Deze keer wil ik ook aandacht vragen voor de randen in de tuin. Randen zijn een belangrijk onderdeel van de moestuin en de tuin in zijn geheel. Randen zijn plaatsen van waaruit heel wat leven vertrekt en die bovendien het geheel een mooi uitzicht geven.
Afsluitingen kan je vormgeven als rand door ze te laten begroeien. Voorbeelden hiervan zijn draden waarlangs braambessen, frambozen, taybessen en dergelijke geleid worden. Tegen muren kan je druiven, klimrozen, klimop … planten of leifruit. De keuze hangt voor een groot deel af van de grootte van je tuin. Bessenstruiken zijn geschikt voor een rand in een kleine moestuin. Kruisbessen en honingbessen zijn de laagst blijvende. Aalbessen vragen iets meer ruimte maar een struik levert al heel wat fruit. Zwarte bessen en jostabessen vragen nog meer ruimte en zijn eerder geschikt voor een iets grotere tuin.
Ook groenten kunnen voor een rand en opstaand materiaal zorgen: hoge erwten, staakbonen, knolcapucien, olijfkomkommer zijn er slechts enkele. Vorig jaar hebben we klimcourgette geplant en ondervonden dat je die wel moet helpen om te klimmen. Suikermais, tuinbonen, aardperen, kardoen zijn voorbeelden van groenten die een rand kunnen vormen in de moestuin.
Behalve draden geven vlechtwerken van wilgentakken of hazelaar een goede basis voor begroeiing. Ook een takkenril kan een rand vormen waarlangs kruiden en bloeiende planten kunnen gedijen. Bij gebruik van klimmers is het vooral opletten welke plant je aankoopt: ga na in welke mate die plant snel aangroeit. Kamperfoelie, bosrank zijn voorbeelden van planten die niet in een kleine tuin thuishoren.
Een belangrijke rand is de strook rond de groentepercelen. Daar kan je kruiden voor een deel de vrije loop laten. Je kan voor een vaste basisstructuur zorgen met enkele doorlevende planten zoals daglelie, hosta, hondsdraf, venkel, fuchsia, voorjaarsbollen, hemelsleutel, sint-janskruid, salie, lavendel. Daartussen en daarrond kan je eenjarige, bloeiende kruiden laten wandelen. Denk hierbij aan bernagie, dille, goudsbloem, koriander.
Randen zorgen voor een veel intenser leven in de tuin: er is voedsel van vroeg tot laat voor allerlei insecten en vogels. Er zijn waardplanten voor diverse rupsen die later tot vlinders verpoppen. Het is een kraamkamer voor veel natuurlijke vijanden van insecten die leven van de groentesappen.
En tenslotte vormt die enorme diversiteit aan bladvorm, geur en kleur van bladeren en bloemen een festijn voor het esthetisch gevoel. Je kan er dag na dag van genieten terwijl je het leven van al die wezens in je tuin gadeslaat.
Kruidachtigen
Kruidachtigen zijn planten waarvan de stengel niet gaat verhouten en die daardoor meestal niet hoog worden; de steun ontbreekt daarvoor. Voorbeelden hiervan zijn scharlei, klein hoefblad. Er zijn ook halfhoutige gewassen waaronder meerdere mediterrane kruiden zoals salie en tijm of tweejarige kruiden die in het tweede groeijaar een min of meer houtige stengel maken. Voorbeelden hiervan zijn koningskaars en kaardenbol.
Grote kaardenbol is een decoratieve, tweejarige plant die vrij hoog wordt in het tweede jaar. De bloemen bevatten veel nectar waarmee ze bijen, hommels en zweefvliegen aantrekken. In de oksels van de bladeren staat meestal water waarvan vogels komen drinken, net als insecten. Die laatsten komen er meestal in om en worden door de plant verteerd. De uitgebloeide stengel vormt een goede overwinteringsplaats voor insecten en de zaaddoos biedt voedsel aan de distelvink.
Koningskaars is eveneens een tweejarige die een verhoute stengel vormt in het tweede jaar. Ze wordt hoog en vormt een massa kleine, gele bloemen. Daarnaast is ze waardplant voor meerdere soorten insecten zoals motten, de toortsparelmoervlinder, de bessenwants. De bladeren vormen een goede mulch en de uitgebloeide toorts is een gegeerde overwinteringsplaats voor insecten zoals het lieveheersbeestje.
Stokroos in diverse kleuren is een hele mooie bloem die op een hoge stengel groeit. Ze biedt nectar en pollen aan bijen en ze is waardplant voor vlinders.
Groot kaasjeskruid wordt middelhoog en bloeit tot laat in het seizoen. Pollen en nectar trekken zowel honingbijen als hommels aan en ze is waardplant voor de distelvlinder en het kaasjeskruiddikkopje.
Moerasspiraea is een vaste plant met een sterke geur en mooie roomwitte bloemen. Ze maakt geen houtige stengels en geen nectar. De insecten komen voor het stuifmeel en ze is waardplant voor de uil, een vlindersoort.
Venkel is een hoge, vaste plant die ‘s winters bovengronds afsterft. Het is een schermbloemige en trekt dus ‘rovers’ aan, dit zijn insecten die zorgen voor evenwicht in de insectenpopulatie. Venkel is waardplant voor de koninginnenpage, de grootste inheemse vlinder.
Scharlei is een sterkgeurende en decoratieve tweejarige plant met zachtbehaarde bladeren en grote aren met lilabloemen. Bijen en hommels komen af op de nectar.
Salie is een vrij laagblijvende, vaste plant waarvan de stengels jaarlijks steeds meer verhouten als de salie niet gesnoeid wordt. Het snoeisel is goed te gebruiken als mulch. Bijen komen vooral op de nectar af.
Griekse alant is een hoge, vaste plant die ‘s winters bovengronds afsterft. De grote bladeren zijn goed te gebruiken als mulch. Bijen, hommels en vlinders komen de nectar halen.
Speerdistel is een stekelige, eenjarige plant die vrij hoog en breed uitgroeit. Zowel blad als bloem zijn erg decoratief. De bloem is rijk aan nectar en trekt veel honingbijen, hommels en zweefvliegen aan.
Klein hoefblad is een laagblijvende mijnplant. Dit wil zeggen dat ze diep uit de bodem mineralen gaat halen. Het is de vroegste inheemse bloeier en daardoor erg nuttig voor insecten en solitaire bijen. Ze is voedselplant voor diverse rupsen en luizen.
Tijm is een laagblijvende en geurige vaste plant. De nectar trekt bijen, hommels en vlinders aan en de zaden trekken onder andere mieren aan die ze zo verspreiden.
Dille is een geurige, eenjarige plant die tot de schermbloemen behoort. Ze biedt nectar aan diverse insecten zoals bijen, hommels en vlinders. Bovendien is ze waardplant voor de koninginnenpage. Ze zaait zich vlot uit.
Shiso is een warmteminnende eenjarige plant. Ze bestaat in groen en donkerrood of paars. Omdat ze laat bloeit is ze interessant als nectarleverancier voor bijen en andere insecten.
Bastaardsmeerwortel of Russische smeerwortel is een vaste plant die veel blad levert als mulch. De rijke bloei trekt vooral hommels aan. De smeerwortel wortelt diep en haalt zo mineralen vanuit de diepte.
Bodembedekkers
De bodem is een belangrijke rand en bodembedekkers hebben ook daar hun functie.
Klaver is een vaste plant die stikstof aan de bodem afgeeft. Klaver is een echte bijenplant omwille van de rijkdom aan nectar en stuifmeel.
Maagdenpalm is een zeer goede bodembedekker die zich snel verspreidt. Het is een vaste plant die vroeg bloeit en vooral hommels en solitaire bijen aantrekt. Ze biedt een goed onderkomen voor de overwintering van poppen.
Oost-Indische kers is eenjarig maar zaait zich vlot uit. Het is een kleurige en dichte bodembedekker die waardplant is voor het koolwitje en indicator voor bladluizen.
Wilde marjolein is een vaste, geurige plant die veel nectar levert maar weinig stuifmeel. Ze wordt druk bezocht door zowel bijen als hommels en vlinders. Ze zaait zich kwistig uit en bedekt goed de bodem.
Hondsdraf is doorlevend en bedekt snel de bodem. Het is een vroegbloeiende plant die veel hommels en wilde bijen aantrekt.
Longkruid is een vaste plant die vroeg bloeit. Door de hangende bloemen zijn nectar en stuifmeel beschut tegen de regen. Als vroege bloeier is longkruid interessant voor vroege solitaire bijen en insecten en voor hommelkoninginnen.
Driekleurig viooltje bloeit gedurende het grootste deel van het jaar, afhankelijk van de temperatuur. Het is een laagblijvend, eenjarig plantje dat zich kwistig uitzaait. Vooral hommels bezoeken het voor nectar en stuifmeel. De mieren verspreiden de zaadjes omwille van het mierenbroodje dat eraan vastzit.
De lijst is eigenlijk bijna eindeloos maar dit is alvast een begin voor je tuin.
Karien says
Dank u, handig … eens samengebracht …
Moerasspiraea: hier vroeger ‘koningin der velden’ genoemd wist mijn papa te vertellen.
Shimrod says
Dag Frank,
Ik lees hierboven dat klaver stikstof uit de bodem opneemt. Moet dat niet zijn: “… uit de lucht opneemt en in de bodem vastlegd”?
Shimrod says
Heel nuttig artikel overigens! Bedankt!
Frank Anrijs says
Dank je wel , ik heb het aangepast 🙂
Peter Dekker says
Prachtige opsomming van nuttige planten in diverse functies. Dank daarvoor Frank.
Kristien Magnus says
Dank voor de inspiratie voor de randen Frank! Heel blij mee 😊
Agnes Van de Vyver says
Dankuwel Frank,
Nog eens een stimulans om er nog een paar variëteiten bij te planten.
Fijne dag!
Maria says
Dankjewel voor de zeer nuttige info!
Tea verschaeve says
Dank u wel, het moment om de randen wat aan te vullen
Annelies van Dooren says
Heel mooi en duidelijk artikel: krijg heel veel zin in het voorjaar! dankjewel!
Tjeerd says
Klein hoefblad is een kalkminnende soort, alleen voorkomend op kleigrond
Koen says
Bedankt, ik krijg al goesting om erin te vliegen. In het najaar ook moerasspirea geplant op een drassige plaats in de tuin. Maak zelfs tinctuur van de bloemen. Ook al jaren op natuurlijke wijze aan het tuinieren.
Margreet says
Hondsdraf krijg ik de rillingen van. Leuk plantje om te zien, leuke bloemetjes, maar eenmaal in je gras, niet weg te krijgen en breidt zich rap uit…