Alhoewel er massaal veel insecten zijn die planten eten, is er toch helemaal geen gebrek aan planten op onze aarde. Planten weten zich immers te verdedigen, niet enkel met directe verdediging zoals stekels en doornen of stoffen die de belager afstoten of vergiftigen maar ook met indirecte verdediging. Altijd is er minstens één insectensoort die door de verdediging heen breekt en zich specialiseert in het vinden en consumeren van die ene plantensoort.
Planten communiceren
Dat dieren communiceren en elkaar boodschappen doorgeven dat weten we al langer en het lijkt ons ook heel aanvaardbaar. Dat planten communiceren lijkt ons al wat minder ‘normaal’. Toch is dat zo want zo werkt hun indirecte verdediging.
Een eerste manier is het aanbieden van geschikte schuilplaatsen, waardoor insecteneters de plant als woonplaats kiezen. In de opgezwollen stekels van de acaciaboom bijvoorbeeld, wachten mieren op eetbare planteneters.
Een plant kan insecteneters ook lokken met voedsel zoals stuifmeel of suikerhoudende uitscheidingen. Bij een derde manier van indirecte verdediging helpt de plant insecteneters om de planteneters te vinden. Dit kan de plant doen door, nadat hij is aangevallen, geurstoffen als een soort SOS-signalen uit te zenden. De plant verspreidt informatie; zij communiceert.
Planten gebruiken deze chemische signalen om zich te verdedigen tegen aanvallers maar ook om hun buren te waarschuwen voor naderend gevaar.
Natuurlijke vijanden aantrekken
Als planten worden aangevreten dan produceren ze als reactie een geurstof die een natuurlijke vijand van de belager aantrekt. Deze reactie wordt in gang gezet door het speeksel of verteringssap van de belager. Wanneer een luis of een rups een plant aanvreet, komt er speeksel terecht in de plant.
Hierop treedt een heel systeem in werking in de plant die een chemische verbinding aanmaakt die als geurstof de plant verlaat. Eigenlijk roept de plant op deze manier de natuurlijke vijand van de luis of de rups of een andere belager. Planten weten wat ze doen want ze maken verschillende geurstoffen naargelang het soort insect dat hen aanvalt, zodat de juiste natuurlijke vijand wordt geroepen.
Sommige planten roepen heel luid, andere fluisteren als het ware. Dit heeft te maken met de concentratie aan geurstoffen. Deze is hoger dichtbij de plant dan verder af zodat het duidelijk is voor de rover waar hij geroepen is.
Een bonenplant krijgt bijvoorbeeld bezoek van bladluizen. De luizen doen zich tegoed aan de bladeren en beschadigen de plant aanzienlijk. Enkele uren later verschijnt een aantal sluipwespen, de natuurlijke vijanden van bladluizen. Ze leggen hun eieren in de bladluizen, die er op termijn aan sterven. Daarmee verlossen ze de plant van zijn plaaggeesten.
Twee extremen
Niet alle plantensoorten reageren op dezelfde manier. Er vallen twee extremen te onderscheiden. Het ene type planten maakt na vraatschade nieuwe verbindingen, die vervolgens het geurprofiel domineren. Ze maken deze geurstoffen niet na (mechanische) schade door bijvoorbeeld harde wind, hagel of landbouwwerktuigen.
Het andere plantentype zendt na vraatschade een onveranderd geurprofiel uit, maar zendt deze geur na schade in veel grotere hoeveelheden uit. Hoewel in beide gevallen van een actief proces sprake lijkt te zijn, bieden de planten in de twee categorieën zeer verschillende informatie aan.
Als de geur verandert, heeft een insect het waarschijnlijk gemakkelijker om een onbeschadigde of mechanisch beschadigde plant te onderscheiden van een plant met vraatschade.
Niet alleen de plek van beschadiging produceert een nieuwe of opgedreven hoeveelheid geur. De hele plant kan reageren. In dat laatste geval gaat een signaal van de aangetaste bladeren naar de onaangetaste bladeren en brengt ook daar de productie van geurstoffen op gang.
Roofmijten hebben een sterke voorkeur voor de geuren van de planten met spintschade. In een experiment met 40 roofmijten in een Y-vormige reukmeter, kiezen 32 tot 36 van de roofmijten voor de geur van de aangetaste planten.
Geursignalen voor iedereen
Dat geursignaal wordt natuurlijk niet enkel opgevangen door de natuurlijke vijand. De belagers vangen het ook op en sommige zullen als reactie daarop al vertrekken. Ook planten in de buurt vangen de signalen op en gaan zich al voorbereiden. Ze gaan bijvoorbeeld de giftige stoffen al aanmaken of de concentraties verhogen. De informatie kan ook gebruikt worden door planteneters die op zoek zijn naar een voedselplant, door concurrenten van de insecteneter en vijanden van de insecteneter. Stuk voor stuk kunnen ze de signalen gebruiken of misbruiken.
Maar al deze activiteiten van planten vragen veel extra energie. Planten die om een of andere reden verzwakt zijn, kunnen het zich niet veroorloven zoveel energie te investeren en zijn dus een gemakkelijke prooi voor insecten- of andere vraat. De laatste jaren gebeurt er steeds meer onderzoek in deze tak o.a. door prof. dr. Marcel Dicke van de universiteit van Wageningen. Ik heb me voor een deel op zijn werk geïnspireerd.
Ook bomen praten
Maar ook Colin Tudge brengt in zijn boek ‘Het verborgen leven van bomen’ informatie over dergelijke communicaties: Bomen waarschuwen andere bomen in hun omgeving dat er narigheid in aantocht is. Hij schrijft dat de Afrikaanse olifanten daarom maar een paar bladeren eten van de mopaneboom voor ze naar de volgende boom doorlopen. Terwijl ze eten verhoogt de mopaneboom zijn concentraties aan tannines steeds verder, zodat de bladeren almaar moeilijker verteerbaar worden.
Daarnaast produceren ze bepaalde stoffen die als geurstoffen andere mopanebomen benedenwinds waarschuwen dat ze een aanval kunnen verwachten en zij dus ook meer tannines kunnen gaan aanmaken. Men zegt dat sommige acacia’s in reactie op giraffen hetzelfde doen.
Zwakke planten, zwakke afweer
Planten zijn dus lang niet zo weerloos als we vaak denken. Maar we maken ze weerloos door hen te verzwakken door ons ingrijpen. Als er luizen op een plant zitten, ga je dus best niet meteen reageren door op een of andere manier in te grijpen. De plant roept zelf wel om hulp waardoor lieve-heers-beestjes aankomen, zich snel vermenigvuldigen en de luizenkolonie te lijf gaan.
Wanneer je echter ingrijpt zal je een groot deel van de luizen doden of verdrijven maar je neemt ook het voedsel weg van de natuurlijke vijand die noodgedwongen elders op jacht moet gaan. Ondertussen herstelt de luizenpopulatie zich en je kan alweer gaan ingrijpen: een vicieuze cirkel die ook nog veel werk en ongenoegen meebrengt.
Carine Maes says
Hoe reageert de plant op ons? Op onze menselijke aanval? Wij plukken of maaien toch ook planten om op te eten. Wat doet dit met ons “voedsel”? En is er hier verschil met de manier van telen (bio, permacultuur, agrarische industrie, …)
De zorg voor ons voedsel?
Ceulemans Lisa says
Dr Steven Gundry legt in zijn boek: ‘De Plantparadox’ heel goed uit hoe de planten zich beschermen tegen roofdieren en dus ook tegen de mens.
Heeeeel interessant!
Alwina Vreden says
Mooi en interessant artikel, Frank!
Marie-Helene Jans says
Peter Wohlleben, een Duitse boswachter, schreef hier ook al een boek over, toevallig met dezelfde titel.
Conclusie van het verhaal is dat we nog heel veel niet weten, maar dat het wel zeer boeiend is, en dat wat meer respect voor bomen en planten zeker op zijn plaats is.
John Vertriest says
Beste Frank
top , dank om deze info te delen, al veel boeken over dit gelezen , maar mensen kijken raar als je over dit onderwerp iets verteld
groeten en hou het gezond
John
Tom Dankert says
Zo leer ik flink bij en ik ben blij dit te hebbengeleerd. Dank je Frank
Remi Heylen says
Een andere bron over bomen die praten :
https://www.sphinx-cinema.be/programma/film/intelligent-trees-0
Clara says
Dag Frank
ik las hier dat de omringende planten, als reactie op de geurstoffen van de aangevallen plant, ook deze geurstoffen aanmaken. De aangevallen plant doet dit door het speeksel, maar de omringende planten komen niet in contact daarmee.
Hoe vangen die omringende planten dit dan op?
Groentjes Clara
Frank Anrijs says
Planten kunnen op verschillende manier communiceren: via de ondergrond waarbij er gebruikt gemaakt wordt van schimmelnetwerken en ook via vluchtige chemische stoffen die worden opgevangen door naburige planten. Dat ze communiceren is ondertussen al verschillende keren bewezen en algemeen aanvaard. Hoe dit proces juist verloopt is nog een vraag die openblijft.