Ik heb lange tijd in een groot tuincentrum gewerkt waar de mensen van heinde en verre naar toe kwamen. Het tuincentrum ligt in de Noorderkempen waardoor er veel mensen langskwamen die een tuin met een lichte zandgrond hebben.
Een veelvoorkomend probleem hiermee is dat een zandgrond zeer slecht voedingsstoffen vasthoudt waardoor planten direct geler worden en slechter groeien.
Ook in de zomers geven de zandgronden in de Kempen problemen. Het is u waarschijnlijk al opgevallen dat op de weerkaarten in de zomer de temperaturen altijd een beetje hoger zijn in de Kempen. Samen met het feit dat zandgrond een grote zeef is die geen water vasthoudt, geeft dit aanzienlijke droogteproblemen in warme, droge zomers.
Wij hadden zoals eerder gezegd ook klanten die van verre kwamen en dus ook van West- en Oost-Vlaanderen. Hier zijn er veel kleigronden, wat het compleet tegenovergestelde is van een zandgrond. De kleipartikels zijn heel (maar echt héél klein ) en vormen een zware bodem.
De poriën tussen deze kleideeltjes zijn heel fijn en kunnen water niet zo snel verwerken. Na veel regen duurt het veel langer voordat de bodem terug bewerkbaar is omdat de drainage traag verloopt. Bij grote droogte wordt de grond beenhard en onbewerkbaar.
Ook voor planten zijn deze omstandigheden verre van ideaal.
Hoe kan het simpelweg toevoegen van compost nu deze problemen oplossen?
Compost is dé oplossing
Aan basis van de problemen met zand- en kleigronden ligt een slechte structuur. In goede gronden klonteren de verschillende zand-, silt (=leem)- en kleideeltjes samen tot grotere gehelen of aggregaten.
Deze vorming van aggregaten in de bodem is noodzakelijk omdat deze aggregaten structuur geven aan uw bodem. Ze zorgen voor een goede verluchting en drainage van de bodem.
Zandbodems zijn heel los en de grond loopt zo door je vingers: geen aggregaten.
Kleigrond reageert juist tegenovergesteld en wordt boetseerklei.
Beide (slechte) grondstructuren hebben een sterk negatieve invloed op de groei en ontwikkeling van de planten.
Door het toevoegen van compost wordt er veel organisch materiaal in de grond gebracht. Dit organisch materiaal stimuleert het vormen van aggregaten.
Ook bodems die weinig humus bevatten en veel kunstmeststoffen krijgen, hebben een slechte structuur. Om dit op te lossen wordt er meer geploegd, bemest en water gegeven wat de structuur enkel sneller afbreekt.
Hoe meer, hoe beter
Door veel organisch materiaal toe te voegen, worden aggregaten gevormd die de grond terug open stellen voor luchtcirculatie waardoor zuurstof in de grond en CO2 uit de grond kan.
Zware kleigronden worden losser en krijgen grotere poriën waardoor de drainage beter verloopt alsook de ademhaling van de bodem terug opstart. Deze aggregaten vormen kleine tunnels waarlangs water en lucht worden getransporteerd.
Bij zandbodems gebeurt juist het tegenovergestelde. De poriën worden door de aggregaten verkleind waardoor water niet zo extreem snel wordt afgevoerd. Rond deze aggregaten bevindt zich ook een dun laagje water dat gebruikt wordt door de wortels van de planten.
Hoe hoger het gehalte aan organische stof en humus, hoe meer water een bodem kan opnemen en vasthouden voor later gebruik.
Het verschil tussen humusrijke en humusarme bodems is immens. Een bodem rijk aan organische stof heeft veel openingen aan het oppervlak en zal het regenwater geleidelijk opnemen en vasthouden.
Bij zandgronden wordt ook al het regenwater opgenomen maar stroomt het direct door de bodem, onbereikbaar voor plantenwortels. Kleibodems slaan dicht bij hevige regenval en alle regenwater stroomt af, zelfs (zeker) bij poederdroge bodems. Dit leidt tot aanzienlijke erosie, waarvan de jaarlijkse modderstromen van het veld naast ons getuigen zijn.
Wat veroorzaakt deze aggregaatvorming?
Er is niet één organisme of stof verantwoordelijke voor het vormen van deze aggregaten. Zoals met alles in de Natuur is het een complexe samenwerking tussen verschillende organismen en stoffen.
Tot deze conclusie kwam men al vele 10-tallen jaren geleden na een onderzoek van Dr. R. J. Swaby.
Dr. Swaby had het vermoeden dat wortels van planten in combinatie met micro-organismen aan structuuropbouw deden in de grond.
Aldus begon het experiment: verschillende grassen werden in glazen bokalen met steriele grond gekweekt. De structuurtoename was miniem. De wortels van de grassen hadden blijkbaar de micro-organismen nodig om het werk te doen. De wortels leverden enkel het voedsel voor de micro-organismen in de vorm van exsudaten, de micro-organismen waren de werkers.
Dit bleek ook uit het vervolg van het experiment.
Maar waren het nu de organismen die verantwoordelijk waren voor de structuuropbouw of enkel hun excreties zoals gommen en harsen?
Na toevoegen van de plakkerige substanties was er geen verbetering, dus het waren echt wel de micro-organismen die verantwoordelijk waren voor het stabiliseren en opbouwen van de bodemstructuur.
Welke micro-organismen?
Om te weten welke soorten micro-organismen het meeste invloed hadden op de bodemstructuur werden 1 voor 1 de verschillende soorten toegevoegd, waarna de veranderingen in grondstructuur zorgvuldig werden opgevolgd.
Veruit het belangrijkste micro-organisme bleken schimmels te zijn. De potten waar schimmels werden aan toegevoegd, vertoonden een opvallende verbeterde groei en verbeterde doorlaatbaarheid naar zowel lucht als water.
Bacteriën hadden niet zo’n grote invloed op de aggregaatvorming. De schimmels hebben wel een belangrijke functie in het bestendigen van deze aggregaten.
Het viel Dr. Swaby op dat de uitwerpselen van sommige regenwormen steviger waren en langer bleven bestaan. Uit nader onderzoek bleek dat regenwormen heel veel aarde opvreten en de aggregaten verstevigen tijdens de vertering in hun darmen.
Hoe rijker de grond aan microbiëel leven, hoe steviger de aggregaten in de uitwerpselen zijn. Deze bacteriën worden mee opgegeten en verstevigen in de darmen van de regenworm de aggregaten.
Toch was de puzzel nog niet compleet. De aggregaten die in de grond gevonden werden waren nog stabieler dan degene die bekomen werden in de potten.
Het laatste puzzelstukje
Dr. Sawby verlegde zijn focus naar de humus in de grond en behandelde zijn potten met verschillende soorten zuren afkomstig van humus. Eén bepaald zuur dat nu bekend staat als humuszuur had een drastische invloed op de structuur van de grond.
Het toevoegen van dit zuur verbeterde de aggregaatvorming én de duurzaamheid van dit aggregaat.
Dit humuszuur is een ingewikkelde stof die ontstaat tijdens het afbreken van organische stoffen in de grond.
Even overlopen
De schimmels die in de buurt van de wortels leven verbeteren de grondstructuur en vormen met hun mycelium aggregaten. Deze worden door de regenwormen en de bacteriën in hun maag en darmen verstevigd.
De zo gevormde aggregaten worden nog extra verstevigd door humuszuren die vrijkomen bij het verteren van organisch materiaal. Dit organisch materiaal stimuleert overigens de vorming en ontwikkeling van schimmels wat de cirkel rond maakt.
Het toevoegen van compost (=organisch materiaal) verbetert dus inderdaad elke grond, ongeacht of de samenstelling veel klei of zand bevat.
Opgelet
Zelfs deze zeer sterke aggregaten worden op hun beurt afgebroken door bacteriën.
Dit houdt dus in dat er een constante afbraak en opbouw van aggregaten in de bodem plaatsvindt. Dit heeft tot gevolg dat een éénmalige gift van organisch materiaal niet voldoende is.
Zeker tijdens de opbouw van de grondstructuur moet men grote hoeveelheden organisch materiaal toevoegen. Eens de bodem op een goed niveau van organische stof zit (> 6 – 7%) moet men enkel de jaarlijkse hoeveelheid organische stof – die verdwijnt door de werking van bacteriën – vervangen.
Indien u dit niet doet gaat de grond stilaan al zijn organisch materiaal opgebruiken en terug achteruitgaan op gebied van grondstructuur en doorlaatbaarheid.
INTERESSE IN DE NIEUWSBRIEF?
Heeft u zich nog niet ingeschreven voor mijn nieuwsbrief? Aarzel niet en krijg elke 3 weken een uitgebreid artikel GRATIS in uw mailbox: Inschrijven voor de Natuurlijke Moestuin nieuwsbrief.