Deze podcast is het eerste deel van een reeks over onze innovatieve manier van combineren in de tuin. We noemen het “het systeem van schijnbare chaos”, een alternatieve vorm van combinatieteelt. In dit systeem hoef je maar een paar regels te volgen en heb je veel vrijheid om te combineren en te kweken wat je maar wilt, zonder beperkingen qua oppervlakte of indeling. Je kunt veel meer en efficiënter combineren.
Naam
Laten we beginnen met de naam “systeem van schijnbare chaos”. Mensen die onze tuin bezoeken, ervaren het vaak als chaotisch, vooral in de zomer wanneer alle planten in volle bloei zijn. Maar dat is precies de bedoeling. Door bewust chaos te creëren en intensief te combineren, zorg je ervoor dat insecten je planten niet gemakkelijk kunnen vinden. Dus als mensen zeggen dat het een chaos is in onze tuin, zijn we eigenlijk heel tevreden, want dat betekent dat ons systeem goed werkt.
Het systeem van schijnbare chaos is gebaseerd op enkele belangrijke criteria, zoals de kleur, geur, textuur en vorm van de plant, evenals de fysieke oppervlakte die de plant inneemt. Deze criteria bepalen de combinaties die je maakt. Het is een geplande chaos met een duidelijk idee erachter. Daarom hebben we het “schijnbare chaos” genoemd. Er zijn verschillende stappen en een specifieke volgorde nodig om de combinaties te maken.
Mijn ouders begonnen al lang geleden met tuinieren, lang voordat we Tienen Yggdrasil oprichtten. Ze gebruikten destijds het gangbare systeem van wisselteelt, waarin planten worden ingedeeld in vakken op basis van familie of groep. Dit systeem heeft echter beperkingen.
Een groot nadeel, als je die wisselteelt gaat gebruiken, vind ik persoonlijk toch, is dat je ook heel beperkt bent in wat je kan zetten. Je hebt je tuin opgedeeld in zes verschillende vakken. En dan zit je ook wel vast aan de oppervlakte van die vakken. Je kan die niet elk jaar groter en kleiner maken. Dus als je heel veel bladgewassen wilt eten, maar op zich niet zo geïnteresseerd bent in aardappelen, of juist omgekeerd, als je heel veel aardappelen wilt eten, maar heel weinig kolen, dan zit je met het probleem dat op sommige plekken jouw stuk of jouw vak eigenlijk te klein zal zijn. En op andere plekken voor andere groenten, dat het veel te groot is. Het is veel moeilijker om dat goed te laten uitkomen. Je gaat soms waarschijnlijk wat dingen moeten bijzetten om het vak vol te krijgen, of wat meer kweken van iets wat je eigenlijk liever niet eet, of toch niet in die hoeveelheden. Dat is al een eerste groot nadeel.
Een ander nadeel van wisselteelt is dat je sterk geurende planten bij elkaar gaat zetten, zodat ze gemakkelijk worden gevonden door plaaginsecten. Denk maar aan je blok kolen waar deze sterk geurende planten allemaal mooi naast elkaar staan.
Het gebruik van netten en bestrijdingsmiddelen is vaak noodzakelijk, wat niet overeenkomt met ons doel om op grote schaal groenten te telen zonder deze middelen te gebruiken.
Van louter bio naar permacultuur
We gingen op zoek naar een manier van tuinieren waarbij we zo min mogelijk hoefden in te grijpen en de natuur zijn werk konden laten doen. We probeerden verschillende methoden, waaronder de klassieke combinatieteelt, maar zonder veel succes.
Een bekende combinatie in die combinatieteelt is bijvoorbeeld ‘de drie zusters’. ‘De drie zusters’ houdt in dat je drie soorten gaat combineren. Dat is mais, bonen en pompoenen. Die ga je samenzetten en ze gaan elkaar versterken, elkaar ondersteunen en ervoor zorgen dat je op een kleine oppervlakte heel veel verschillende dingen kan kweken. Nu is dat iets wat niet uit onze streek komt. Dit komt uit Latijns-Amerika, uit warme streken. In onze streek is het niet mogelijk om dat op die manier, zoals het ginder gebeurt, te doen, omdat het groeiseizoen voor mais veel te kort is en de volgorde van planten niet werkt.
Normaal gezien is het idee dat je mais plant, en als die wat groter geworden is, plant je de bonen, die groeien langs de mais omhoog. Als laatste zet je dan pompoenen, die de bodembedekking gaan vormen en op de grond gaan uitgroeien. Maar in onze streken kan je mais niet vroeg planten, want die kan niet tegen de koude. Bonen kan je iets vroeger planten dan mais, maar die mogen ook absoluut geen vorst zien. Dus ook daar ben je toch redelijk laat mee. Net hetzelfde als pompoenen. Dat houdt dus in dat je die drie dingen tegelijkertijd moet zetten, wat ervoor zorgt dat jouw mais overgroeid wordt, dat je bonen niets hebben om omhoog te groeien en dat die pompoenen uiteindelijk alles gaan overgroeien.
Wat wij in die periode verstonden onder combinatieteelt en wat wij ook toegepast hebben, is een combinatieteelt waarbij je met goede en slechte combinaties gaat werken. Er bestaan hele tabellen. En wat je dan heel snel merkt, is dat het al vlug ingewikkeld wordt. Heel veel van die combinaties spreken elkaar tegen. Soms heb je in hetzelfde boek verschillende tabellen waarbij al zaken niet meer kloppen.
Een ander probleem is dat ook niet alle soorten daarin besproken worden. Als je wat specialere soorten had of wou zetten, dan vond je daar dikwijls geen combinatie voor en wist je ook niet goed wat je dan wel moest doen.
Andere argumenten tegen deze manier van werken zijn er eigenlijk overvloedig. Zo weet je bijvoorbeeld niet, bij die combinatie, wie heeft dat nu eigenlijk opgesteld. Wat heeft die persoon geprobeerd? Zijn dat planten die naast elkaar moeten staan en het dan goed doen? Moeten die na elkaar gekweekt worden en doen die het dan goed? Dat staat eigenlijk niet echt ergens duidelijk uitgelegd.
Ook weet je niet of die persoon dat heel vaak geprobeerd heeft, met welke rassen dat hij dat geprobeerd heeft, want ook dat maakt dikwijls een groot verschil. Je hebt bonen en bonen en bonen. Hetzelfde met tomaten. Je hebt zoveel soorten, in verschillende maten, andere groeiomstandigheden, hoogtes, breedtes, dat het heel moeilijk is om dat te veralgemenen naar gewoon een volledige soort. En zo kan je nog wel een tijdje doorgaan met argumenten waarom het toch niet zo evident is om een plan te maken en om die combinaties te gebruiken.
Wij hebben verschillende combinaties, gunstige combinaties en ook ongunstige combinaties, geprobeerd en altijd goed gekeken wat de eventuele resultaten zijn. Ook met planten waar geen combinaties van waren, hebben we geprobeerd. En wat we eigenlijk merkten in die periode was dat er op zich niet echt een gunstig of een negatief effect te zien was op de groeikracht van planten. Er was vooral een gunstig effect op de aanwezigheid van plagen, van ziektes.
Omdat je combineerde, omdat je alles door elkaar zette, werden die planten niet gemakkelijk gevonden. En dat was eigenlijk op zich al heel positief.
Methode
We wilden echter een methode vinden die het elk jaar gemakkelijker zou maken om goede combinaties te maken. Mijn moeder volgde een permacultuurcursus en kwam in aanraking met de ayurvedische tuiniermethode. Deze methode baseert zich op enkele criteria, zoals geur, kleur, textuur en vorm van de plant, evenals het volume boven en onder de grond. Dit was het laatste puzzelstukje dat alles op zijn plaats liet vallen.
Sindsdien zijn we volop gaan experimenteren en hebben we een systeem ontwikkeld om gemakkelijk en vlot elk jaar goede combinaties te kunnen maken. Het resultaat is ons “systeem van schijnbare chaos”, een intelligente manier van combineren die leidt tot minder plagen en ziektes in de tuin. Het vraagt wat denkwerk en planning, maar het is de moeite waard. We hopen in de volgende aflevering dieper in te kunnen gaan op dit fascinerende systeem.
Jan van der Meer says
Ik heb het boek ook al een tijdje in huis en vorig jaar 1 bedje uit geprobeerd en dit jaar ga ik alle bedjes uitproberen heb al combinaties op papier staan
Jet Tellegen says
Zeer veel dank weer voor het inspirerende stuk.
Inderdaad heb ik ook elk jaar problemen met de ruimte in mijn tuin vanwege de wisselteelt en ik moet dan heel erg schuiven en meten.
Ook laat ik overal bloemen staan, o.a. goudsbloemen en o.i. kers.
Ik ben heel benieuwd naar het volgende verhaal.
Ik ga proberen mijn leden van onze tuinvereniging een excursie te organiseren, maar vanuit Amsterdam is het wel een eindje rijden.
bertie van benschop says
ja zeer interessant, ik sta op het punt een middelgrote (300-400 m2) groente/fruittuin in zuidwest Frankrijk aan te leggen en daar zou jullie informatie een rol in kunnen gaan spelen. Bedankt alvast