De meeste mensen vinden vlinders mooi, lief en interessant, kortom er is vooral een positief gevoel als het om vlinders gaat. Gemakshalve vergeet men vaak dat een rups een voorstadium is van de vlinder. Wil je vlinders in de tuin, duld dan ook rupsen.
Voortplanting
Vlinders zijn speciaal door hun manier van voortplanten. Uit een eitje komt een rups, die niets anders doet dan eten. Meestal is zo’n rups kieskeurig wat het voedsel betreft, maar daar hoeft de jonge rups zich geen zorgen over te maken. Het vlindervrouwtje kiest voor de eileg precies die planten uit die de rups graag wil eten.
De huid van de rups is niet rekbaar of groeit niet mee met de rups. Daarom vervelt een rups een aantal keer: de oude huid barst en daaronder zit reeds de nieuwe huid. Voor die droog en hard is blaast de rups zich zover mogelijk op zodat ze een ruime huid heeft en weer veel kan eten. Een rups vervelt meestal vier tot vijf keer.
Wanneer ze genoeg gegeten heeft, gaat ze verpoppen. Ze spint een pop waarin ze gedurende enkele weken of maanden een ware metamorfose ondergaat. Als het popstadium voorbij is, sluipt de rups die vlinder geworden is uit de pop.
Hoe vies of eng we een rups ook vinden, een vlinder die uit die rups ontstaat vinden we prachtig. Ik denk hierbij aan de dagpauwoog die als een zwarte, harige rups door het leven gaat en na de gedaantewisseling tot vlinder prachtige kleuren heeft met als het ware twee oogvlekken.
De taak van de vlinder is een partner zoeken, te paren en, als het een vrouwtje is, eitjes te leggen om voor nakomelingen te zorgen. Vlinders zoeken nectar in bloemen om energie te hebben om te vliegen en ze warmen zich op in de zon. Vlinders zijn immers koudbloedig. De bloemen die ze bezoeken zijn vaak niet de waardplanten van de rups.
Kleurige vleugels
Vlinders herkennen we aan hun vleugels en we vinden ze mooi omwille van de prachtige kleuren en tekeningen. Die tekeningen ontstaan door een patroon van kleurstoffen of pigmenten die de vleugels gele, rode, oranje, bruine en zwarte tinten bezorgen. De vleugels bestaan uit membranen waarop afgeplatte haartjes dakpansgewijze over elkaar liggen en zo de kleurpatronen vormen. Er zijn heel veel verschillende patronen.
De atalanta wordt ook nummervlinder genoemd omdat je het getal 81 of 98 ziet op de onderzijde van de achtervleugel als de vleugels gesloten zijn. De dagpauwoog kreeg zijn naam omdat er twee grote ogen op zijn geopende vleugels staan als afschrikking voor aanvallers. Zijn de vleugels gesloten, dan lijkt de dagpauwoog op een dor blad. De onderzijde van de vleugels is donkerbruin.
Maar vlindervleugels kleuren niet enkel door pigmenten. Vlinders kunnen groene en blauwe tinten produceren door verstrooiing van het licht ter hoogte van de fijne structuren op de vleugelschubben. Na een regenbui zijn vlindervleugels niet nat, ze zijn waterafstotend en zelfreinigend.
De meeste vlinders spreiden hun vleugels open om zonnewarmte op te nemen, sommige sluiten hun vleugels en plaatsen ze dwars op de zon. Koolwitjes doen het nog anders. Ze plaatsen hun vleugels in een v-vormige positie, niet gesloten en niet open. Ze gebruiken hun witte vleugels als spiegels om de zonnestralen te reflecteren op hun borststuk want daar zitten hun vliegspieren.
Dit zijn nog maar enkele van de wonderlijke technieken die vlinders tot hun dienst hebben. De industrie kijkt ernaar op zoek naar ecologische oplossingen voor allerlei problemen. Zo gebruikt de verfindustrie structuurkleuren maar dat gaat gepaard met erg vervuilende technieken. Nu is men op zoek naar het geheim van de vlinders.
Welke functie hebben vlinders?
Net zoals de meeste insecten zorgen vlinders mee voor bestuiving, want niet enkel honingbijen zorgen daarvoor. Bestuiving is belangrijk voor onze voedselgewassen maar los daarvan ook voor het in standhouden van de biodiversiteit.
Vlinders, maar vooral rupsen, zijn voedsel voor vele dieren, zowel voor andere insecten, als voor vogels en grotere dieren.
Hoe vlinders aantrekken?
Wil je het vlinderbestand mee helpen ondersteunen, dan is daarvoor niet veel nodig.
Zorg voor een gevarieerd aanbod in je tuin met vooral wilde planten, bijvoorbeeld in de randen, op minder gebruikte en eventueel verborgen hoekjes. Laat je stukjes ongemaaid en wild groeien, dan is er gegarandeerd al een heel assortiment voor rupsen en vlinders.
Natuurlijk gebruik je geen bestrijdingsmiddelen, ook geen biologisch afbreekbare. Bestrijden = doden, meestal raakt dit meer soorten dan je bedoelt, ook al zie je ze niet. Ook in de bodem leven velerlei wezens en je berooft de natuurlijke vijanden van hun voedsel.
Een interessant boek over vlinders: Het orakel van de bosnimf. Van vlinders en mensen, Hans van Dyck, Lannoo, 2021, ISBN 978 94 014 76768
Irene says
Beste Frank,
Ik hoorde laatst van iemand die ik ken van het voedselbos in de buurt dat een vlinderstruik voor vlinders te veel energie kost om bij het stuifmeel te komen, zodat ze vaak uitgeput raken en dood ( eerder)gaan. Weet jij hiervan?
Groet,
Irene
Frank Anrijs says
Ik heb dat vroeger ook nog horen vertellen, maar dat is volgens mij niet waar. Zoek het internet af en je leest er nergens iets over, in tegendeel, er staat juist dat deze struik een enorme voorraad is aan nectar voor vlinders. Als het waar zou zijn dat vlinders er niet aan kunnen en sterven, denk ik dat je dat heel snel zou vinden op internet.
Ik ga ervan uit dat de natuur ook wel slimmer is dan dat en vlinders zelf wel doorhebben als ze ergens niet aankunnen en verder gaan zoeken naar betere nectarplanten.
Het probleem zit vooral in het feit dat de vlinderstruik een exoot is die woekert en andere inheemse soorten verdringt. Daarnaast is deze struik een nectarbron, maar daar houdt het ook op. Rupsen zal je er niet vinden, daarvoor heb je andere struiken nodig. Wil je dus veel vlinders hebben en houden zijn er betere alternatieven dan een vlinderstruik. Maar dat een vlinderstruik reden is voor vlindersterfte lijkt mij wel heel ver gezocht.
Dat is mijn idee 🙂
Martin Stevens says
Dat zijn juist de laatste inzichten. De meeste vlinders en andere insecten kunnen helemaal niet bij de nectar en stuifmeel komen, die ook nog laagwaardige zijn ook. Maar ze worden er wel onweerstaanbaar naar toe getrokken en zonder dat ze dan kunnen eten… Op de oorspronkelijke groeiplaats van de vlinderstruik zijn ongetwijfeld insecten die er wel bij kunnen en de struik als waardplant gebruiken
Frank Anrijs says
Heb jij enkele links naar studies hierover? Ik heb de laatste dagen rondgekeken maar niets gevonden in wetenschappelijk onderzoek hierover … Ik ben benieuwd hoe het nu juist zit 🙂 .
Martin Stevens says
Waarom zetten jullie een Amerikaanse trekvlinder bij het verhaal? Als je daar de rupsen van ziet heb je de invasieve exoot zijdeplantvin je tuin staan die zelfs verboden is volgens EU regels. Er zijn toch genoeg soorten van hier om te laten zien?