Wanneer je in een groente- en fruitwinkel rondkijkt zie je enkel perfecte groenten. Rechte komkommers, grote tomaten, mooie kroppen sla, blinkende appels en glanzende perziken. Wat je nooit ziet in een winkel is een komkommer waar wat plekjes opzitten van slakkenvraat. Of een bloemkool waar zichtbare vraat is van rupsen. Of een rode biet of raap met vraatschade van muizen.
Uiteraard zal je denken, logisch toch! Zulke groenten zijn beschadigd en horen niet in een winkel. Misschien kunnen ze nog verwerkt worden in soep of andere bereidingen, maar toch niet om te verkopen in een winkel.
We zijn zo gewoon geworden aan het streven naar perfectie in groenten en fruit, en ook in sierplanten, bomen en struiken dat het een evidentie is geworden dat alles vrij is van plagen en de gevolgen daarvan. Enkele hapjes uit een blad, een gal op het blad, een opgekruld blad door luizen: direct moet er ingegrepen worden en wordt het aanzien als een probleem.
De functie van planten
Het zal voor velen misschien als een verrassing komen, maar de hoofdfunctie van planten is niet om mooi te zijn of als voedsel te dienen voor ons. De hoofdfunctie van planten is om de zonne-energie op te vangen en vast te leggen in een vorm die opneembaar is voor het volgende niveau in het eco-systeem: de insecten.
Insecten zijn enorm belangrijk en vormen een enorme groep. Er zijn zo’n 1.5 miljoen soorten beschreven en volgens (een voorzichtige) schatting zijn er nog zo’n 3-5 miljoen soorten om te ontdekken. Om dit even in perspectief te plaatsen: er zijn een kleine 2 miljoen beschreven diersoorten, insecten maakten ongeveer 80% van de fauna uit op onze planeet.
En hun functie wordt vaak onderschat. Insecten hebben bijna altijd een negatieve bijklank. Niemand heeft graag luizen, spinnen, kevers en mijten in zijn tuin en op zijn planten, maar dat is eigenlijk wel de bedoeling! Ze vormen een onvervangbaar niveau in het eco-systeem. Ze maken de zonne-energie die in planten is opgeslagen opneembaar voor vele andere dieren.
Insecten voeden zich met levend en afgestorven plantmateriaal en vormen zo een voedselbron voor vele hoger ontwikkelde dieren. Denk maar aan vogels die grote hoeveelheden insecten eten, of aan kleine zoogdieren die dan weer als voedsel dienen voor grotere dieren.
Planten zijn dus eigenlijk voedsel voor insecten.
Normale omstandigheden
In normale omstandigheden is er vaak vraat aan planten, maar door een geheel van natuurlijke vijanden en evenwichten blijft dit onder controle. Het is niet meer dan normaal dat insecten aan planten knabbelen en eten, het is hun voedsel, hun basis van bestaan. En de insecten vormen op hun beurt dan weer de basis van het bestaan van vogels, mollen en muizen.
Wanneer je in een bos rondloopt en goed kijkt, dan zie je ook vraat aan struiken, kruiden en bomen. In een goed eco-systeem blijft dit beperkt tot zo’n 10% van de planten en veroorzaakt dit geen problemen.
Het is pas wanneer er onderdelen van het ecosysteem ontbreken dat insecten problemen kunnen veroorzaken en ongecontroleerd vreten. Denk hierbij aan de huidige landbouw en problemen met insectenplagen. Het is toch totaal onnatuurlijk dat je hectares met eten voor insecten, insectenvrij gaat houden. En de consequenties van dit systeem zijn ook niet min: het aantal insecten neemt een dramatische duik, de bodem lijdt onder alle sproeimiddelen, om maar niet te spreken over de mens zelf.
Maar we moeten niet enkel naar de boer kijken, ook onze eigen tuinen treffen schuld. We zetten struiken, hagen en sierplanten maar schieten in een kramp wanneer er vraat is van een kever of woelmuis. We rennen naar het tuincentrum voor gif bij het verschijnen van luizen en rupsen in het voorjaar. Terwijl dat allemaal normaal is en absoluut geen probleem vormt! Op voorwaarde dat je een goed werkend ecosysteem hebt in je tuin.
Schade in je tuin
Dat er aan je groenten wordt gegeten is geen probleem, zolang die vraat beperkt blijft. Heb je je tuin goed ontworpen, heb je van alles voorzien voor natuurlijke vijanden, voor leven in het algemeen en laat je bestrijdingsmiddelen achterwege, dan ontstaat er een werkend ecosysteem.
Je tuin vindt een evenwicht en zal na enkele jaren en met wat hulp van jou (door steeds minder in te grijpen) steeds beter functioneren. Heb je veel luizen? Dan komen er lieveheersbeestjes. Heb je veel rupsen, dan komen er vogels en parasieten. Zo krijg je steeds meer leven en steeds meer diversiteit waardoor je een steeds beter werkend ecosysteem krijgt.
Heb je dan rupsen in je tuin, is de kans groot dat dit probleem vanzelf wordt opgelost. Vogels vangen ze om hun jongen te voederen, parasitaire wespen leggen hun eitjes erin … Deze insecten zijn gewoon voedsel voor het volgende niveau in het ecosysteem. Hoe meer diverse planten je hebt, hoe meer insecten en hoe meer vogels, muizen, mollen en andere insecteters je aantrekt.
Je kan je sproeimiddelen en netten dan gerust achterwege laten en enige schade tolereren. Die enkele bladeren die zijn aangevreten beperken je plant echt niet in zijn ontwikkeling. Je oogst zal even groot zijn, maar je hebt ondertussen ook ineens insecten gevoerd die op hun beurt vogels hebben grootgebracht.
Gezond voor ons
Vele stoffen die in planten voorkomen dienen niet om de planten te laten groeien, maar als verdediging tegen allerlei plagen en ziektes. Men noemt deze stoffen secundaire metabolieten. Je kan dit een beetje vergelijken met de werking van ons afweersysteem. Telkens we aangevallen worden ontwikkelt ons lichaam afweerstoffen waardoor we sterker en beter bestand worden tegen toekomstige ziektes zoals de griep.
Kijk naar kinderen die voor het eerst naar school gaan. Die zijn vaak ziek omdat ze allerlei nieuwe ziektes oppikken bij hun leeftijdsgenoten. Ze brengen deze microben ook mee naar huis waardoor ook de ouders vaker ziek zijn in deze periode. Door in aanraking te komen met deze nieuwe bacteriën en virussen bouwen de kleuters weerstand op. Het is een natuurlijk proces en hetzelfde gebeurt ook bij planten.
Planten waar veel bestrijdingsmiddelen op gebruikt worden hebben weinig tot geen last van ziektes en plagen en ontwikkelen nauwelijks een afweersysteem. Ze bevatten dan ook nauwelijks secundaire metabolieten. Planten in een natuurlijke tuin staan constant bloot aan invasieve schimmels, rupsen, vogels, luizen, trips, witte vliegjes …. Door deze constante stroom aan aanvallers ontwikkelt de plant een breed spectrum aan defensieve stoffen.
Toeval of niet, maar deze stoffen hebben ook een positieff effect op onze gezondheid. Wanneer jij planten eet die hebben ‘afgezien’ tijdens hun ontwikkelling, dan eet je gezonder. Je krijgt meer gezonde stoffen binnen, stoffen die je niet of nauwelijks gaat vinden in planten die tijdens hun leven gepamperd zijn en nooit hebben moeten vechten.
Vraatschade = goed!
Eigenlijk kan je zelfs stellen dat wanneer je in je tuin geen vraatschade hebt aan je groenten en planten, je niet goed bezig bent!
Cees van Ringelenstein says
Mooie en zinvolle uiteenzetting. Zo kijk ik er ook tegenaan.
Gerda Vink says
Fantastisch artikel! Dank Frank!
Myriam Dings says
Prachtig artikel! Chapeau, Frank!
Nancy says
Volledige waarheid en mooi omschreven.
Daniël Maegh says
Een mooi verhaal, het zal zeker zo wel zijn, maar voor sommige groentes op zandgrond is het toch moeilijk zonder netten, zelfs na zeer vele jaren biologisch tuinieren. Een bloemkool zonder netten, heeft als resultaat dat er overal rupsen strontjes op liggen, wat zeker niet aangenaam is! Met netten er over is het mooie bloemkool. Misschien is het bij jou op leemgrond anders! En de bodem word al jaren goed voorzien van compost, daar kan het niet aan liggen!
Kees Niederer says
Waar, o zo waar! En wij maar (blijven) denken dat we de heersers van de schepping zijn. Juist en alleen wij, de mens, begrijpen er werkelijk geen snars van.
Ingrid Tack says
Dat heb je mooi gezegd.. veralgemeen het niet … de volkeren die het wel snapten hebben we gekolonialiseerd of in kampen verdreven. Ik vind het heel belangrijk om dit te beseffen.. het is net “onze” cultuur die erg kwalijk is voor alle leven op aarde, en niet elke cultuur …
Ruben says
Schade door insecten valt inderdaad goed mee. Uiteindelijk is dat ook biologisch geproduceerd eiwit dat je met uw ogen dicht “probleemloos” kunt opeten. 😉
Hier blijf ik na 3 jaar met een flink probleem van woelmuizen/ratten en mollen zitten: rapen, bieten, wortelen, pastinaak… Alles wordt doorgeknaagd, vorig jaar met de droogte zelfs flink schade bij de aardappelen. Op zoek naar wormen in mijn levende bodem, lopen hun gangenstelsels kriskras door de perken (en de rest van de tuin), waardoor planten moeite hebben om diep genoeg te wortelen en voldoende water te vinden. Je ziet dan ineens dat in een mooi staand perk ineens van de ene dag om de andere planten hun bladeren laten hangen en dan is het vaak te laat…
Ook bij pas aangeplante meerjarigen is het telkens een strijd met draadkooien rond de wortels, dichtstampen van gangen (ik weet het, nutteloos, maar als je dat gangenstelsel ziet, hoop je op die manier toch een deel wortels te redden), onder water zetten om ondergrondse geursporen weg te spoelen (werkt zo bij rattenbestrijding, dus dit ook maar eens geprobeerd). Dit jaar ook voor honderden euro’s bloembollen in mijn “gras” geplant, maar aan het gangennetwerk te zien, vrees ik voor de opkomst volgend jaar…
Dit jaar bewust geen ondergrondse gewassen gezet, zelfs een stukje omgedaan met de frees om het gangennetwerk op die plaats te vernietigen als experiment, maar zelfs in dit stuk “blote grond” blijven de gangen komen. Teveel lekkere wormen?
Als iemand tips heeft om deze ondergrondse vraatschade te reduceren (een paar kweekkoppels Hermelijnen ofzo 🙂 ) -> graag!
Ingrid Rotthier says
Ik lees en luister graag mee naar een antwoord op deze vraag, want ook onze groententuin, serre, gazon, zelfs bovengrondse bakken die contact maken met de grond, zijn vergeven van de gangen van woelratten/-muizen en mollen. De mooie stelling ‘de natuur geeft, en de natuur neemt’ gaat echt niet op, want bloemkool, broccoli, spruitjes, sla, worteltjes, rode bietjes … daar schiet dus helemaal niks van over, enkel wat bovengronds loof. Ik las bij VELT de tip om mensenhaar in de gangen te proppen, omdat dit zogezegd een geur is waar ze niet tegen kunnen. Ik ben dus een zak afgeknipt haar gaan halen bij een biokapper en heb enkele uren op m’n knieën rondgekropen om het in elk (zichtbaar) gaatje en gangetje te proppen. Dit lijkt voor enkele weken wat voor minder vraat gezorgd te hebben. Maar toch hoop ik nog een andere goeie tip te lezen/horen om die diertjes naar een ander ‘buffet’ te verwijzen. 🙂
Paula Van Hoye says
Als wij als mensen ons wat meer zouden inleven in de pracht van de natuur dan hebben we ook geen gif nodig om die te bestrijden. Alles is er al. Dat gaat ook op voor onze gezondheid en ons immuunsysteem. Waarom gezonde mensen injecteren met een vaccin dat kant nog wal raakt.
En het ergste is dat wij als mens dat ook allemaal blijven pikken. Zolang geld en macht regeert zullen wij gif moeten slikken.
Gelukkig hebben we toch nog een beetje inspraak in onze eigen tuin.
Estelal says
Bedankt Frank, wat fijn dit te lezen, was inderdaad al van plan wat “spul” te kopen, ben zo blij dat ik dat nu niet ga doen. Dank voor deze belangrijke info…
Cisca Stoffels says
de reactie van Ruben herken ik in mijn eigen tuin.
bij mij ook veel gangen van woelmuizen, maar met die gangen kan ik nog wel omgaan. Nu voor het eerst wordt er ook geknaagd aan de rode biet en de spruitkolen. In die laatste klimmen ze helemaal naar boven om in de top de jonge bladeren te eten. Ook eten ze van de nu nog kleine spruitjes.
Wel vervelend, maar niets aan te doen lijkt me.
Wim says
Volgens mij wordt de werkelijke reden van bestaan van alle leven op aarde niet genoemd. Dit is namelijk voortplanting en behoud van de soort. Veel soorten produceren zo veel nageslacht dat andere soorten er van kunnen eten zonder dat de soort uitsterft. De kolon, sla enz. Zijn dus niet alleen voor de mens. We moeten wel delen. Accepteren dat er wat weggesneden moet worden om te eten. Als er door ingrepen het systeem wordt verstoord dan wordt bijvoorbeeld onze sla opgegeten. Oplossing voor de professionele teler is dan om alles maar weg te spuiten. Uiteindelijk is dit het einde van al het leven. Kan niet de bedoeling zijn.