Yggdrasil

Voor plezier en eenvoud in de natuurlijke moestuin

  • Winkel
    • Zelfpluktuin
    • Hoevewinkel
    • Webwinkel
      • Webwinkel
    • T-shirt shop
  • Educatie
    • Wil Je Yggdrasil Steunen Na De Brand?
    • Start Hier!
      • Gratis Nieuwsbrief
        • LedenPagina
      • Gratis webinars
      • Gratis artikels
        • Natuurlijk tuinieren
        • Mulchen
        • Composteren
        • Kleinfruit: Onderhoud, snoeien en verwerken
    • Producten onder €50
      • Rondleidingen
        • Maart
        • Juni
        • Augustus
        • September
      • Boeken
        • Gezonde Voeding Uit De Natuurlijke Moestuin
        • Mulchen in de natuurlijke moestuin
        • Permacultuurprincipes in de natuurlijke moestuin
          • BonusBrochure
          • Persmap
        • Combineren in de natuurlijke moestuin
          • Bonus Video’s
          • Pers Map
        • Zeven stappen naar een natuurlijke moestuin
      • Zelfstudie Cursussen
        • Mulchen
        • Zelfstudiecursus Permacultuur
      • Online Brochures
      • Tutorial Kruidenspiraal
        • Toegang
    • Cursussen
      • Info ZelfstudieCursus ‘Het Groene Fundament’
        • Zelfstudiecursus ‘Het Groene Fundament’
      • Info Online cursus ‘Groenten Kweken’
        • Online Jaarcursus ‘Groenten Kweken’
      • Jaaropleiding Ecologisch Tuinieren en Permacultuur
      • Info Online Jaarcursus ‘Groenten Kweken voor gevorderden’
        • Online Cursus voor Gevorderden
    • Bronnen en hulpmiddelen
  • Blog
  • Word Lid
  • Contact
    • Wie ben ik?
    • Contact
    • Op zoek naar een lesgever?
    • Openingsuren hoevewinkel
  • Login
    • Account
    • Ledenplatform
    • Login
Je bent hier:Home / Archives for Bodem

Zijn We Op De Juiste Manier Bezig Met Onze Voedselbossen?

In deze podcast wil ik het graag hebben over voedselbossen en bodems. Ik ben de laatste tijd weer heel veel bezig met bodems. Dat was een tijdje wat minder, omdat ik vooral met onze eigen bodem bezig was, en die was ondertussen al goed. Dus ik had me er niet echt meer in verdiept. Maar door het werk met de bodempioniers ben ik toch weer van alles beginnen opzoeken, heb ik nieuwe inzichten gekregen. Geen gigantische verschuivingen, maar ik ben me wel opnieuw bewust geworden van het belang van die bodem, en eigenlijk ook van de eenvoud om die bodem te verbeteren. [Read more…]

Water geven in de tuin: Hoe, wanneer en waarom?

In de podcast van vorige week heb ik uitgelegd hoe je door goede bodemzorg, door te mulchen en door je manier van tuinieren aan te passen, kan zorgen dat je niet of nauwelijks water hoeft te geven. Maar uiteindelijk, de weersomstandigheden dwingen je soms om in te grijpen als je toch nog groenten wilt kweken. Als je moet water geven, wil ik in deze podcast graag bekijken hoe je dat dan het beste kunt doen. [Read more…]

Kan je je tuin zo ontwikkelen dat je nooit water moet geven?

Wel of niet water geven? Wanneer water geven? Hoeveel water geven? Hoe lang water geven? ‘s Morgens of ‘s avonds water geven? Er zijn gigantisch veel vragen te stellen en te beantwoorden als het over water geven gaat in de tuin. Maar misschien nog belangrijker is: hoe kun je je tuin zo ontwikkelen dat je in principe geen water hoeft te geven? Wat zit daar allemaal achter? Hoe kun je dat aanpakken? Dat wil ik graag bespreken in deze podcast. [Read more…]

Bodempioniers: Kan jij mij helpen met jouw motivatie?

Deze podcast gaan we een beetje omgekeerd aanpakken. Normaal vertel ik over dingen die ik geleerd heb in de tuin, die ik toepas en die ik wil delen om jou eventueel te helpen in jouw tuin. Deze keer zou ik graag hulp vragen voor een probleem waar ik mee zit en ben ik ervan overtuigd dat jullie mij daar bij kunnen helpen. [Read more…]

Moet Je De Mulchlaag Weghalen in het Voorjaar?

Dat mulchen enorm veel voordelen heeft in de tuin, dat heb ik al herhaaldelijk gezegd, en dat is jou misschien ondertussen ook al wel duidelijk. Maar in het voorjaar, wat doe je dan met die mulch? Moet je die laten liggen? Moet je die weghalen? Het advies dat altijd gegeven wordt, is dat je die in het voorjaar moet weghalen, zodat de bodem open en bloot ligt. Maar heeft dat nu echt wel voordelen? Waarom zou je dat doen, en hoe doen wij dat? Dat ga ik proberen uit te leggen.

[Read more…]

Kan Je Te Veel Moeite Doen Voor Je Bodem?

In de vorige podcast heb ik uitgelegd dat het eigenlijk heel eenvoudig is om je bodem te verbeteren. Het komt neer op het toedienen van organisch materiaal, in welke vorm dan ook – compost, mulch, het maakt niet zoveel uit. Dit zorgt ervoor dat je bodem geleidelijk aan beter wordt. Meer is er eigenlijk niet nodig.

Ik heb altijd gedacht dat je niet te veel materiaal kon toedienen, maar dat je elk jaar materiaal kon blijven toevoegen, waardoor je bodem steeds beter zou worden. Er leek geen maximum aan te zitten. Onlangs heb ik echter geleerd dat dit misschien toch niet helemaal klopt, en dat ga ik vandaag wat dieper bekijken. [Read more…]

Is Het Echt Zo Moeilijk om Je Bodem Te Verbeteren?

Ik zit sinds enkele maanden in een werkgroep over de bodem, waar we samen met een groep bodempioniers – mensen die intensief met de bodem bezig zijn – proberen oplossingen te zoeken voor de huidige problemen met de bodem. We onderzoeken waar de moeilijkheden liggen om een gezonde bodem te creëren. Het verbaast me altijd hoeveel moeite er wordt gedaan om dit complex te maken, terwijl het volgens mij eigenlijk heel simpel is.

[Read more…]

Zorgt Mulchen Voor Gebrekkige Groei Van Je Planten?

In de vorige podcast heb ik het gehad over bemesten en hoe dat absoluut niet nodig is in een natuurlijke moestuin. Ik legde uit hoe je door organisch materiaal in de bodem te brengen voldoende voedingsstoffen voorziet voor je planten. Een gerelateerde vraag die regelmatig naar voren komt, is hoe het nu precies zit met mulchen en stikstoftekorten. Daar wil ik in deze podcast wat uitgebreider op ingaan.

Mulchen en stikstoftekorten: een veelgehoorde zorg

Vaak wordt gevraagd of verteld, of heeft men ergens gelezen, dat mulchen problemen kan geven met het stikstofaanbod. Het idee is dat door het aanbrengen van organisch materiaal, er een stikstoftekort kan ontstaan, waardoor je planten niet meer goed groeien en je geen goede opbrengsten meer krijgt. Maar klopt dit wel? Volgens mij valt dat reuze mee.

Wanneer je organisch materiaal op je bodem brengt, of dat nu bruin of groen materiaal is, stikstofrijk of stikstofarm, maakt eigenlijk niet zo veel uit. Dit materiaal komt in contact met de bodem, en het bodemleven gaat ermee aan de slag. Het verteert het materiaal, en bij dat verteren komen allerlei voedingsstoffen vrij, waaronder koolstof en stikstof. Deze voedingsstoffen worden gedeeltelijk vrijgegeven voor je planten.

Wat er kan gebeuren, is dat het bodemleven merkt dat er veel voedsel beschikbaar is. Het gaat zich dan spontaan vermenigvuldigen. De omstandigheden zijn ideaal, dus het bodemleven breidt zich sterk uit. Om dit te doen, heeft het uiteraard ook voedingsstoffen nodig, en koolstof en stikstof spelen hierbij een cruciale rol. Het bodemleven neemt deze stoffen op in een bepaalde verhouding: voor elke 25 delen koolstof is ongeveer 1 deel stikstof nodig. Dit is een gemiddelde verhouding, die natuurlijk een beetje kan schommelen.

Stikstofrijk versus stikstofarm materiaal

Als je stikstofrijk materiaal, zoals groen materiaal, op de bodem legt, wordt relatief gezien meer stikstof vrijgegeven en minder koolstof. Het bodemleven merkt dan dat er een overvloed aan stikstof is, maar dat koolstof de beperkende factor wordt. Hierdoor blijft er vaak stikstof over die beschikbaar is voor planten.

Andersom, als je bruin materiaal zoals blad, houtsnippers of stro gebruikt, bevat dit veel meer koolstof dan stikstof. Wanneer dit materiaal wordt afgebroken, komt er een overvloed aan koolstof vrij, maar is er een tekort aan stikstof. Het bodemleven heeft dan niet genoeg stikstof om zich op te bouwen en zal dit actief in de bodem gaan zoeken. Hierdoor wordt alle vrijgekomen stikstof gebruikt voor de opbouw van het bodemleven, en blijft er weinig tot niets over voor je planten. Dit is waar het idee van stikstoftekorten vandaan komt.

Mulchen versus onderwerken

Echter, dit probleem doet zich vooral voor als je organisch materiaal onderwerkt, dus in de bodem stopt. Als je mulcht, leg je het materiaal simpelweg op de bodem. Hierdoor ontstaat er een contactzone tussen de bodem en het mulchmateriaal, meestal slechts een centimeter of twee dik. In deze zone is het bodemleven zeer actief en vermenigvuldigt het zich explosief. Als je bruin materiaal gebruikt, kan het zijn dat in deze bovenste laag alle stikstof wordt vastgelegd. Maar de wortels van je planten gaan veel dieper, waar ze voldoende voedingsstoffen vinden. Het fenomeen van stikstofvastlegging speelt dus vooral in de bovenste centimeter en heeft weinig effect op de plantengroei.

Waarom dit verhaal dan toch de ronde doet, snap ik niet goed. Het is slechts een fijne overgangszone waarin eventueel problemen kunnen optreden, en dat vooral in het begin, als je net start met mulchen. Dan moet je bodemleven zich nog aanpassen aan het nieuwe systeem. Na enkele maanden is deze bovenste laag echter verzadigd met bodemleven. Het kan niet meer uitbreiden, en het evenwicht is bereikt. Wanneer bacteriën, schimmels en andere organismen afsterven, komen de voedingsstoffen die ze bevatten weer vrij voor je planten. Dus als er al een probleem is, is dit slechts tijdelijk en beperkt tot de bovenste centimeter.

Problemen bij zaaien?

Een mogelijke uitzondering is wanneer je zaait. Normaal gesproken maak je een zaaigeul, en de wortels van de kiemplantjes gaan snel de diepte in. Wij hebben bijvoorbeeld nooit problemen gemerkt met stikstoftekorten bij het zaaien. Het probleem doet zich vooral voor als je organisch materiaal onderwerkt, bijvoorbeeld door te spitten. Als je mest of een groenbemester in de bodem werkt, verspreid je het organisch materiaal over een veel groter gebied, vaak tot wel 20 centimeter diep. Hierdoor wordt het bodemleven over een grotere zone geactiveerd, en kan het stikstoftekort zich over een groter gebied voordoen.

Dit is vooral het geval als je bruin materiaal, zoals blad, houtsnippers of stro, onderwerkt. Het bodemleven heeft dan een tekort aan stikstof om zich op te bouwen en zal alle beschikbare stikstof in de bodem gebruiken, waardoor er weinig overblijft voor je planten. Dit is waar het verhaal van stikstoftekorten vandaan komt, maar het geldt dus vooral als je organisch materiaal onderwerkt, niet als je mulcht.

Onze ervaring met houtsnippers

Wat ik wel moet toegeven, is dat wij in een specifiek geval wel wat problemen hebben gehad. Op een plek waar we al acht à negen jaar houtsnippers gebruiken als mulch, merkten we in het begin dat bladgroenten wat slechter groeiden. Ze bleven kleiner dan in de rest van de tuin, terwijl andere planten, zoals tomaten en courgettes, juist heel goed gedijden. Dit probleem is inmiddels verdwenen, maar het duurde een paar jaar voordat het evenwicht was bereikt.

Wat hier mogelijk speelde, is dat houtsnippers een veel hogere verhouding van koolstof ten opzichte van stikstof hebben. Hierdoor duurde het langer voordat het bodemleven in evenwicht kwam, en was de overgangszone waar stikstof werd vastgelegd mogelijk wat groter dan de gebruikelijke bovenste centimeter. Dit kan verklaren waarom we de eerste jaren wat moeizame groei zagen bij bladgroenten.

Conclusie: mulchen is de oplossing, niet het probleem

Als je mulcht met organisch materiaal zoals blad, gras of andere plantenresten, hoef je je geen zorgen te maken over stikstoftekorten. Dit probleem doet zich vooral voor als je organisch materiaal onderwerkt, vooral bruin materiaal zoals houtsnippers of stro. Mulchen daarentegen is een uitstekende manier om je bodem gezond te houden zonder stikstoftekorten te veroorzaken. Het enige wat je nodig hebt is wat geduld, vooral als je net begint. Na enkele maanden is het evenwicht bereikt, en heb je een gezonde, productieve tuin zonder extra bemesting.

Dus, kort samengevat: mulchen is de manier om je bodem gezond te houden, en stikstoftekorten zijn zelden een probleem als je het op de juiste manier aanpakt. Laat de natuur haar werk doen, en je zult zien dat je tuin floreert zonder dat je je zorgen hoeft te maken over bemesting of stikstoftekorten.

 


Wat je hierboven leest, is een transcriptie van de podcast. Deze tekst bevat de hoofdpunten van de opname, maar is altijd beknopter dan het origineel. Wil je het volledige verhaal, met alle details, dan kan je best de opname bovenaan beluisteren!

Wil je het in je auto, tijdens het sporten of tuinieren beluisteren, dan is het misschien handig om dit via mijn Spotify-kanaal te doen: Je Eigen Perfecte Tuin

 

Is Bemesting Noodzakelijk in een Natuurlijke Tuin?

In de podcast van deze week wil ik het graag hebben over meststoffen, oftewel bemesten in de tuin. Het is een onderwerp dat vaak wordt aangeraden en door velen als noodzakelijk wordt beschouwd. Zodra je een tuincentrum binnenstapt, word je overspoeld met allerlei soorten meststoffen, in verschillende vormen en voor uiteenlopende toepassingen. [Read more…]

In Welke Soort Moestuin Wil Jij Je Groenten Kweken?

Starten met een Moestuin

Als je met een moestuin start of al een tijdje aan het tuinieren bent, dan heb je misschien een grondplan zoals een klassieke moestuin. Dat is een grote open vlakte waar de zon volop toegang heeft. Daar ga je dan je groente kweken.

Als je natuurlijk tuiniert, heb je misschien al van randen gehoord of van andere zaken die je kan integreren in je tuin. Dan heb je misschien een andere visie, misschien een visie die gelijk loopt met ons. Wij hebben geprobeerd om zoveel mogelijk andere zaken in onze moestuin te integreren. We hebben dus ook kruiden, fruit, fruitstruiken en fruitbomen in die tuin staan. Maar in welke mate je dat integreert en waarom je dat integreert, dat zou ik graag in deze tekst uitleggen. Eerst starten we met een belangrijk thema in permacultuur: successie.

Wat is Successie?

Als je naar de natuur kijkt en wat er gebeurt in de natuur, zal je merken, dat heb ik al verteld, dat blote aarde direct begroeid wordt. Je krijgt een evolutie waarbij de natuur een ecosysteem ontwikkelt. Plantengemeenschappen ontwikkelen zich tot een stabiele climaxvegetatie, een vegetatie waar zo goed als niets meer aan verandert en die een eindpunt heeft bereikt. In onze streken is dat meestal een bos, zoals een eikenbos of een beukenbos.

In andere streken is dat misschien, afhankelijk van de omstandigheden, savanne, graslanden of een andere vorm van climaxvegetatie. Omdat wij in een streek met bossen leven, bestaat het idee dat je een tuin kunt ontwikkelen waar je weinig werk aan hebt. Sommigen streven een situatie na die lijkt op een bostuin. Daar hebben wij niet voor gekozen, maar onze aanpak sluit daar wel gedeeltelijk op aan.

Wat Gebeurt er in Successie?

We gaan gewoon eens kijken wat er bij successie gebeurt. In successie heb je een pionierssituatie. Dat is een beginsituatie als er iets gebeurd is in de natuur, een aardverschuiving, overstromingen, een vulkaanuitbarsting.

Dan kan je hebben dat op bepaalde plekken in de natuur niks meer van vegetatie is. Een brand bijvoorbeeld kan ook. Dat alles weg is, dat je gewoon blote aarde hebt.

Dan merk je dat de natuur zijn best doet om dat zo snel mogelijk te bedekken. Dat gaat het doen met pioniersvegetatie, met pioniersplanten. Dat zijn planten die heel snel groeien.

Heel vaak zijn dat ook eenjarigen die heel veel zaad maken en op die manier hun uiterste best doen om die bodem zo snel mogelijk te bedekken. Als je met die pioniersvegetatie niks doet, dan verliest die een beetje zijn functie. Onder die pioniersvegetatie komen eerst wat meer tweejarige en dan meerjarige planten, zodat die bodem constant bedekt is.

En die pioniersplanten hebben een andere functie. Die gaan niet groeien in plaatsen die al bedekt zijn. Die kunnen die concurrentie niet aan. Die hebben open vlakte nodig. Dus er gaan steeds meer meerjarige planten komen en stilaan komen er struiken en kleine boompjes. Die kleine boompjes worden dan overgroeid door iets grotere bomen, wel korter levende bomen.

Ik denk bijvoorbeeld aan berken, die niet al te oud worden. Die bieden dan de schaduw, de plaatsen, de omstandigheden voor die climaxvegetatie, in onze streken die eikenbomen, die beukenbomen, die heel groot worden, heel oud kunnen worden en een stabiel systeem ontwikkelen. Dat is een beetje in het kort wat er allemaal gebeurt bij zo’n succes.

Pioniersfase en de Moestuin

En als je gaat kijken, een moestuin is eigenlijk iets wat zich in die pioniersfase ophoudt. Je gaat de bodem kaal maken, toch zeker in een klassieke moestuin. Maar ook in een natuurlijke moestuin ga je die afdekken, ga je zorgen dat er weinig planten staan, dat er geen onkruiden staan.

Onkruiden zijn eigenlijk die pioniersplanten, die eenjarigen, die proberen om die bodem te bedekken. En je gaat dat vervangen door mulchmateriaal, maar je houdt je bodem of je tuin wel in die pioniersvegetatie. Waar je uiteraard heel goed eenjarigen kan kweken in een bos, is dat niet echt de bedoeling, gaat dat niet echt, omdat er geen omstandigheden zijn voor die eenjarigen.

Dus in een bos groenten kweken, onze klassieke groenten, dat is eigenlijk helemaal niet evident. En dan heb je ook nog het verhaal dat vaak verteld wordt over schimmeldominantie, over bacteriedominantie. En een pioniersvegetatie wordt bekeken, die bodem, als een bacteriedominante bodem.

En men zegt dan ook dat jouw pioniersplanten, jouw groenteplanten, die bacteriedominante bodem nodig hebben en dat die niet in een schimmeldominante bodem kunnen groeien. Schimmeldominante bodems heb je dan in ontwikkelde bossen. Daar heb je heel andere omstandigheden dan in een open vlakte.

Daar heb je veel meer houtig materiaal, takken die op de grond gaan, blaren die op de grond vallen. Dus daar krijg je een heel andere samenstelling en daar spreek je over een schimmeldominante bodem. Als je over schimmel- en bacteriedominant praat, dan moet je dat wel een beetje… Ja, dat is niet zwart-wit, je moet dat een beetje grijs bekijken.

Schimmeldominante bodems in bossen, dat betekent dat er echt wel een grote hoeveelheid schimmels aanwezig is en een kleinere hoeveelheid bacteriën. En dan spreek je over iets van 80 procent schimmels, 20 procent bacteriën. Als je naar een bacteriedominante bodem gaat in die pioniersfase, dan is dat niet gewoon omgedraaid, maar dan spreek je eerder over een evenwicht van bacteriën en schimmels.

Meestal ligt dat wat 50-50, soms misschien 60-40, in het voordeel van bacteriën. Maar het is zeker niet zo dat die bodem echt verzadigd is met bacteriën en dat er nauwelijks schimmels in voorkomen. Schimmels zijn nog altijd gigantisch belangrijk, ook in een pioniersbodem, ook in een pioniersvegetatie, dus ook bij het kweken van je eenjarige groenten.

Als dat verteld wordt, krijg ik altijd een beetje kriebels. Heel vaak wordt er gezegd dat een bodem bacteriedominant moet zijn om groenten te kweken. Dan lijkt dat alsof je geen schimmels moet hebben in je tuin.

Dan krijgen mensen schrik om te mulchen met houtsnippers en bladmateriaal, want dat trekt natuurlijk schimmels aan. Maar dat klopt dus helemaal niet. Bacteriedominante bodems zijn bodems waar nog altijd rond de 50 procent schimmels aanwezig zijn, dus waar die nog altijd een gigantische rol spelen.

Die moeten dus ook gevoed worden met houtig materiaal, met schimmels. Dat is een eerste belangrijke opmerking. Ook in een gewone moestuin heb je nog altijd die schimmels nodig en kan je nog altijd van alles doen om die schimmels te stimuleren.

Verschillen tussen Pioniersbodems en Climaxbodems

Wat is nog het verschil tussen een pioniersbodem en een climaxbodem, of de bodem in een climaxvegetatie? Dat is dan de pH. In principe zegt men dat een open bodem, een moestuinbodem, een pioniersbodem, een basische pH heeft, dus een hoge pH. In een bos heb je meestal veel zuurdere grond en ga je daar een veel lagere pH hebben, die dan ook geschikt is voor andere soorten, maar minder geschikt is om eenjarige gewassen in te kweken.

De omstandigheden zijn totaal anders. Een pioniersoppervlakte, een pioniersbodem, een pioniersplek is een plaats waar heel veel licht is. Alles groeit daar heel snel. Denk aan de pioniersonkruiden, die de bodem zo snel mogelijk proberen dicht te groeien. Dat is ook wat jij doet voor jouw groenten: zorgen dat ze veel licht krijgen en snel groeien.

In een bos is dat helemaal anders. Dat weet je als je in een oud bos kijkt, bijvoorbeeld een beuken- of eikenbos. Daar is het donker, en daar groeit ook niet veel onder die bomen, omdat de omstandigheden daar simpelweg niet geschikt voor zijn. Het is daar te donker om groenten te laten groeien die veel licht nodig hebben.

Als er iets groeit, dan is dat meestal in het vroege voorjaar. Planten groeien dan snel voordat de bomen bladeren krijgen. Zodra de bomen in blad staan, trekken deze planten zich terug in de grond en krijg je heel andere omstandigheden. Daarom is het bijna onmogelijk om groenten te kweken in een bos.

Het Belang van Overgangszones en Randen in Permacultuur

Maar dan heb ik het nog niet gehad over die tussenzone, over die overgangsfase. Ik heb het in een vorige podcast al verteld: randen zijn enorm belangrijk in permacultuur en in de natuur.

Die rand is een overgangszone tussen pioniersvegetatie en climaxvegetatie. Randen zijn plekken waar twee ecosystemen samenkomen: waar het systeem van pioniersvegetatie en -bodem samenkomt met dat van climaxvegetatie en -bodem. En wat ga je daar dan hebben? Je gaat daar een mengeling hebben van alles. Op sommige plekken zullen bomen staan, zowel kleine als grote. Er zullen struiken aanwezig zijn, maar ook meerjarige en zelfs eenjarige planten.

Deze mengeling zorgt ervoor dat de bodem in zo’n rand niet volledig bacteriedominant wordt, zoals in een pioniersgebied. Maar hij wordt ook niet volledig schimmeldominant, zoals in een bos. Het blijft een mengvorm. Daardoor heb je nog steeds prima omstandigheden om groenten te kweken. Ook de pH blijft gunstig: een licht basische bodem, die minder basisch zal zijn dan een pioniersbodem, maar ook niet zo zuur als een bosbodem.

Je hebt ook voldoende licht, omdat het een overgangszone is. Tegelijk heb je schaduw voor planten die liever wat minder licht hebben. Bovendien haal je extra voordelen uit die rand. Je krijgt meer biodiversiteit doordat de omstandigheden in zo’n overgangszone ideaal zijn voor allerlei dieren, bacteriën en schimmels. Die diversiteit is veel groter dan in een pioniersbodem of in een climaxvegetatie. In een pioniersbodem heb je bijvoorbeeld weinig soorten planten. Het aantal diersoorten blijft ook beperkt, omdat er weinig structuur en voedsel aanwezig is.

In een bos is de diversiteit ook niet heel groot. Zoals ik eerder zei: op de bosbodem groeit weinig, en de diversiteit aan boomsoorten is redelijk beperkt. Maar in een overgangszone, een randzone, vind je juist veel meer soorten. Denk bijvoorbeeld aan fruitbomen en fruitstruiken, die meestal in zo’n overgangsgebied goed groeien. Deze randen bieden de ideale combinatie van planten en omstandigheden om een gezonde, rijke bodem te ontwikkelen. Dat is iets wat je niet terugvindt in een klassieke moestuin.

Onze Aanpak: De Bosrandmoestuin

Wij hebben ervoor gekozen om eenjarige gewassen te kweken, maar ook meerjarige. Daarmee schuiven we al iets verder op in de pioniersfase en komen we dichter bij de randzone. In onze moestuin hebben we fruitstruiken zoals rode bessen, frambozen en kruisbessen geïntegreerd. Ze staan langs de randen van de paden en aan de kopse kanten van de bedden. Ze staan niet in de bedden zelf, maar maken wel deel uit van de moestuin.

Daarnaast hebben we zelfs kleinere fruitbomen in onze moestuin staan. Deze staan wel tussen de bedden, echt ín de moestuin. Verder gebruiken we veel organisch mulchmateriaal, zoals houtsnippers. Door deze aanpak simuleren we de omstandigheden van een bosbodem, wat gunstig is voor de bodemstructuur en biodiversiteit.

Door onze tuin op deze manier te ontwerpen, creëren we een overgangszone die de voordelen van zowel pioniers- als climaxvegetatie combineert. Het resultaat is een tuin met veel meer biodiversiteit en betere bodemomstandigheden dan een klassieke moestuin. Bovendien is het veel minder arbeidsintensief dan een moestuin die je constant moet spitten en onkruidvrij houden.

Waarom Randzones Ideaal Zijn voor een Moestuin

De klassieke moestuin met een grote, open vlakte en alleen eenjarige gewassen is vaak niet ideaal. Het is arbeidsintensief en biedt weinig biodiversiteit. Hierdoor zijn planten vatbaar voor ziekten en plagen. Een bos is ook geen goede oplossing, omdat de omstandigheden daar niet geschikt zijn voor groenten: te weinig licht, te weinig diversiteit en een bodem die niet bacteriedominant is.

Een overgangszone biedt juist het beste van beide werelden. Je hebt er voldoende licht voor gewassen die dat nodig hebben, maar ook schaduw voor planten die minder licht verlangen. Je kunt er groenten, fruit en kruiden kweken, en meerjarige gewassen telen. De bodem heeft de juiste balans tussen bacteriën en schimmels, en de verhouding van voedingsstoffen is optimaal. Bovendien trek je meer dieren en insecten aan, wat bijdraagt aan een gezond ecosysteem.

Conclusie

In onze ogen is een overgangszone de perfecte plek om groenten te kweken. Het combineert de voordelen van pioniers- en climaxvegetatie, met de juiste hoeveelheid licht, een gezonde bodem en een grote biodiversiteit. Door deze aanpak krijg je een natuurlijke moestuin die niet alleen duurzaam is, maar ook productief en makkelijk te onderhouden. Dat is de reden waarom wij voor een bosrandtuin kiezen: een tuin die een natuurlijke balans vormt tussen pioniers- en climaxvegetatie.

  • « Previous Page
  • 1
  • 2
  • 3
  • 4
  • …
  • 21
  • Next Page »

© 2025 Yggdrasil BV · BE 0879.821.474
Algemene voorwaarden - Retourbeleid - Privacybeleid

Privacy Beleid

×