De winter is het seizoen bij uitstek om te observeren hoe de natuur werkt. Kleine en grote cycli in overvloed, drastische veranderingen in uitzicht en activiteit van planten, grote verschillen in temperaturen. De katalysator voor de metamorfosen is vaak de zon. Aangezien we haar warmte op onze huid al een tijd hebben moeten missen, leek dit mij het juiste moment om haar wat aandacht te schenken 🙂 .
Invloed van de elementen
Een rijke kruidengemeenschap is te vinden in een (niet bemeste) wei. Tussen het gras groeit en bloeit er een hele variatie aan kruiden, hoog en laag, harmonieus in de zon.
Heb je er al eens bij stilgestaan hoe de invloed van de elementen te zien is in de kruiden?
In één jaar of soms een deel van het jaar voltooit een kruid zijn cyclus waarin achtereenvolgens de invloed van de 4 elementen te zien is: het zaadje neemt water op om te ontkiemen, via de wortels maakt het een heel sterk contact met de aarde, de eerste frêle kiemblaadjes verschijnen in de vochtsfeer en door hun volle bladvulling is de aarde-invloed duidelijk zichtbaar. Al groeiend komen er steeds meer blaadjes die een intenser contact maken met de omgeving en de lucht. De invloed van de zon verfijnt deze tot zich uiteindelijk de bloem vormt waarin vuurprocessen aan het werk zijn om het zaad te vormen.
Overgave aan de zon
Sommige kruiden voltooien hun cyclus in een deel van het jaar. De voorjaarsbloeiers zijn reeds vroeg daar met hun bloem. Ze verschijnen als tere plantjes in de nog zwakke voorjaarszon. Hun cyclus is af tegen de tijd dat het blad aan de bomen verschijnt. Dan trekken ze zich helemaal terug in de aarde.
Bloemen in de volle zomer, zoals bijvoorbeeld de distels, zijn veel statiger en najaarsbloemen weerspiegelen de warme herfstgloed van de zon. Veel kruiden geven zich in hun bloem helemaal over aan de zon. Een aantal bloemen draaien mee met de zon. Kijk je vanuit de zonnekant naar anemonen dan zie je de gezichtjes van de bloemen, kijk je aan de schaduwkant dan staan ze met hun rug naar je toe. Sommige bloemen zoals paardenbloemen, openen zich bij zonsopgang en sluiten bij zonsondergang of al bij bewolking of regen.
Ook bij loofbomen zien we een wisselwerking tussen de elementen.
Zelfs bomen worden beïnvloed
Bomen zijn statig als ze mogen uitgroeien als vrijstaande boom. De aardekracht wordt door een machtige stam naar boven gedragen en de takken verspreiden die over een grootse ruimte.
Bomen leven ook mee met de zon: als de zon het grootste deel van haar baan onder de aarde beschrijft nl. in het winterhalfjaar, staat de boom kaal. In het zomerhalfjaar daarentegen staan de bomen vol gebladerte. De meeste bomen lopen uit in april, begin mei, na de voorjaarsdag– en nachtevening. Een tijdlang is er groei, dan stilstand tot de zon haar hoogste punt bereikt en dan ontplooit zich met een korte groeistoot het Sint-Janslot. Nu de zon haar hoogste punt voorbij is, begint de boom met de aanleg van de knoppen voor het volgend jaar.
‘s Zomers ontplooit de boom met de zon een prachtig spel van licht en schaduw. De kruin draagt een hele wereld van vogels en insecten.
Met de herfstdag– en nachtevening, als de zon naar beneden duikt, begint het gebladerte te kleuren en de bladval begint kort nadien. In de winter lijkt de boom geheel en al aarde. Maar van zodra de zon weer gaat stijgen, na de winterzonnewende, begint het sap in de bomen te werken en we zien reeds vroeg de elzen– en hazelaarskatjes zich rekken en uitstuiven.
De boom volgt niet alleen de gang van het jaar, maar hij volgt ook de ontwikkeling zoals een éénjarige plant.
Het uitlopen van de takken in het voorjaar is zoals het kiemen van een éénjarige. Een groene tak in de zomer is als een volgroeid kruid. De prachtige kleuren in de herfst, geel over oranje naar rood, zijn als het ware de bloei. Dan vallen de bladeren terwijl de winterknoppen in de oksels achterblijven, zoals een bloem die pas verwelkt als de zaadvorming in gang is gezet. De winterboom met zijn vele knoppen is als het zaad in de aarde, wachtend op de zon om uit te lopen.
Geïnspireerd op ‘Metamorfose’, F. Julius, Uitgeverij vrij Geestesleven, Zeist, 1972, ISBN 906038 038
Volgende Stap?
Schrijf u in voor email updates, zo wordt u automatisch op de hoogte gehouden van elk nieuw bericht!
Geef een reactie