Melganzevoet komt oorspronkelijk voor in Europa en Midden-Azië maar is nu verspreid over de gehele wereld. Deze plant is niet kieskeurig, ze groeit zowel op vochtige als droge grond, in klei, zand, leem, zavel en op stenige plaatsen. Het is een pionier, dit betekent dat ze overal verschijnt waar onbedekte of bewerkte grond is, liefst op een open, zonnige en stikstofrijke plek. Wellicht is melganzevoet dus ook te vinden in uw tuin.
Het is een éénjarige plant die pas opkomt eind maart – begin april. Er zijn meerdere soorten in de ganzenvoetfamilie die op elkaar lijken. Ook de (tuin)melde die als groente geteeld wordt behoort tot deze familie.
Bepoederde bladeren
Melganzevoet kan zelf ook verschillende vormen vertonen. In het boekje ‘Onkruiden herkennen’ van H. Glas staat ‘Op het eerste gezicht moeten de verschillen in de afmetingen van de bladeren worden gezocht. De melganzevoet heeft in verhouding tot de andere ganzenvoeten vrij brede bladeren die enigszins ruitvormig zijn.’ De vorm van het blad lijkt enigszins op de poot van een gans vandaar de naam. In het hart ligt een wit tot rozig poeder en de bladeren hebben aan de onderzijde van de bladeren witte kristallen waardoor de bladeren bepoederd lijken.
Naar boven toe worden de bladeren iets meer gekarteld en een beetje scherper tot lancetvormig maar de driehoeksvorm blijft bewaard. Melganzevoet vertakt heel sterk en groeit uit tot een grote, stevige plant die tot 150 cm hoog kan worden. De stengel is soms wat rood aangelopen. De wortel kan tot een meter diep gaan en vormt een dikke kluit. Als je de plant wil verwijderen kan je dat het beste doen als ze nog klein is.
Bloemetjes als zaadtak
De bloemetjes zijn klein en onopvallend. Ze vormen de pluim van de plant. Van juli tot september bloeit de plant en vormt massaal veel zaden. In Vlaanderen werd ze in de volksmond ‘zaadtak’ genoemd, dat zegt heel wat!
De aantallen variëren naargelang de bron van 20.000 zaden ( H. Glas) tot 900.000 (Wikipedia) per plant. Bovendien blijven de zaden jarenlang kiemkrachtig. Meer dan 50% van alle kruidenzaden die in Midden-Europa in de grond zitten, zijn zaden van melganzevoet, las ik ooit.
Goed mulchen en zo weinig mogelijk bodembewerking doen is de boodschap als je minder van dit plantje in de tuin wil hebben.
Positieve kanten
Melganzevoet heeft ook heel wat positieve kanten. Het is een eetbare plant: het blad is rauw of gestoofd te gebruiken. Enkele, jonge blaadjes kunnen zo in de sla. Net als alle ganzenvoeten bevat deze plant ook nogal wat oxaalzuur. Niet overdrijven dus met deze plant.
Nochtans werd ze in heel Oost-Europa en Rusland gekweekt als groente. Volgens Phillips in ‘Puur natuur op tafel’ werden de jonge bladeren als bladgroente of gekookt gegeten door tal van Indianenstammen.
Ook de zaden werden al vanouds gemalen en gebruikt om brood te bakken. In tijden van tegenvallende oogst at men melganzevoet als groente of als brood.
Functie in de tuin
Ook in de tuin heeft melganzevoet zijn functie. Het is een voedselplant voor vele dieren. Vooral de zaden vormen voedsel voor heel wat vogels: mussen, vinken en duiven. In Duitsland werd de plant gebruikt voor het vetmesten van gevogelte en wordt daarom ‘Fette Henne’ genoemd.
Planten in de buurt van melde zouden niet zo snel aangetast worden door luizen.
Zoals met nog wel meer kruiden het geval is: het is een eetbaar ‘onkruid’ dat we uittrekken omdat het groeit op plaatsen waar we voedsel willen kweken.
Klaas Homan says
https://www.youtube.com/watch?v=8Yv2SQj_fqM
hoog in calcium,proteine,fosfor en vitamine A
Geertje says
Bedankt voor deze nuttige aanvullende info op de boeken
Ank says
Super deze info. Hoe vaak kun je het eten i.v m. Oxaalzuur?