In permacultuur wordt steeds gerefereerd naar een climax-vegetatie. Het idee is dat wanneer je de natuur zijn gang laat gaan, de natuur evolueert naar een bos. Het is de stabielste vorm, een soort eindpunt voor de natuur. Vandaar komt ook het idee van voedselbossen als ultieme vorm van tuinieren volgens permacultuur: een stabiel systeem waaruit je zonder veel werk lange tijd kan oogsten.
Ik heb hier altijd bedenkingen bij gehad, niet bij voedselbossen an sich, maar wel bij voedselbossen in ons klimaat waarover gedaan wordt alsof ze veel eten gaan opbrengen doorheen het jaar. Ik heb altijd het idee gehad dat een voedselbos (in onze streken) niet veel meer is dan een boomgaard die wat dichter geplant is en wat diverser in soorten. Groenten kweken gaat niet in een bos. Punt. Je hebt altijd een min of meer klassieke vorm van groentetuin nodig: een open plek waar zon in kan.