Elk jaar verbaast het mij opnieuw hoe vroeg mensen soms wel niet beginnen met planten en zaaien. In februari, in maart zie je al heel vaak veel foto’s verschijnen op sociale media. Ik krijg dan ook heel veel vragen van mensen en merk in cursussen dat mensen volop bezig zijn of willen beginnen met planten en zaaien. Nochtans is dat toch zeer vroeg. Voor sommige zaken kan het al wel, maar voor het overgrote deel van de planten is het eigenlijk gewoon veel te vroeg. Volgens mij is het beter als je nog even wacht. [Read more…]
Kan Je Te Veel Moeite Doen Voor Je Bodem?
In de vorige podcast heb ik uitgelegd dat het eigenlijk heel eenvoudig is om je bodem te verbeteren. Het komt neer op het toedienen van organisch materiaal, in welke vorm dan ook – compost, mulch, het maakt niet zoveel uit. Dit zorgt ervoor dat je bodem geleidelijk aan beter wordt. Meer is er eigenlijk niet nodig.
Ik heb altijd gedacht dat je niet te veel materiaal kon toedienen, maar dat je elk jaar materiaal kon blijven toevoegen, waardoor je bodem steeds beter zou worden. Er leek geen maximum aan te zitten. Onlangs heb ik echter geleerd dat dit misschien toch niet helemaal klopt, en dat ga ik vandaag wat dieper bekijken. [Read more…]
Is Het Echt Zo Moeilijk om Je Bodem Te Verbeteren?
Ik zit sinds enkele maanden in een werkgroep over de bodem, waar we samen met een groep bodempioniers – mensen die intensief met de bodem bezig zijn – proberen oplossingen te zoeken voor de huidige problemen met de bodem. We onderzoeken waar de moeilijkheden liggen om een gezonde bodem te creëren. Het verbaast me altijd hoeveel moeite er wordt gedaan om dit complex te maken, terwijl het volgens mij eigenlijk heel simpel is.
Welk voedsel kan je zonder problemen onder bomen kweken?
In deze podcast probeer ik een antwoord te vinden op de vraag welke planten, welke eetbare planten, welke nuttige planten je allemaal onder bomen kunt zetten. Het zijn moeilijke omstandigheden: vaak donker, soms droog, en dat maakt het allemaal wat lastiger. Het beperkt de keuze, en het is een vraag die vaak naar voren komt. Waarom ik nu juist met die vraag bezig ben, is omdat we in onze tuin verschillende stukken hebben waar grote bomen staan. [Read more…]
Planten Doen Hun Eigen Goesting
Goed ontwerpen is cruciaal in permacultuur en natuurlijk tuinieren. Permacultuur is trouwens een ontwerpsysteem, en je kunt er waanzinnig veel tijd in steken om je tuin perfect te ontwerpen. Maar zodra de theorie ophoudt en de praktijk begint, merk je vaak dat de natuur wisselvallig is, zijn eigen ding doet en behoorlijk eigenzinnig kan zijn. [Read more…]
Is Bemesting Noodzakelijk in een Natuurlijke Tuin?
In de podcast van deze week wil ik het graag hebben over meststoffen, oftewel bemesten in de tuin. Het is een onderwerp dat vaak wordt aangeraden en door velen als noodzakelijk wordt beschouwd. Zodra je een tuincentrum binnenstapt, word je overspoeld met allerlei soorten meststoffen, in verschillende vormen en voor uiteenlopende toepassingen. [Read more…]
Hoe Vertaal Je De Natuurlijke Golfbeweging Naar Je Tuin?
Vandaag wil ik het graag hebben over rechte lijnen en golven in de tuin. In een klassieke moestuin zie je vaak veel rechte lijnen: bij de groenten, de hagen en de paden. Toch is dat niet natuurlijk. In de natuur zie je juist veel golven en organische bewegingen, terwijl rechte lijnen er nauwelijks voorkomen. Hoe je deze golven kan integreren in je tuin, wil ik graag bespreken.
Rechte lijnen in de natuur
Zoals gezegd, rechte lijnen bestaan eigenlijk niet in de natuur. In klassieke moestuinen daarentegen zie je vaak alleen maar rechte lijnen. De groenten staan keurig op rechte rijtjes en de paden ertussen zijn eveneens strak recht. We hebben vaak het idee dat rechte lijnen efficiënter zijn, omdat ze de kortste afstand bieden. Dat zie je niet alleen in moestuinen, maar ook in infrastructuur zoals wegen en waterwegen.
Bij het aanleggen van kanalen en rivieren kiest men vaak voor strakke, rechte lijnen met weinig bochten. Dit is economisch gezien voordelig, maar in de natuur heeft het eigenlijk alleen nadelen. In de natuur kom je bijna nooit rechte lijnen tegen. Het lijkt soms zo, maar als je goed kijkt, zie je dat zelfs rechte elementen vaak een golvende structuur hebben.
Bomen en rivieren
Neem bijvoorbeeld een boomstam. Van een afstand lijkt deze recht, maar als je dichterbij kijkt, zie je vaak bobbels, kloven in de schors of andere onregelmatigheden. Hetzelfde geldt voor rivieren. In het begin lijken ze recht, maar na verloop van tijd ontstaan er bochten door obstakels, verschillen in stroomsnelheid of andere factoren. Hierdoor begint een rivier te meanderen en verlengt de lijn zich.
Wij kiezen vaak de kortste weg tussen twee punten, omdat dit praktisch en snel is. Dat merk je ook in ons dagelijks leven. Als we ergens naartoe willen, geven we in de GPS vaak de snelste route in, zonder omwegen. Dat is logisch en past bij onze focus op tijd en efficiëntie.
De natuur heeft echter andere prioriteiten. Het doel is niet om van punt A naar punt B te komen, maar om zoveel mogelijk leven te creëren en bronnen optimaal te benutten. Dit gebeurt door rekening te houden met meerdere aspecten tegelijk. Denk aan het creëren van extra oppervlakte, ecosystemen en biodiversiteit. Golven en bochten zijn hiervoor ideaal en zie je dan ook overal in de natuur terug.
Paden
Maar hoe kun je deze golven toepassen in je tuin? Dat is zeker niet altijd eenvoudig. Een goed voorbeeld zijn kronkelende paden. Een kronkelend pad is langer dan een recht pad, wat betekent dat er meer ruimte langs de rand ontstaat voor planten. Planten die je vaak oogst of graag dichtbij hebt, zoals fruit, kunnen langs zulke paden een ideale plek vinden.
Toch moet je rekening houden met de praktische kant. Als je bijvoorbeeld vaak naar de achterkant van je tuin moet voor het tuinhuis, de composthoop of de kippen, kan een recht pad efficiënter zijn. Functionaliteit en efficiëntie moeten in balans zijn met esthetiek en ecologie.
Planten en zaaien op golven
In onze tuin hebben we golven geïntegreerd in de bedden. Onze zaai- en plantlijnen zijn geen rechte lijnen, maar kronkelende patronen. Dit zorgt niet alleen voor meer variatie, maar ook voor een meer natuurlijke uitstraling en betere benutting van de ruimte.
Golven in de tuin hebben dus veel voordelen. Ze bieden meer mogelijkheden voor beplanting en bevorderen biodiversiteit. Maar zoals altijd is het een kwestie van wikken en wegen wat voor jou het beste werkt. Een organische tuin met kronkelende paden en golvende lijnen kan veel toevoegen aan je tuinervaring, zowel praktisch als esthetisch.
Dat is voor veel mensen al een grote stap. Een belangrijke factor daarin, toch voor ons alleszins, was dat je meer chaos creëert. Dat past heel goed in onze manier van combineren.
1. Meer opbrengst
Maar een simpel feit, zoals ik al herhaaldelijk heb gezegd: de kortste afstand tussen twee punten is een rechte lijn. Als je daar een golf van maakt, dan wordt die lijn langer, en zo krijg je meer oppervlakte of meer ruimte om planten te zetten.
Met het effect dat je op een bed ongeveer dertig procent meer oppervlakte hebt om je groenten op te kweken. Omdat een kronkelende lijn langer is dan een rechte lijn, kun je meer groenten zaaien en planten, en dus ook meer oogsten. Een bijkomend voordeel is dat je in de holtes van die golven extra teelt kunt plaatsen.
Het klinkt misschien vreemd als ik vertel dat je op dezelfde oppervlakte dertig procent meer kunt kweken door golven te gebruiken, maar het is echt zo. Je kunt het zelf testen: meet de lengte van een rechte lijn en vervolgens van een golvende lijn. Je zult merken dat de golf altijd langer is, afhankelijk van de lengte van je bed. Zo krijg je automatisch meer ruimte om groenten te kweken.
Ik moet wel zeggen dat wij een beetje vals spelen, omdat je door golvende lijnen soms met het kop van een golf dicht bij de rand van een bed komt. Daardoor houd je weinig afstand tot de rand en gebruik je het pad een beetje als bed. Veel groenten hangen over en nemen een deel van het pad in met hun bladgewas, waardoor de bedbreedte effectief groter wordt. Maar dat is geen probleem. Wij hebben brede paden, en anders is die ruimte toch verloren.
In de zomer groeien onze paden daardoor bijna dicht, en kun je er met een kruiwagen niet door. Soms moet je laveren om het einde van een bed te bereiken. Maar dat is tijdelijk. Het grootste deel van het jaar zijn de paden goed bereikbaar en kun je overal makkelijk door.
Dit alles zorgt ervoor dat je op dezelfde oppervlakte veel meer kunt kweken. Dat is al een groot voordeel: ongeveer 30 procent meer opbrengst. Een tweede voordeel, dat ik eerder al noemde, is dat het goed past bij onze manier van combineren.
2. Meer chaos
Wij combineren door zoveel mogelijk chaos te creëren in de tuin, maar wel met een plan. Het is herhaalbaar en overzichtelijk genoeg om te weten waar je groenten staan en wat je kweekt. Rechte lijnen zijn hierin eenvoudig: ze laten duidelijk zien wat waar staat. Onze ogen volgen rechte lijnen makkelijk.
Met golven is dat anders. Je blikveld kruist verschillende golven en toont meerdere soorten groenten tegelijk. Dat kan snel onduidelijk worden, zeker als je niet weet dat de groenten in golven staan. Voor veel mensen lijkt dat chaotisch.
Die chaos heeft voordelen. Plaaginsecten raken sneller in de war, wat minder overlast geeft. Maar het is ook wennen. Als je niet gewend bent aan zo’n opzet of er niet open voor staat, kan het ingewikkeld worden. Het vraagt een andere manier van kijken en werken in je tuin. Toch heeft het echt veel voordelen.
3. Meer natuur
Een derde voordeel is het natuurlijke uiterlijk van je tuin. Als je in de natuur wandelt, een alpenweide of bloemenweide ziet, of geniet van natuurlijke schoonheid, zie je nooit keurige rijen klaprozen naast rijen gras of andere bloemen. Alles staat door elkaar, organisch en chaotisch, zonder een strak patroon.
In onze tuin proberen we dat na te bootsen, maar met structuur. Die structuur zit in de golvende lijnen. Als je van een afstand naar je tuin kijkt, lijkt het natuurlijker, gemengder en diverser. Het oogt niet steriel, zoals rechte rijen vaak doen, waar bloemen moeilijk te integreren zijn.
Persoonlijk vind ik dat een enorm voordeel. Je tuin krijgt een totaal andere uitstraling. Het voelt minder alsof je in een moestuin werkt, en meer alsof je in een natuurlijke omgeving bent. Dat maakt het aangenamer om tijd door te brengen in je tuin. Het geeft een ontspannen gevoel in plaats van het idee dat je hard moet werken om groenten te kweken.
Dat is voor mij een van de belangrijkste redenen om golven in je tuin te integreren. Naast het combineren van gewassen kun je golven ook gebruiken in hagen.
Hagen golven op 2 manieren
Dan bedoel ik niet dat je je haag in een golfvorm moet planten, maar wel dat je die een beetje anders kan scheren. In plaats van de zijkant heel strak te snoeien, kun je daar een golvende lijn integreren. Je kunt ervoor zorgen dat je op sommige plaatsen de haag wat breder en wilder laat groeien. Zo ontstaan plekken waar bloemen en bessen kunnen groeien, of waar vogels en andere dieren zich kunnen ophouden, nesten bouwen of overwinteren. Op die manier kun je meer samenwerken met de natuur en diverse soorten integreren in je tuin.
Dit geldt niet alleen voor de breedte, maar ook voor de hoogte. Het is namelijk belangrijk, of kan belangrijk zijn, om ook in de hoogte een golf te creëren. Door grotere bomen of struiken in je haag te integreren of door de hoogte te variëren bij het snoeien, krijg je veel voordelen. Het resultaat is een gevarieerder habitat voor verschillende soorten dieren.
Sommige dieren houden van een zonnige plek. Bij een strak geschoren haag is dat mogelijk, maar met een golvende haag ontstaan zowel zonnige als schaduwrijke plekken. Hierdoor creëer je allerlei kleine microklimaten. Daarnaast levert een haag die minder strak gesnoeid wordt vaak voedselbronnen op, zoals bessen en bloemen. Dit maakt je tuin aantrekkelijker voor dieren en helpt je een ecologisch evenwicht te creëren.
Een golvende haag biedt ook voordelen bij windbescherming. Strak gesnoeide hagen kunnen bij stevige wind valwinden veroorzaken, wat schadelijk kan zijn voor je planten. Planten kunnen worden omgewaaid en beschadigd. Een haag met een golfvorm breekt de wind en stuurt deze omhoog, waardoor de impact op je tuin vermindert. Dit voordeel is vooral merkbaar in grotere tuinen met houtkanten of brede hagen. In kleinere tuinen, waar de haag niet al te groot kan worden, is het vaak iets lastiger. Hier kun je kiezen om in de breedte een golfvorm toe te passen, zodat je toch variatie in habitat en verblijfplaatsen kunt creëren.
Golven maken een verschil
Er zijn natuurlijk nog veel meer voordelen en toepassingen voor golfvormen. Als je ideeën of voorbeelden hebt, kun je deze delen op mijn blog. Zo kunnen anderen er ook inspiratie uit halen. Maar ik begrijp dat het niet altijd eenvoudig is. Soms moet je zoeken naar de juiste aanpak en afwegen wat voor jou belangrijk is.
Dit soort keuzes maken is altijd een balans. Toch zijn er manieren om aanzienlijke voordelen te behalen. Zeker wat betreft het combineren van functies, hebben golfvormen in onze tuin een groot verschil gemaakt. En dan heb ik het nog niet eens over het visuele aspect. Een tuin met golvende lijnen ziet er totaal anders uit. Het heeft een natuurlijke, speelse uitstraling die ik persoonlijk ontzettend belangrijk vind.
Karton, Kan Je Dat Te Veel Gebruiken In De Tuin?
Een tijdje geleden kreeg ik via e-mail de vraag of ik iets wist over het gebruik van karton in de tuin. Iemand had deze persoon verteld dat karton wel goed was en dat de wormen er dol op waren. In deze podcast wil ik graag mijn visie op het gebruik van karton delen.
Ik begin met een beetje achtergrondinformatie over de geschiedenis van karton in de tuin. Hoe hebben we karton gebruikt en hoe kijk ik daar tegenwoordig tegenaan? Voordat je karton in de tuin gebruikt, denk ik dat het belangrijk is om eerst goed te overwegen waarom je het zou willen inzetten.
Karton sluit af van licht
Karton wordt vaak gebruikt om de bodem af te sluiten van licht. Dit is een slimme zet, omdat planten alleen groeien als ze licht krijgen, en zaden kunnen alleen kiemen als ze licht ontvangen. Als je het licht afsluit, zullen veel onkruiden zichzelf doodgroeien. Onkruid gebruikt de energie in de wortels of de plant om naar licht te zoeken. Ze proberen zich zo ver mogelijk uit te rekken, maar als je de bodem goed afdekt, kunnen ze die zoektocht niet voortzetten en zullen ze uiteindelijk sterven. Zaden van onkruiden kunnen ook niet kiemen zonder licht.
Er is echter een uitzondering die je misschien al in je tuin hebt opgemerkt: kleefkruid. Dit onkruid heeft juist de neiging om goed te kiemen wanneer je de bodem afdekt met karton of mulch. Dit is echter een uitzondering. Bijna alle andere onkruiden hebben het moeilijk onder een afdekking en al helemaal onder karton. Daarom is karton een handig hulpmiddel als je onkruid wilt voorkomen.
Er zijn echter ook wortelonkruiden die niet zo gemakkelijk opgeven onder karton. Deze planten hebben vaak veel reserves en kunnen daardoor lang doorgroeien. Ze kunnen zich door het karton heen wringen of er langs de zijkanten uitkomen. In sommige gevallen blijven ze doorgroeien tot het karton zacht genoeg is om door te breken. Toch blijft karton heel effectief voor het voorkomen van kiemend onkruid, vooral bij eenjarigen. Bij meerjarige planten werkt het minder goed, maar karton put deze planten wel behoorlijk uit. Ze zullen minder goed geworteld raken, waardoor ze later makkelijker te verwijderen zijn.
Theorie en praktijk
In theorie is dit de reden waarom we karton gebruiken. Het is echter belangrijk om karton niet zomaar toe te passen. Als je een natuurlijke moestuin wilt beginnen, of een moestuin in het algemeen, en je hebt te maken met veel onkruid, is het belangrijk om eerst het type onkruid te bekijken. Als er weinig onkruid is, kun je het beter handmatig verwijderen. Daarna kun je gewoon een mulchlaag aanleggen en jezelf de moeite van karton besparen.
Als er wel veel onkruid staat, maar het gaat om eenjarige planten, dan hoef je ook geen karton te gebruiken. Deze onkruiden sterven immers in de herfst vanzelf af. Als je er daarna een mulchlaag overheen legt, krijgt het zaad op de bodem geen kans om te kiemen. Er zal af en toe wat opkomen, maar dat blijft beperkt en kun je makkelijk weghalen. Op deze manier kun je eenvoudig starten en je tuin opruimen zonder dat je karton nodig hebt.
In gevallen waar je veel meerjarig onkruid hebt, zoals wortelonkruiden, brandnetels, bramen, zevenblad of boterbloemen, kan karton wel nuttig zijn. Toch is het belangrijk om goed na te denken over wat je precies wilt bereiken. Als je snel wilt starten, kun je overwegen om een keer te spitten of een freesmachine te gebruiken om de bodem alvast los te maken. Als je kiest voor karton, moet je wel weten dat je de bodem minimaal zes tot zeven maanden moet afdekken. Dit zorgt ervoor dat de onkruiden uitgeput raken of sterk verzwakken. Karton werkt niet als je twee maanden later de bodem kaal wilt hebben om te planten en zaaien. Dit proces heeft tijd nodig.
Karton is een langzame manier
Normaal gesproken adviseren we om karton in de zomer te gebruiken. Tegen de tijd dat het najaar nadert, bijvoorbeeld in november, is het karton vaak grotendeels verteerd. Op dat moment kunnen er nog steeds onkruiden opkomen. Je zult dan opnieuw met karton moeten afdekken. In het voorjaar, zeven of acht maanden later, zou je een redelijk schone bodem moeten hebben. Er kunnen hier en daar nog wat onkruiden opkomen, maar die zijn meestal makkelijk te verwijderen.
Het gebruik van karton kost tijd en vergt wel wat werk. Daarnaast moet je ook karton verzamelen. Tegenwoordig is dat niet altijd makkelijk, vooral omdat veel bedrijven het karton tegenwoordig laten ophalen of er geld voor krijgen, omdat het vaak gerecycled wordt. Toen wij 25 jaar geleden begonnen, was het makkelijker om karton te krijgen, maar het is nog steeds mogelijk om het te verzamelen. Begin dus niet zomaar met karton zonder goed na te denken over de fase en de omstandigheden waarin je het gebruikt.
Frezen of spitten?
Toen wij onze tuin begonnen, was het terrein overwoekerd met veel meerjarig onkruid en was de bodem erg slecht. Er was nauwelijks bodemleven aanwezig. In zo’n geval kun je ervoor kiezen om de bodem een laatste keer te bewerken. Dit heeft nauwelijks invloed op het bodemvoedselweb of de structuur, omdat die bijna niet aanwezig waren. Als je echter een stuk grond hebt dat al jaren bewerkt is of een tuin die braak ligt, dan is er waarschijnlijk al een goed ontwikkeld bodemvoedselweb en een betere bodemstructuur. In dat geval zou het zonde zijn om deze structuur te verstoren met een bodembewerking. Het blijft je eigen keuze om dat wel of niet te doen.
Als de bodem slecht is, kun je besluiten om de bodem nogmaals te bewerken, bijvoorbeeld door te spitten of te frezen, om zo een goede start te maken. Vanaf dat moment kun je mulchen en hoef je geen bodembewerking meer uit te voeren. Het is altijd een kwestie van afwegen wat het beste is voor jouw specifieke situatie.
Wij hebben in het begin inderdaad gekozen voor frezen, omdat we een zeer slechte bodem hadden. Bij stukken waar we later mee begonnen, die al jarenlang met rust waren gelaten en waar organisch materiaal en bodemleven zich al hadden ontwikkeld, hebben we ervoor gekozen om karton te gebruiken. Dit karton legden we op de grond, bedekt met een mulchlaag, en gaven het de tijd om het onkruid onder de afdekking uit te putten. Dit zorgde ervoor dat veel van het onkruid verdween, wat ons later aanzienlijk minder werk opleverde.
Karton enkel in beginfase
Wat wel belangrijk is, denk ik, is dat we karton alleen in het begin hebben gebruikt. Het is niet de bedoeling om elk jaar opnieuw karton te gebruiken, omdat er toch wel wat bedenkingen zijn bij het gebruik van karton op lange termijn. In het begin besteedden we daar niet veel aandacht aan, maar naarmate we langer bezig waren en meer informatie verzamelden, gingen we toch nadenken of de voordelen van karton echt opwegen tegen de nadelen.
Alle karton?
Wij hebben altijd ervoor gekozen om alleen bruin karton te gebruiken, dus karton zonder verf of coatings. Soms zie je wel beplakte dozen met een coating erop, maar die kun je beter vermijden. Deze bevatten vaak plastic materialen, lijmresten, en dergelijke, wat niet ideaal is voor je tuin. Dit soort materialen blijven achter in de bodem, wat uiteindelijk schadelijk kan zijn. Ook karton met gekleurde opdrukken is beter te vermijden. Zorg er ook altijd voor dat je alle stickers, nietjes en andere materialen van het karton verwijdert, zodat je alleen met puur karton werkt.
Wat wij altijd gebruikten, waren bruine golfkartons die vaak worden gebruikt als verpakkingsmateriaal. Denk hierbij aan karton van bijvoorbeeld fietsenwinkels, meubelzaken of IKEA-materialen. Deze grote, eenvoudige golfkartons zijn ideaal omdat ze meteen grote oppervlakken kunnen bedekken. Ze zijn redelijk makkelijk te vinden en naar mijn mening de beste keuze als het om karton gaat. De inkt die vaak op dit soort karton staat, is meestal zwarte inkt die wordt gebruikt voor simpele gegevens of instructies. Volgens mijn informatie is deze inkt op soja-basis en lost deze gewoon op in de bodem, waardoor het geen probleem vormt.
De lijm die gebruikt wordt om de verschillende lagen karton aan elkaar te houden, is vaak zetmeel. Dit is eveneens geen probleem, omdat het snel oplost en eenvoudig afbreekt in de natuur. Als je karton op je bodem legt en het regent, merk je vaak dat de verschillende lagen van het karton gemakkelijk uit elkaar te trekken zijn. Dit komt omdat het zetmeel in contact met water oplost. Zolang je simpel, bruin karton gebruikt, kun je redelijk zeker zijn dat er geen problemen zijn met de opdruk of de lijm.
Hoe wordt karton gemaakt?
Maar natuurlijk blijft de vraag waar dat karton precies vandaan komt en van wat het precies gemaakt is. Veel karton komt uit gerecycled papier, en dat proces is niet altijd even zuiver. Gerecycled papier kan bijvoorbeeld reclamefolders bevatten, die vaak dun papier bevatten en veel drukinkt gebruiken. In sommige moderne drukinkten zitten zware metalen die niet ideaal zijn voor de bodem. Daarnaast kunnen er andere soorten lijm of toevoegingen in zitten, zoals plastic vensters in enveloppen. Hoewel dit soort materialen steeds minder voorkomen, blijft het een risico.
Het is dus altijd de vraag hoeveel verontreinigingen er precies in het karton zitten dat je gebruikt. Denk aan zware metalen, plasticrestjes of microplastics, die tegenwoordig een groot probleem vormen. Het is onmogelijk om precies te weten hoeveel van deze stoffen in het karton aanwezig zijn. Er werd destijds wel gesuggereerd om het karton te laten testen, maar dat bleek lastig en kostbaar. Het probleem is dat het basismateriaal van karton per producent en productielijn verschilt. Het testen van het ene karton zegt dus niet veel over het andere karton. Daarnaast was het testen destijds erg duur, dus we hebben dat toen niet gedaan.
Ik sprak in die tijd wel met iemand die in een kartonfabriek werkte. Hij vertelde me dat er bij de productie veel water wordt gebruikt en het karton flink wordt gezeefd om verontreinigingen eruit te filteren. Er worden ook chemische producten gebruikt om metalen en andere vervuilende stoffen te verwijderen. Dit betekent dat je redelijk zeker kunt zijn dat het karton dat je gebruikt vrij van schadelijke stoffen is.
Overal strenge normen?
In Europa en andere westerse landen zijn er strikte normen voor de productie van karton. Dit karton moet aan bepaalde eisen voldoen, zodat je redelijk zeker kunt zijn dat het veilig is om te gebruiken. Maar veel karton dat we tegenwoordig gebruiken, komt uit andere delen van de wereld, zoals China of andere Aziatische landen. Denk bijvoorbeeld aan karton van producten als fietsen, elektrotoestellen of meubels. De regels voor kartonproductie in deze landen zijn vaak minder streng, wat het risico op verontreinigingen vergroot.
Veel producten die wij kopen worden niet in het Westen geproduceerd, maar in Azië. Neem bijvoorbeeld fietsen. Die worden vaak in China gemaakt, en het karton dat hier wordt gebruikt, is dan afkomstig van daar.
Hetzelfde geldt voor allerlei soorten elektrotoestellen, zoals diepvriezers, koelkasten en vaatwasmachines. Deze apparaten worden altijd verpakt in grote kartonnen dozen, die ideaal zijn voor tuinprojecten. Maar ook deze kartonnen verpakkingen komen vaak uit Azië. Denk ook aan meubels van IKEA of andere producten die we in België kopen, maar die vaak afkomstig zijn uit het Verre Oosten. De regelgeving daar is vermoedelijk anders dan hier, en dat kan betekenen dat er stoffen overblijven in het karton die hier niet toegestaan zijn.
Om die reden hebben wij altijd met enige voorzichtigheid karton gebruikt. Ons advies over het gebruik van karton is door de jaren heen zelfs voorzichtiger geworden. Het is moeilijk om met zekerheid te zeggen wat er precies in karton zit, en dat is belangrijk als je een natuurlijke tuin wilt starten of groenten wilt kweken die gezond moeten zijn. Daarom raden wij aan om kritisch te blijven en alleen karton te gebruiken als het echt noodzakelijk is. Als het gaat om eenjarigen of een klein beetje onkruid, dan is het gebruik van karton vaak niet nodig.
Als je toch karton wilt gebruiken, doe dit dan met mate. Gebruik het niet jaar na jaar, maar hoogstens één of twee keer in de opstartfase. Gebruik het ook niet als je al groenten kweekt. Het gebruik van karton is vooral nuttig bij de start van je tuin, maar daarna kun je zonder karton verder gaan met tuinieren.
Relatief
Het is natuurlijk ook zo dat je slechts een beperkte hoeveelheid karton gebruikt. Veel van de verontreinigende stoffen, zoals zware metalen of organische stoffen, worden in de bodem afgebroken of vastgelegd, waardoor het risico op schade aan de bodem of je planten niet groot is. Toch blijft er altijd een klein risico, simpelweg omdat we het niet met zekerheid weten. Daarom raad ik aan om karton alleen in de opstartfase en met mate te gebruiken, wanneer het echt nodig is.
Ik vind het gebruik van karton in die gevallen verantwoord, omdat het veel tijd kan besparen. Het is namelijk erg lastig om een stuk grond waar meerjarig onkruid groeit op te kuisen, vooral als je niet wilt spitten en je al een goede bodemstructuur hebt. Stel je voor dat je lang op een stuk grond hebt getuinierd, maar het daarna enkele jaren hebt verwaarloosd, waardoor er veel meerjarig onkruid is gegroeid. Spitten of frezen zou in dat geval zonde zijn, omdat je het opgebouwde bodemleven daarmee zou verstoren.
In zo’n situatie vind ik het verantwoord om karton te gebruiken. Doe dit dan aan het begin van je project, één of twee keer, en zorg ervoor dat je daarna intensief mulcht. Zo voorkom je dat onkruid weer terugkomt. Onderhoud je tuin goed, zodat je het gebruik van karton daarna niet meer nodig hebt.
Tegenwoordig proberen wij karton nauwelijks nog te gebruiken. Af en toe komt het voor, bijvoorbeeld op plekken die overwoekerd zijn of waar de grond lange tijd zijn eigen gang heeft kunnen gaan en volledig overgroeid is.
Als we een nieuw stuk grond willen uitbreiden, gebruiken we bij het ontginnen nog wel eens karton. Maar dat is altijd tijdelijk. In het begin leggen we een dikke mulchlaag op het karton en halen we het onkruid dat later eventueel opkomt met de hand weg. Op deze manier blijft ons kartongebruik minimaal, terwijl het toch effectief en zinvol blijft.
Oorspronkelijke vraag
Om terug te komen op de vraag waarmee dit allemaal begon: iemand vroeg me of wormen dol zijn op karton. Dat klopt. Het uitgangsmateriaal van karton bestaat uit houtvezels en papier, wat ideaal voedsel is voor regenwormen. Het is organisch materiaal dat regenwormen eenvoudig kunnen opnemen. Je stimuleert met karton dus zeker de groei van regenwormen. Maar je kunt regenwormen net zo goed aantrekken met andere materialen, zoals bladeren of houtsnippers. Karton versnipperen en als mulch gebruiken, alleen omdat wormen het graag hebben, vind ik minder verstandig. Andere organische materialen hebben hetzelfde effect, misschien iets minder snel, maar ze zijn beter voor het bodemleven en de regenwormen.
Als je bijvoorbeeld met een dikke laag mulch werkt, zul je merken dat er vanzelf regenwormen onder komen die het materiaal verwerken en omzetten. Dus als je regenwormen wilt aantrekken, kan dat met karton, maar ik denk dat er betere manieren zijn. Mijn voorkeur gaat uit naar ander organisch materiaal. Karton is voor mij eigenlijk een laatste optie.
Conclusie
Kortom, omdat er toch nog wat vraagtekens zijn bij karton, is het verstandig om er voorzichtig mee om te gaan. Als je niet zeker weet wat de samenstelling van karton is, kijk dan altijd kritisch of de voordelen groot genoeg zijn om eventuele nadelen te compenseren.
In Welke Soort Moestuin Wil Jij Je Groenten Kweken?
Starten met een Moestuin
Als je met een moestuin start of al een tijdje aan het tuinieren bent, dan heb je misschien een grondplan zoals een klassieke moestuin. Dat is een grote open vlakte waar de zon volop toegang heeft. Daar ga je dan je groente kweken.
Als je natuurlijk tuiniert, heb je misschien al van randen gehoord of van andere zaken die je kan integreren in je tuin. Dan heb je misschien een andere visie, misschien een visie die gelijk loopt met ons. Wij hebben geprobeerd om zoveel mogelijk andere zaken in onze moestuin te integreren. We hebben dus ook kruiden, fruit, fruitstruiken en fruitbomen in die tuin staan. Maar in welke mate je dat integreert en waarom je dat integreert, dat zou ik graag in deze tekst uitleggen. Eerst starten we met een belangrijk thema in permacultuur: successie.
Wat is Successie?
Als je naar de natuur kijkt en wat er gebeurt in de natuur, zal je merken, dat heb ik al verteld, dat blote aarde direct begroeid wordt. Je krijgt een evolutie waarbij de natuur een ecosysteem ontwikkelt. Plantengemeenschappen ontwikkelen zich tot een stabiele climaxvegetatie, een vegetatie waar zo goed als niets meer aan verandert en die een eindpunt heeft bereikt. In onze streken is dat meestal een bos, zoals een eikenbos of een beukenbos.
In andere streken is dat misschien, afhankelijk van de omstandigheden, savanne, graslanden of een andere vorm van climaxvegetatie. Omdat wij in een streek met bossen leven, bestaat het idee dat je een tuin kunt ontwikkelen waar je weinig werk aan hebt. Sommigen streven een situatie na die lijkt op een bostuin. Daar hebben wij niet voor gekozen, maar onze aanpak sluit daar wel gedeeltelijk op aan.
Wat Gebeurt er in Successie?
We gaan gewoon eens kijken wat er bij successie gebeurt. In successie heb je een pionierssituatie. Dat is een beginsituatie als er iets gebeurd is in de natuur, een aardverschuiving, overstromingen, een vulkaanuitbarsting.
Dan kan je hebben dat op bepaalde plekken in de natuur niks meer van vegetatie is. Een brand bijvoorbeeld kan ook. Dat alles weg is, dat je gewoon blote aarde hebt.
Dan merk je dat de natuur zijn best doet om dat zo snel mogelijk te bedekken. Dat gaat het doen met pioniersvegetatie, met pioniersplanten. Dat zijn planten die heel snel groeien.
Heel vaak zijn dat ook eenjarigen die heel veel zaad maken en op die manier hun uiterste best doen om die bodem zo snel mogelijk te bedekken. Als je met die pioniersvegetatie niks doet, dan verliest die een beetje zijn functie. Onder die pioniersvegetatie komen eerst wat meer tweejarige en dan meerjarige planten, zodat die bodem constant bedekt is.
En die pioniersplanten hebben een andere functie. Die gaan niet groeien in plaatsen die al bedekt zijn. Die kunnen die concurrentie niet aan. Die hebben open vlakte nodig. Dus er gaan steeds meer meerjarige planten komen en stilaan komen er struiken en kleine boompjes. Die kleine boompjes worden dan overgroeid door iets grotere bomen, wel korter levende bomen.
Ik denk bijvoorbeeld aan berken, die niet al te oud worden. Die bieden dan de schaduw, de plaatsen, de omstandigheden voor die climaxvegetatie, in onze streken die eikenbomen, die beukenbomen, die heel groot worden, heel oud kunnen worden en een stabiel systeem ontwikkelen. Dat is een beetje in het kort wat er allemaal gebeurt bij zo’n succes.
Pioniersfase en de Moestuin
En als je gaat kijken, een moestuin is eigenlijk iets wat zich in die pioniersfase ophoudt. Je gaat de bodem kaal maken, toch zeker in een klassieke moestuin. Maar ook in een natuurlijke moestuin ga je die afdekken, ga je zorgen dat er weinig planten staan, dat er geen onkruiden staan.
Onkruiden zijn eigenlijk die pioniersplanten, die eenjarigen, die proberen om die bodem te bedekken. En je gaat dat vervangen door mulchmateriaal, maar je houdt je bodem of je tuin wel in die pioniersvegetatie. Waar je uiteraard heel goed eenjarigen kan kweken in een bos, is dat niet echt de bedoeling, gaat dat niet echt, omdat er geen omstandigheden zijn voor die eenjarigen.
Dus in een bos groenten kweken, onze klassieke groenten, dat is eigenlijk helemaal niet evident. En dan heb je ook nog het verhaal dat vaak verteld wordt over schimmeldominantie, over bacteriedominantie. En een pioniersvegetatie wordt bekeken, die bodem, als een bacteriedominante bodem.
En men zegt dan ook dat jouw pioniersplanten, jouw groenteplanten, die bacteriedominante bodem nodig hebben en dat die niet in een schimmeldominante bodem kunnen groeien. Schimmeldominante bodems heb je dan in ontwikkelde bossen. Daar heb je heel andere omstandigheden dan in een open vlakte.
Daar heb je veel meer houtig materiaal, takken die op de grond gaan, blaren die op de grond vallen. Dus daar krijg je een heel andere samenstelling en daar spreek je over een schimmeldominante bodem. Als je over schimmel- en bacteriedominant praat, dan moet je dat wel een beetje… Ja, dat is niet zwart-wit, je moet dat een beetje grijs bekijken.
Schimmeldominante bodems in bossen, dat betekent dat er echt wel een grote hoeveelheid schimmels aanwezig is en een kleinere hoeveelheid bacteriën. En dan spreek je over iets van 80 procent schimmels, 20 procent bacteriën. Als je naar een bacteriedominante bodem gaat in die pioniersfase, dan is dat niet gewoon omgedraaid, maar dan spreek je eerder over een evenwicht van bacteriën en schimmels.
Meestal ligt dat wat 50-50, soms misschien 60-40, in het voordeel van bacteriën. Maar het is zeker niet zo dat die bodem echt verzadigd is met bacteriën en dat er nauwelijks schimmels in voorkomen. Schimmels zijn nog altijd gigantisch belangrijk, ook in een pioniersbodem, ook in een pioniersvegetatie, dus ook bij het kweken van je eenjarige groenten.
Als dat verteld wordt, krijg ik altijd een beetje kriebels. Heel vaak wordt er gezegd dat een bodem bacteriedominant moet zijn om groenten te kweken. Dan lijkt dat alsof je geen schimmels moet hebben in je tuin.
Dan krijgen mensen schrik om te mulchen met houtsnippers en bladmateriaal, want dat trekt natuurlijk schimmels aan. Maar dat klopt dus helemaal niet. Bacteriedominante bodems zijn bodems waar nog altijd rond de 50 procent schimmels aanwezig zijn, dus waar die nog altijd een gigantische rol spelen.
Die moeten dus ook gevoed worden met houtig materiaal, met schimmels. Dat is een eerste belangrijke opmerking. Ook in een gewone moestuin heb je nog altijd die schimmels nodig en kan je nog altijd van alles doen om die schimmels te stimuleren.
Verschillen tussen Pioniersbodems en Climaxbodems
Wat is nog het verschil tussen een pioniersbodem en een climaxbodem, of de bodem in een climaxvegetatie? Dat is dan de pH. In principe zegt men dat een open bodem, een moestuinbodem, een pioniersbodem, een basische pH heeft, dus een hoge pH. In een bos heb je meestal veel zuurdere grond en ga je daar een veel lagere pH hebben, die dan ook geschikt is voor andere soorten, maar minder geschikt is om eenjarige gewassen in te kweken.
De omstandigheden zijn totaal anders. Een pioniersoppervlakte, een pioniersbodem, een pioniersplek is een plaats waar heel veel licht is. Alles groeit daar heel snel. Denk aan de pioniersonkruiden, die de bodem zo snel mogelijk proberen dicht te groeien. Dat is ook wat jij doet voor jouw groenten: zorgen dat ze veel licht krijgen en snel groeien.
In een bos is dat helemaal anders. Dat weet je als je in een oud bos kijkt, bijvoorbeeld een beuken- of eikenbos. Daar is het donker, en daar groeit ook niet veel onder die bomen, omdat de omstandigheden daar simpelweg niet geschikt voor zijn. Het is daar te donker om groenten te laten groeien die veel licht nodig hebben.
Als er iets groeit, dan is dat meestal in het vroege voorjaar. Planten groeien dan snel voordat de bomen bladeren krijgen. Zodra de bomen in blad staan, trekken deze planten zich terug in de grond en krijg je heel andere omstandigheden. Daarom is het bijna onmogelijk om groenten te kweken in een bos.
Het Belang van Overgangszones en Randen in Permacultuur
Maar dan heb ik het nog niet gehad over die tussenzone, over die overgangsfase. Ik heb het in een vorige podcast al verteld: randen zijn enorm belangrijk in permacultuur en in de natuur.
Die rand is een overgangszone tussen pioniersvegetatie en climaxvegetatie. Randen zijn plekken waar twee ecosystemen samenkomen: waar het systeem van pioniersvegetatie en -bodem samenkomt met dat van climaxvegetatie en -bodem. En wat ga je daar dan hebben? Je gaat daar een mengeling hebben van alles. Op sommige plekken zullen bomen staan, zowel kleine als grote. Er zullen struiken aanwezig zijn, maar ook meerjarige en zelfs eenjarige planten.
Deze mengeling zorgt ervoor dat de bodem in zo’n rand niet volledig bacteriedominant wordt, zoals in een pioniersgebied. Maar hij wordt ook niet volledig schimmeldominant, zoals in een bos. Het blijft een mengvorm. Daardoor heb je nog steeds prima omstandigheden om groenten te kweken. Ook de pH blijft gunstig: een licht basische bodem, die minder basisch zal zijn dan een pioniersbodem, maar ook niet zo zuur als een bosbodem.
Je hebt ook voldoende licht, omdat het een overgangszone is. Tegelijk heb je schaduw voor planten die liever wat minder licht hebben. Bovendien haal je extra voordelen uit die rand. Je krijgt meer biodiversiteit doordat de omstandigheden in zo’n overgangszone ideaal zijn voor allerlei dieren, bacteriën en schimmels. Die diversiteit is veel groter dan in een pioniersbodem of in een climaxvegetatie. In een pioniersbodem heb je bijvoorbeeld weinig soorten planten. Het aantal diersoorten blijft ook beperkt, omdat er weinig structuur en voedsel aanwezig is.
In een bos is de diversiteit ook niet heel groot. Zoals ik eerder zei: op de bosbodem groeit weinig, en de diversiteit aan boomsoorten is redelijk beperkt. Maar in een overgangszone, een randzone, vind je juist veel meer soorten. Denk bijvoorbeeld aan fruitbomen en fruitstruiken, die meestal in zo’n overgangsgebied goed groeien. Deze randen bieden de ideale combinatie van planten en omstandigheden om een gezonde, rijke bodem te ontwikkelen. Dat is iets wat je niet terugvindt in een klassieke moestuin.
Onze Aanpak: De Bosrandmoestuin
Wij hebben ervoor gekozen om eenjarige gewassen te kweken, maar ook meerjarige. Daarmee schuiven we al iets verder op in de pioniersfase en komen we dichter bij de randzone. In onze moestuin hebben we fruitstruiken zoals rode bessen, frambozen en kruisbessen geïntegreerd. Ze staan langs de randen van de paden en aan de kopse kanten van de bedden. Ze staan niet in de bedden zelf, maar maken wel deel uit van de moestuin.
Daarnaast hebben we zelfs kleinere fruitbomen in onze moestuin staan. Deze staan wel tussen de bedden, echt ín de moestuin. Verder gebruiken we veel organisch mulchmateriaal, zoals houtsnippers. Door deze aanpak simuleren we de omstandigheden van een bosbodem, wat gunstig is voor de bodemstructuur en biodiversiteit.
Door onze tuin op deze manier te ontwerpen, creëren we een overgangszone die de voordelen van zowel pioniers- als climaxvegetatie combineert. Het resultaat is een tuin met veel meer biodiversiteit en betere bodemomstandigheden dan een klassieke moestuin. Bovendien is het veel minder arbeidsintensief dan een moestuin die je constant moet spitten en onkruidvrij houden.
Waarom Randzones Ideaal Zijn voor een Moestuin
De klassieke moestuin met een grote, open vlakte en alleen eenjarige gewassen is vaak niet ideaal. Het is arbeidsintensief en biedt weinig biodiversiteit. Hierdoor zijn planten vatbaar voor ziekten en plagen. Een bos is ook geen goede oplossing, omdat de omstandigheden daar niet geschikt zijn voor groenten: te weinig licht, te weinig diversiteit en een bodem die niet bacteriedominant is.
Een overgangszone biedt juist het beste van beide werelden. Je hebt er voldoende licht voor gewassen die dat nodig hebben, maar ook schaduw voor planten die minder licht verlangen. Je kunt er groenten, fruit en kruiden kweken, en meerjarige gewassen telen. De bodem heeft de juiste balans tussen bacteriën en schimmels, en de verhouding van voedingsstoffen is optimaal. Bovendien trek je meer dieren en insecten aan, wat bijdraagt aan een gezond ecosysteem.
Conclusie
In onze ogen is een overgangszone de perfecte plek om groenten te kweken. Het combineert de voordelen van pioniers- en climaxvegetatie, met de juiste hoeveelheid licht, een gezonde bodem en een grote biodiversiteit. Door deze aanpak krijg je een natuurlijke moestuin die niet alleen duurzaam is, maar ook productief en makkelijk te onderhouden. Dat is de reden waarom wij voor een bosrandtuin kiezen: een tuin die een natuurlijke balans vormt tussen pioniers- en climaxvegetatie.
Randen in de Tuin: Een Belangrijk Onderwerp in Permacultuur
Ik wil het vandaag hebben over een onderwerp dat in gewone, klassieke moestuinen, maar ook in kringloopmoestuinen of ecologische moestuinen, nauwelijks besproken wordt. De kans is zelfs groot dat je er, als je klassiek tuiniert, nog nooit van gehoord hebt. Ik heb het over randen.
Als je in gewone moestuinboeken kijkt, vind je nauwelijks iets over randen. Als er al iets over randen wordt verteld, gaat het vaak om afsluitingen, zoals hagen of draden, maar dat is juist waar het hier niet om gaat. In plaats van afscheidingen willen we in een tuin een rand creëren: een overgangszone. Randen zijn erg belangrijk in een natuurlijke moestuin, of kunnen dat toch zijn. Als je hier aandacht aan besteedt en het goed plant, kun je er veel winst mee behalen.
Wat Zijn Randen?
Het idee van randen komt uit een ontwerpprincipe uit de permacultuur, waar gesteld wordt: “Gebruik randen en waardeer het marginale.” Deze vertaling is niet helemaal gelukkig, omdat het woord “marginaal” vaak negatief wordt opgevat. Hier bedoelt men echter dat je de rand moet waarderen, dat je de waarde van wat er in de marge gebeurt moet erkennen.
Een rand kun je zien als een overgangsgebied, een zone tussen twee verschillende ecosystemen of systemen. Denk bijvoorbeeld aan de overgang tussen een bos en een open veld. Dit is een unieke plek waar de kenmerken van beide systemen samenkomen en nieuwe mogelijkheden ontstaan.
Randen in de Maatschappij
Een goed voorbeeld van randen in de maatschappij is het verhaal dat mijn moeder altijd vertelde tijdens haar lessen over permacultuur. Zij sprak over haar jeugd, toen het heel gewoon was om op de stoep te zitten. Als je naar de bakker of de slager ging, kwam je langs huizen waar mensen buiten stonden of zaten. Er was veel ruimte voor gesprekken, en je kwam mensen meerdere keren tegen tijdens je boodschappenrondje.
Die stoep was een overgangszone tussen huis en straat, een plek vol interactie en uitwisseling. Vandaag de dag zitten mensen binnen met rolluiken naar beneden, deuren dicht, en kijken ze naar een scherm. Als je naar de winkel gaat, stap je in de auto en rijd je naar een groot winkelcentrum. Die rand, die overgangszone vol sociaal contact, is verdwenen. Dat heeft niet alleen nadelen voor de sociale cohesie, maar zorgt er ook voor dat mensen zich vaak minder veilig voelen.
Randen en Innovatie
Randen spelen ook in andere contexten een grote rol. Veel zaken die vandaag de dag mainstream zijn, begonnen ooit aan de rand van de samenleving. Denk bijvoorbeeld aan de fiets: in de 19e eeuw werd deze gezien als een speeltje voor rijke mensen, vooral in de tijd van de modellen met een groot en een klein wiel. Enkele decennia later werd de fiets echter het belangrijkste vervoermiddel voor de massa. Het bracht mobiliteit, gelijkheid en zelfstandigheid, ook voor arbeiders en vrouwen, die hierdoor makkelijker en sneller konden reizen.
Veganisme is een ander voorbeeld. Wat ooit een keuze was van hippies en mensen die zich verzetten tegen de consumptiemaatschappij, is tegenwoordig veel gangbaarder. Hoewel het misschien nog niet volledig mainstream is, kun je in vrijwel elke supermarkt of winkel vegan opties vinden. Iedereen heeft er inmiddels wel van gehoord en velen hebben er zelfs al eens van geproefd.
Het internet is een voorbeeld uit de technologie. Wat begon als een niche-toepassing voor universiteiten en het leger, is nu een fundamenteel onderdeel van het dagelijks leven geworden. Voor velen is leven zonder internet niet meer voorstelbaar.
Zelfs herbruikbare boodschappentassen waren ooit een uitzondering. Mensen die ze gebruikten, werden vaak als milieufreaks beschouwd. Tegenwoordig zijn deze tassen de standaard, en het gebruik van wegwerpplastic wordt zelfs scheef bekeken. Ook yoga en meditatie volgen deze trend: wat vroeger als alternatief of zweverig werd gezien, is nu een algemeen geaccepteerd middel om stress te verminderen en welzijn te bevorderen.
Deze voorbeelden laten zien dat randen, hoe marginaal ze ook lijken, vaak de bron zijn van innovatie en maatschappelijke vooruitgang. Wat aan de rand begint, kan uiteindelijk tot de kern gaan behoren.
Randen in de Natuur
In de natuur zie je dat randen overal voorkomen en vaak een grote diversiteit aantrekken. Denk bijvoorbeeld aan een bosrand, waar de overgang tussen bos en open veld zorgt voor een uniek leefgebied. Of aan de schemerzone tussen dag en nacht, waarin een combinatie van beide situaties ontstaat. Ook een rivierdelta, waar zoet en zout water samenkomen, vormt een overgangsgebied dat rijk is aan leven. In al deze voorbeelden zie je dat de natuur randen gebruikt om de voordelen van beide systemen te combineren en tegelijkertijd nieuwe, unieke kenmerken te ontwikkelen.
Ook ons lichaam is een voorbeeld van hoe de natuur randen benut. Onze longen hebben longblaasjes die het oppervlak voor gasuitwisseling enorm vergroten. In de darmen zorgen darmvlokken voor een veel grotere opnamecapaciteit van voedingsstoffen. Overal waar een belangrijk proces plaatsvindt, creëert de natuur randen om deze uitwisselingen zo efficiënt mogelijk te maken.
Randen in de Tuin
In een tuin kun je randen op verschillende manieren creëren. Een kronkelend pad zorgt bijvoorbeeld voor microklimaten doordat sommige planten meer zon krijgen en andere meer schaduw. Bloeiende struiken in de rand trekken bestuivers en natuurlijke vijanden aan.
Een rand langs een weide of boomgaard met bloeiende planten biedt voedsel en schuilplaatsen voor insecten en vogels. Dit helpt niet alleen bij bestuiving, maar ook bij het bestrijden van plagen. Vogels en nuttige insecten vinden in die randen een plek om te overwinteren of zich voort te planten, waardoor ze snel kunnen reageren op plagen elders in de tuin.
Randen en Veerkracht
Randen zorgen ervoor dat een tuin stabieler en duurzamer wordt. Een simpel systeem met slechts enkele elementen is gemakkelijk uit balans te brengen. Maar door verschillende ecosystemen met elkaar te verbinden en bewust randen te creëren, maak je jouw tuin veel robuuster en bestand tegen uiteenlopende omstandigheden.
In deze tijd, waarin het weer steeds extremer wordt – met periodes van grote droogte, hevige regenval of intense hitte – is dat van groot belang. Bijvoorbeeld: een bodem (een belangrijke rand!) met veel organisch materiaal kan water helpen vasthouden. Wanneer het te nat is, trekt het water in de bodem weg, maar het blijft ook beschikbaar in drogere periodes doordat het organische materiaal vocht vasthoudt. Dit zorgt ervoor dat je tuin veerkrachtiger wordt, minder afhankelijk van externe factoren, en beter in staat is om extreme omstandigheden op te vangen.
Anders Leren Kijken
Het is belangrijk om anders naar randen te kijken. Zie een muur of haag niet alleen als een afscheiding, maar als een overgangszone met potentieel. Plant bijvoorbeeld klimplanten tegen een muur of gebruik fruitdragende struiken in plaats van een traditionele haag. Door bewust randen te creëren, voeg je waarde toe aan je tuin en verhoog je de biodiversiteit.
Conclusie
Randen worden in gewone moestuinboeken nauwelijks besproken, maar ze bieden enorme kansen. Ze vergroten de diversiteit, helpen plagen bestrijden en maken je tuin veerkrachtiger. Neem de tijd om te kijken hoe je randen in jouw tuin kunt benutten. Door hier bewust mee om te gaan, kun je een groot verschil maken.