Afgelopen donderdag hebben we onze kruidenverkoopdag gehad, zoals de traditie het wil, altijd op 1 mei. En wat me altijd opvalt, is dat mensen achteraf vragen komen stellen als ze in onze tuin geweest zijn. En dat het zelden gaat over groenten kweken, over voedsel kweken, maar bijna altijd over de dingen uit onze randen, over water, over bomen, over struiken, waarom we die dingen doen.
Permacultuur is ontwerpen
En dat is toch wel belangrijk, denk ik. Dat geeft toch wel iets aan, volgens mij. Permacultuur is een ontwerpsysteem, en als je dat gaat bekijken, als je daar uitleg over zoekt, op internet, in boeken, dan lees je altijd dat je moet starten met observeren, met kijken, met alle invloeden die er zijn in je tuin, zowel van buitenaf als van binnenuit.
Dat je die moet noteren, dat je dat moet indelen, dat je je tuin moet indelen in sectoren en zones, dat je goed moet kijken waar het regent, hoeveel het regent, wat er met dat water gebeurt, waar de zon schijnt, waar er schaduw valt en dergelijke. Dat is essentieel. Vaak zegt men zelfs dat je dat een heel jaar moet doen en dan pas echt moet beginnen met ontwerpen. Daarvoor kun je al wel starten met wat kleinere zaken, maar echt de grotere dingen, de bomen, de struiken, de indeling van je tuin, dat moet je eigenlijk doen als je al een jaar geobserveerd hebt.
Veel vragen stellen aan jezelf
Wat heel zelden aangehaald wordt, maar wat volgens mij misschien nog belangrijker is, zelfs nuttiger dan al die andere dingen die vaak verteld worden, is dat je ook moet bevragen wie deel gaat uitmaken van die tuin. Misschien ben jij dat alleen, misschien zijn het medebewoners, misschien medetuiniers in een gezamenlijk project. Maar de vragen zijn dan: wat wil je eigenlijk in die tuin doen? Waar moet die tuin voor dienen? Wat wil je bereiken? Dat wordt heel zelden verteld, daar vind je niet veel informatie over, maar het is eigenlijk veel belangrijker. Want er wordt bijna altijd aangenomen dat je met permacultuur bezig bent om voedsel te kweken, terwijl dat niet hoeft, en zeker niet in je hele tuin.
Bijna iedereen richt een stukje van zijn tuin in om groenten te kweken, maar al de rest hoort daar eigenlijk bij, zal daar invloed op hebben. En het is belangrijk dat je daar vanaf het begin aandacht aan besteedt, dat je weet hoe je dat gaat inrichten, wat de functie is. Want het zal niet “groenten kweken” zijn, maar wat dan wel? En vaak merk je na verloop van tijd dat die groententuin ondergeschikt wordt aan al de rest, dat het maar een deeltje is van wat er gebeurt, en dat die andere functies door de jaren heen veel belangrijker worden. Dus is het heel belangrijk daar van tevoren over na te denken.
Randen
Zelfs als voedsel kweken het hoofddoel is, dan nog is de invulling van die randen cruciaal. Die randen zorgen voor natuurlijke vijanden, voor ecosystemen, en ze hebben invloed op plagen of ziektes in je tuin. Die randen, eigenlijk de hele tuin, moet je van tevoren bekijken, niet alleen naar zones of invloeden van buitenaf, maar zeker ook naar wat jij wilt: wat haal je uit die tuin naast voedsel? Hoe wil je in je tuin zijn? Hoeveel werk wil je erin steken? Dat zijn allemaal zaken die minstens zo belangrijk zijn als het ontwerp zelf.
Vele verschillende onderdelen
Dit jaar, net zoals vorig jaar, was er bijvoorbeeld een uitgepijlde rondleiding. Vroeger deden we begeleide rondleidingen, maar daar zijn we van afgestapt omdat die maar voor een beperkt publiek waren. Nu hebben we een vaste route met borden bij bijzondere plekken, zoals onze knotwilgen (voor vlechtwerk) of knotlindes (voor eetbaar blad). Onze “stille ruimte” grenst aan zone 5, zodat je alleen vogelgeluiden hoort.
Zo komen mensen op plekken die ze anders missen, en het valt op hoeveel waardering daar voor is. Mensen beseffen dan dat een tuin meer kan zijn dan voedsel: een plek om te ontspannen, na te denken, of gewoon met je handen bezig te zijn.
Wij hebben bijvoorbeeld een stuk voor groenten, een boomgaard met grasveld, wilgen om te vlechten, een voedselbosrand voor meerjarig voedsel, en een zintuigentuin met geurende planten, insecten, bamboe voor het geruis, en eetbare dingen zoals knotlindes. Die zintuigentuin levert nauwelijks voedsel op, maar wel rust en ervaringen. En dat is een functie die in permacultuur vaak verwaarloosd wordt.
Grasveld?
Neem een grasveld: in permacultuurkringen vaak taboe, maar in de natuur bestaat het volop. Wij hebben er een voor onze steenuil, die kort gras nodig heeft om te jagen. Alles kan een functie hebben—zelfs een strak gazon (voor spelende kinderen, later misschien een bloemenweide).
Dus taboes zijn onnodig. Permacultuur betekent niet dat alles voedsel moet produceren. Een tuin kan ook draaien om rust, inspiratie, of zintuiglijke ervaringen. En dat moet je van tevoren bedenken, zodat je niet later teleurgesteld raakt.
Veel cursisten beginnen voor voedsel, maar ontdekken dat de randen—de hele tuin—meetellen. Geen aparte “siertuin” of “moestuin”, maar één geheel. En daarin moet je keuzes maken: wil je vooral oogsten? Weinig werk? Een tuin met verrassende hoekjes? In een drukke maatschappij is een plek waar je níets móét maar alles mág van onschatbare waarde.
Permacultuur is meer dan voedsel kweken
Kortom: denk eerst na over wat je wilt—niet alleen over zones of windrichtingen. Een tuin waar je graag bent, maakt zelfs werk plezierig. Maar begin niet met een volledige voedseltuin als je eigenlijk ook rust wilt; vaak eindigt dat in een terugkeer naar gras. Betrek alle gebruikers, plan voor meerdere functies, en zie permacultuur breder dan eten alleen.
Wat je hierboven leest, is een transcriptie van de podcast. Deze tekst bevat de hoofdpunten van de opname, maar is altijd beknopter dan het origineel. Wil je het volledige verhaal, met alle details, dan kan je best de opname bovenaan beluisteren!
Wil je het in je auto, tijdens het sporten of tuinieren beluisteren, dan is het misschien handig om dit via mijn Spotify-kanaal te doen: Je Eigen Perfecte Tuin
Geef een reactie