De natuur is enorm vindingrijk, elke niche is gevuld, elke techniek die je kan bedenken is gebruikt. Er zijn zelfs vele verbazende zaken die je in de wereld tegenkomt: zet je schrap voor de naaktslak, of zeeslak … niet de meest aantrekkelijke wezens, maar wat een seksleven!
Seks is tweerichtingsverkeer voor deze weekdieren, aangezien beide partners een penis en vagina hebben, die beide worden gebruikt bij het paren. Naaktslakken zijn niet alleen hermafrodiet, maar ze gooien hun penis 20 minuten na de seks ook weg – en een nieuwe verschijnt de volgende dag!
Wetenschappers geloven dat dit een manier is voor de weekdieren om rivaliserend sperma uit de vagina van een partner te verwijderen, aangezien zeeslakkenpenissen kleine stekels hebben die vaak bedekt zijn met sperma na het paren. Door de penis weg te gooien, zorgen ze ervoor dat hun sperma niet wordt besmet door dat van hun rivaal tijdens hun volgende seksuele ontmoeting.
Biologen ontdekten dat 24 uur of langer nadat de penis van de zeeslak is afgestoten na de paring, een strak opgerolde spiraalstructuur in het dier zich ontrolt om de vervangende penis te worden. Korter bij thuis blijken je planten in de tuin ook allerlei technieken ontwikkeld te hebben. Niet alleen voor de voortplanting, maar ook voor de bescherming.
Planten zijn chemische fabriekjes
De koolstofatomen die beschikbaar worden door de afbraak van CO2 tijdens de fotosynthese vormen de ruggengraat van de plantenchemie. Planten gebruiken deze koolstof samen met zuurstof, waterstof en stikstof om hun fysieke structuur te maken.
Primaire stoffen zoals suikers, zetmeel en chlorofyl, en honderden of duizenden, misschien miljoenen andere, complexe secundaire stoffen. Hieruit kunnen eindeloos veel samengestelde stoffen op verschillende manieren gemaakt worden. De verschillende relaties bijvoorbeeld tussen 4 suikermoleculen kunnen meer dan 35.000 verschillende componenten maken.
Er zijn meer dan 10.000 alkaloïden, 20.000 terpenen en 8.000 fenolen gekend. Bijna elke dag wordt een nieuw alkaloïde geïdentificeerd. Zelfs in heel kleine hoeveelheden zoals delen per miljoen of per biljoen of per triljoen, kunnen ze belangrijke bio-activiteit uitoefenen. Deze bio-activiteit kan enorm toenemen wanneer deze stoffen gecombineerd worden. Dan denken we aan de medicinale planten, maar alle planten bezitten dergelijke stoffen.
Planten leveren voedsel, dieren helpen planten
Planten en dieren zijn lange tijd samen geëvolueerd en hun relaties weerspiegelen wederzijdse afhankelijkheid die vaak miljoenen jaren oud is. We weten ook dat dieren aan planten eten want ze hebben de voedingsstoffen nodig die door planten aangemaakt worden door middel van fotosynthese. Planten hebben geen probleem daarmee als dat beperkt blijft.
Veel dierenvraat is zelfs nodig voor de gezondheid van zowel de plant als het ecosysteem. Grazen wijzigt de dichtheid, samenstelling en gezondheid van plantengemeenschappen door het eten van planten, het verspreiden van zaden en ontlasting. Sommige planten ontwikkelen een eerste reeks bladeren, bedoeld om te eten.
Overvloedige groei begint pas nadat dit gebeurd is. Denk hierbij aan basilicum die pas begint te groeien als je eraan begint te plukken. Snoeien doet groeien is een gekende uitdrukking. Bij veel planten worden zowel de stofwisseling, de ademhaling als het transport van de voedingsstoffen gestimuleerd door vraat van dieren en insecten.
Planten verdedigen zich
Planten hebben geen probleem met vraat tot ongeveer 18%. Het is pas boven een bepaald niveau dat ze defensieve verbindingen in grote hoeveelheden gaan produceren. Deze verbindingen komen in verschillende vormen voor.
Glucosinolaten, vroeger mosterdolieglycosiden genoemd, zijn zwavelhoudende glycosiden die hiervan een voorbeeld zijn. Onder invloed van enzymen of in aanwezigheid van zuren vallen ze uiteen in een of meerdere suikers (vaak glucose, druivensuiker) en een niet-suikerachtig deel of aglycon. Het aglucon staat meestal in voor de geneeskrachtige werking. Dit zorgt voor de scherpe smaak en is bacteriedodend, vooral via de urinewegen.
De meeste planten van de familie van de Kruisbloemigen of Cruciferae bevatten glycosinolaten. Enkele voorbeelden zijn zwarte mosterd, lepelblad, waterkers, kolen, raket, radijs, rammenas, look-zonder-look, herderstasje, veldkers, mierikswortel.
Daarnaast bevatten enkele planten van de Leliefamilie of Liliaceae eveneens glycosinolaten namelijk ui, knoflook en verwanten zoals Egyptische ui, daslook, bieslook, Chinese bieslook, prei.
In de Klimkersfamilie of Tropaeolaceae bevat Oost-Indische kers deze glycosiden. Glucosinolaten worden pas prikkelend als de platenvezel verpletterd wordt of gekauwd en ze zo in aanraking komen met het enzym in speeksel.
De planten gebruiken deze secundaire stoffen als een natuurlijke afweer tegen planteneters.
Perfecte regeling
In sommige gevallen zijn de secundaire metabolieten die uit glucosinolaten worden gemaakt, voor de plant zelf schadelijk. Daarom maakt de plant glucosinolaat en het enzym myrosinase apart aan en houdt in de cel deze twee stoffen gescheiden van elkaar. Pas als de plant beschadigd wordt of bij stress komen de twee stoffen vrij en valt bij aanwezigheid van water het glycosinolaat uiteen. Er zijn ongeveer 120 verschillende, natuurlijke glucosinolaten bekend.
Medicinale planten, gezonde planten
Planten die we als medicinale planten bestempelen zijn planten die secundaire stoffen in een bepaalde verhouding bevatten die bij de mens als geneeskrachtig bevonden zijn. Niet alle geneeskrachtige stoffen zijn bekend net zoals niet alle planten bekend zijn, de reeks is immers eindeloos. Bovendien bevatten alle planten secundaire stoffen, ook planten die we als onkruid beschouwen of die we als groenten eten.
Het aanmaken van die secundaire stoffen vraagt echter veel energie van een plant en het zijn dan ook de gezonde planten die dergelijke verdedigingsstoffen aanmaken. Daardoor kunnen ze zelf weerstand bieden tegen aanvallers en kunnen ze zich goed handhaven zonder onze tussenkomst. Daarvoor is dan weer een gezonde bodem nodig.
In de klassieke land– en tuinbouw gaat men ervan uit dat planten niet kunnen gedijen zonder onze hulp. Hoe vaak hebben we al moeten horen: ‘zonder sproeien krijg je niets’. Maar het is precies door de technieken van de moderne landbouw dat de bodem verarmt en de planten verzwakken. En dan is de cirkel rond: men moet ingrijpen.
Maar planten kunnen echt wel voor zichzelf zorgen, dat doen ze al miljoenen jaren, lang voor de mens op het toneel verscheen.
Liliane says
Mooi uitgelegd, das de reden waarom we biologische groenten moeten, jawel, moeten eten.
Marion says
Geweldig artikel. Veel dank hiervoor.
Carine Maes says
Prachtig uitgelegd! Zeer interessant!
Dank je wel,
Carine
Peter says
Leerzaam verhaal, bedankt!
Maria says
Zeer boeiend!
Dank je wel!
Maria Verachtert says
Dank je wel…boeiende uitleg !
Nu de gangbare landbouw nog meekrijgen…
Roelie van der Zee says
Heel interessant allemaal, duidelijk uitgelegd.
Bedankt!
Leen says
Mooi!! …en wij zijn ook zo n stukje natuur…