De zon is de laatste weken overvloedig van de partij, en ondertussen is de temperatuur ook serieus de hoogte ingegaan. Tijd dus voor de maartse viooltjes om in bloei te schieten. Maar buiten dat de bloemen massaal open staan en paars zijn, is er over maartse viooltjes nog veel meer te vertellen.
Naam
De Nederlandse naam ‘maarts’ heeft te maken met het bloeitijdstip. Het maarts viooltje bloeit immers heel vroeg, meestal vanaf maart, op beschutte plaatsen kan het zelfs vroeger.
Het tweede deel van de naam ‘viooltje’ komt van het Griekse ion dat vervormd werd en ‘viooltje’ betekent. Athene werd iostefanos, ‘met viooltjes omkranst’ genoemd. Volgens anderen gaat de naam ‘viooltje’ terug op het Latijnse werkwoord violare dat ‘geweld aandoen, schaken’ betekent. Dit verwijst naar de mythe van Persephone die geschaakt werd door Pluto, terwijl de viooltjes machteloos moesten toekijken.
Het tweede deel van de wetenschappelijke naam Viola odorata is het Latijnse woord voor ‘geurig’. Er zijn vele viooltjes maar enkel het maarts viooltje geurt.
Herkomst en verspreiding
Volgens de Griekse legende liet Zeus het maarts viooltje ontstaan als voedsel voor zijn geliefde, Io, die door Hera was veranderd in een koe.
Het maarts viooltje is inheems in Europa en Noord-Afrika, elders is het ondertussen ingeburgerd. In Nederland en België is het op de meeste plaatsen een tamelijk zeldzame soort. In stedelijk gebied komt het maarts viooltje steeds meer verwilderd voor.
Portret
Het maarts viooltje is een laagblijvend plantje, dat niet hoger wordt dan 15 centimeter. Het is doorlevend met een ondergrondse wortelstok en blaadjes die groen blijven in de winter. Door middel van stengeluitlopers verspreidt het zich verder en maakt het langzaam steeds grotere pollen. De blaadjes groeien als een rozet vanuit de wortelstok. De jonge blaadjes zijn als het ware dichtgerold en ontrollen zich steeds verder naarmate ze groeien. De volwassen blaadjes zijn rond en vlak en gaan liggen. De blaadjes hebben een gekartelde rand.
Er ontwikkelt zich een bloeistengel met telkens een violette bloem. Ze heeft vijf kroonbladeren waarvan het onderste een spoor bevat en het honingmerk. Dit leidt de insecten naar de juiste plaats voor bestuiving. De bloei gaat tot eind mei. Zelfbestuiving is niet mogelijk omdat er een klepje op de stamper zit dat pas opengaat door aanraking door een insect. Na bevruchting vormt er zich een doosvrucht met kleine, ronde zaden waarop een ‘mierenbroodje’ zit. Een mierenbroodje is een zoet en vettig stukje waarop de mieren verzot zijn. Daardoor verzekert het maarts viooltje zich nog van een andere verspreidingsmogelijkheid. De mieren nemen het zaadje mee naar hun nest maar ze eten het zaadje niet, enkel het mierenbroodje. Soms eten ze het mierenbroodje al op onderweg en laten het zaadje daar achter.
Standplaats
Het maarts viooltje groeit graag in halfschaduw. Het is een plant van de bosrand. Zoals alle vroege bloeiers voltooit het maarts viooltje zijn cyclus heel snel in het voorjaar. Op het moment van de bloei staan bomen en struiken nog niet in het blad. Daardoor geniet het van de volle zon. Van zodra de bladeren aan de bomen staan, groeit het rustig verder in de schaduw.
Gebruik
De bloemetjes kunnen in de sla. Vroeger werden ze geconfijt en bij de suikerbonen gevoegd ter gelegenheid van een geboorte.
Kandeelsuiker is blauwe suiker, dit is suiker gekleurd met het sap van het maarts viooltje.
Medicinaal worden ze reeds lang toegepast, bij hoest en longproblemen maar ook bij huidproblemen.
Het maarts viooltje wordt geteeld voor de geurige etherische olie. Voor de parfumindustrie worden ze geteeld in China en Frankrijk. Zowel de bloemen als de bladeren leveren hun bijdrage aan parfums.
In de tuin zijn ze belangrijk als leverancier van nectar vroeg na de winter. Ze worden dan druk bezocht door bijen en andere insecten. De parelmoervlinder komt er nectar halen en zet zijn eitjes af op de bladeren.
Bovendien vormen deze vroege bloeiers mooie pollen zonder agressief te zijn. Ze gedijen onder struiken en bomen en vormen een decoratieve toets tussen de groenten.
Uit de verhalenschat
Ook de Germanen hadden een verhaal over het ontstaan van het maarts viooltje. Het ontstond daar waar de godin van de lente in het voorjaar met haar voet de aarde raakte.
Een andere legende vertelt dat de engel die Adam en Eva vergezelde als ze uit het Aards Paradijs werden verdreven, als troost hun tranen veranderde in viooltjes.
Er is een legende die vertelt dat het maarts viooltje aanvankelijk niet geurde, dat was een eigenschap van het driekleurig viooltje. Dat viooltje groeit op de akkers tussen het graan en de mensen vertrapten het graan om de geurige viooltjes te plukken. Toen vroeg het viooltje God om een oplossing hiervoor. Sindsdien geurt het driekleurig viooltje niet meer maar die eigenschap is doorgegeven aan het maarts viooltje dat onder heggen en struiken groeit.
Lindy says
Wat een interessante vertelling. Dank je wel Frank, veel voorjaars tuinplezier.