te maken met de reputatie dat het de beste luizenverdelger is? Of met het feit dat het zo mooi van kleur is? Of omdat je het gemakkelijk in je hand kunt nemen? Dan zoekt het de hoogste plek op, bovenop je vinger bijvoorbeeld, om dan weg te vliegen.
Vele soorten
Iedereen weet wellicht dat er lieveheersbeestjes zijn in verschillende kleuren en met meer of minder stippen. Toch denken we altijd in de eerste plaats aan het 7-stippelig lieveheersbeestje: een kevertje met roodoranje dekschilden waarop 7 zwarte stippen staan. Wellicht omdat precies dit diertje overal wordt afgebeeld en het is ook het meest voorkomende lieveheersbeestje in onze streken. Eigenlijk zijn er 4 stippen op elk dekschild maar de 2 middelste bevinden zich naast elkaar waardoor het lijkt alsof er maar 1 stip staat.
Er zijn vijfduizend soorten waarvan de Coccinella septempunctata of het 7-stippelig lieveheersbeestje inderdaad veruit het meest bekende is. Maar er zijn ook 22-stippelige lieveheersbeestjes met gele dekschilden, 13-stippelige lieveheersbeestjes met rode dekschilden, 2-stippelige lieveheersbeestjes met slechts 2 zwarte stippen op hun rode dekschilden, het oogvlek-lieveheersbeestje, het bruin lieveheersbeestje, het schitterend lieveheersbeestje, het roomvleklieveheersbeestje, het heggerank-lieveheersbeestje, om er maar enkele te noemen.
Het is niet altijd gemakkelijk om de lieveheersbeestjes op naam te brengen. Soms zijn er bij dezelfde soort hele variaties in de kleur van de dekschilden mogelijk en in het aantal stippen! Dit is bijvoorbeeld het geval bij het 13-stippelig lieveheersbeestje. Dit bevindt zich bij voorkeur op planten die in het water staan en op wilgen.
Divers menu
De meeste leven van schild– en bladluizen maar er zijn ook planteneters onder zoals het 24-stippelig lieveheersbeestje. Het 22-stippelig lieveheersbeestje voedt zich niet met bladluizen maar met meeldauw, een schimmel die ziekten veroorzaakt op cultuurplanten. Maar tegelijk verspreidt deze kever ook de schimmel.
Naast zo’n 3000 bladluizen per maand, eet het 7-stippelig lieveheersbeestje ook rode spinnen en andere parasieten van planten. Het 7-stippelig lieveheersbeestje is ongeveer 5 tot 8 mm lang en komt overal voor.
Levensloop
De cyclus van het lieveheersbeestje bestaat uit 3 stadia. Na de paring in april-mei legt het vrouwtje ongeveer een honderdtal gele eitjes onderaan een blad op een plant vol met bladluizen. Een week later komen er kleine, zwarte larven uit de eitjes. Na meerdere vervellingen en ongeveer 3 weken later, verandert de larve in een nimf. Een week later komt de gele volwassene uit zijn omhulsel en neemt in enkele uren tijd zijn definitieve kleur aan.
Per jaar zijn er verscheidene generaties. De larve van het 7-stippelig lieveheersbeestje is blauwgroen van kleur met een tekening van gele vlekken. Wie dit niet weet beschouwt dit diertje zeker niet als een lieveheersbeestje. Deze larve voedt zich nochtans uitsluitend met bladluizen en is een zeer nuttig diertje voor de tuin. Voor haar ontwikkeling moet ze ongeveer 600 bladluizen eten.
Vieze bladluizen?
Niet alle bladluizen zijn goed voor het 7-stippelig lieveheersbeestje. Misschien heb je al gemerkt dat op een vlier hele kolonies grijze bladluizen huizen die door het 7-stippelig lieveheersbeestje ongemoeid gelaten worden. De reden is dat dat vlierluis giftig is voor het 7-stippelig lieveheersbeestje.
De volwassen kevertjes zijn actief van januari tot het begin van de winter. Ze overwinteren in strooisel, dichte graspollen, verwelkte stengels. Een geliefkoosde overwinteringsplaats zijn o.a. de stengels van de koningskaars.
Hun harde chitinepantser biedt een goede bescherming tegen heel wat vijanden maar bovendien proberen ze hen ook af te schrikken door een aantal technieken. Bij bedreiging scheiden de lieveheersbeestjes uit hun kniegewricht een gele vloeistof af die erg onsmakelijk is voor hun vijanden. Ze trekken poten en antenne terug onder het lichaam en houden zich voor dood waarbij ze zich vaak laten vallen.
Voortplanting
In een artikel in De Standaard las ik dat de Brit Michael Majerus, geneticus aan de universiteit van Cambridge, een onderzoek heeft gedaan naar het paringsgedrag van de lieveheersbeestjes. Hij schrijft dat de mannetjes 3 orgasmes na elkaar kunnen krijgen van elk 90 minuten zonder het vrouwtje te verlaten. En de vrouwtjes paren 10 keer meer dan nodig voor de voortplanting en dat met zoveel mogelijk verschillende partners. Bovendien zeulen ze die mannetjes de hele tijd mee op hun rug. Waarom ze er zoveel energie aan spenderen is niet duidelijk.
En voor zover bekend zijn de lieveheersbeestjes de enige insecten die een seksueel overdraagbare ziekte kunnen krijgen. De studie hiervan zou het onderzoek naar genetisch overdraagbare ziekten bij de mens kunnen vooruithelpen, zegt hij. Voorlopig zijn ze echter vooral nuttig in de tuin.
Zoek in je tuin
Ga volgend voorjaar dus ook eens op zoek naar de larven van lieveheersbeestjes die te vinden zijn op planten waar een feestmaal aan luizen te vinden is 🙂
Volgende Stap?
Wilt je meer weten over mijn nieuwe boek dat binnenkort verschijnt? Hier vind je alle informatie: Boek Natuurlijke Moestuin
Tom says
Ik stel tot mijn spijt al enkele jaren vast dat de overgrote meerderheid van de lieveheersbeestjes in mijn tuin exoten zijn, namelijk het veelkleurig Aziatisch lieveheersbeestje. Het is hoogst zelden dat ik nog een inheems lieveheersbeestje tref. Heel erg jammer. Is er iets dat ik kan doen om de inheemsen te bevoordelen t.o.v. de Aziatische?