Herkomst en historiek
De Pastinaak of Pinksternakel is een zeer oude groente, zoals blijkt uit vondsten in ongeveer 3000 jaar oude paalwoningen. Hij is afkomstig uit het Middellandse Zeegebied. Hij was al bekend bij de Grieken en de Romeinen. De Romeinen brachten hem mee naar onze streken waar de wortel groter werd dan in het Zuiden.
Tot de komst van de aardappel was pastinaak een belangrijk voedingsmiddel. Nadien is de teelt van pastinaak verdrongen door de aardappel en later door de wortel.
Beschrijving
Pastinaak groeit in het wild en in wegbermen, in weilanden, aan de rand van velden. Het is een tweejarige plant met een witte, vlezige penwortel. Aan de buitenkant is de wortel crèmekleurig. De hals groeit bovenaan de wortel naar binnen toe. Daar ontspringen de diep ingesneden bladeren. Pastinaak is een robuuste plant die in het 2de jaar een holle bloeistengel vormt die tot 2 meter hoog kan worden, vol geelgroene bloemschermen. Het zaad is plat, gevleugeld aan de rand en lichtbruin van kleur. De zaden blijven slechts 2 jaar kiemkrachtig. Pastinaak is vorstbestendig en de wortels kunnen ‘s winters in de grond blijven.
Teelt
Pastinaak is gemakkelijk te telen en bewaart in de winter. Men kan zaaien van maart tot juli. De zaden hebben een lange kiemtijd, tot vijf weken kan het duren voor de plantjes opkomen. De eerste blaadjes na de kiemblaadjes lijken nog helemaal niet op de volwassen bladeren: ze zijn nog voller en eerder hartvormig. Let dus goed op dat je ze herkent. Zaai op voldoende afstand zodat de wortel kan uitgroeien. Pastinaken groeien diep en zijn het gemakkelijkst te oogsten in losse grond.
In het handboek van Velt staat dat je pastinaak kan zaaien tussen vroege aardappelen. Eens de aardappelen gerooid, hebben de planten nog voldoende tijd om uit te groeien. Misschien eens uitproberen?
Oogsten
Van zodra de wortels enige omvang hebben kan je ze oogsten. De hals zit meestal net onder grond. Je kan met de vingers voelen hoe groot de omvang is. De lengte van de wortel is niet te zien maar is afhankelijk van de variëteit. Met een spitvork kan je ze uit de grond halen. Probeer hierbij de wortel niet te raken.
Je kan best oogsten voor onmiddellijk gebruik. De schil wordt immers snel kurkachtig en is dan nog moeilijk schoon te krijgen.
In de winter kan je de wortels in de grond laten of ze inkuilen. Bedenk wel dat woelmuizen en –ratten liefhebbers zijn van de wortels.
Bloeien
Je kan ook een exemplaar laten uitzaaien. Hiervoor laat je de pastinaak overwinteren in de tuin en in het volgende jaar gaat hij bloeien. Hij bloeit prachtig en als schermbloemige is het een nuttige plant in de tuin. Schermbloemigen trekken immers insecten aan die natuurlijke vijanden zijn van meerdere ongewenste insecten zoals luizen.
Pastinaak is een robuuste plant die veel ruimte inneemt als ze bloeit en nadien zaad draagt.
In de keuken
De wortel van pastinaak is aromatisch, ietwat zoet maar ook soms wat bitter. Je kan hem zowel rauw als gestoofd klaarmaken. Hij wordt als groente klaargemaakt of in groentemengsels verwerkt en in stoofpotten. Hij is heel geschikt om aan diverse soepen toe te voegen: hij maakt ze fluweelromig zonder room toe te voegen. Ook soep van enkel pastinaak, een ajuin en laurierblad met een beetje verse peterselie op het eind is heel lekker.
Je kan de wortel in stukjes snijden en samen met worteltjes klaarmaken met toevoeging van Provençaalse kruiden.
Pastinaak hoef je niet te schillen als hij vers is. Schoonschrobben volstaat. Maar de schil wordt snel kurkachtig en dan is het beter hem te schillen.
Foto’s